woensdag 7 maart 2018

Kustpad Zuid (2); leprozenvallei

Tijdens onze wandeling zaterdag 24 februari over het 'kustpad' van El Porís naar El Médano komen we voorbij de vuurtoren van het eerste plaatsje bij een glooiende vlakte waar 35 verlaten gebouwen liggen. Deze plek wordt op internet door een bezoeker ‘La Valle de los Leprosos’ genoemd wordt: ‘De vallei van de lepralijders’.

Er heeft nooit een melaatse hoeven te wonen, want toen het geheel in 1943 zo goed als klaar was, viel lepra inmiddels te genezen! Afijn, d’r zijn nog een tijdje militairen opgeleid en sindsdien staat het leeg. Er zijn mensen die vinden dat er ‘s nachts vreemde geluiden vandaan komen. Ook zouden er met enige regelmaat haantjes gevonden worden met afgehakte koppen. 'Allemaal onzin', zeggen inwoners van El Porís.


Het is alsof je door een verlaten decor loopt dat na de filmopnames is blijven staan. Bizar!

In die tijd lag het sanatorium in een van god en iedereen verlaten oord. Er was nog geen TF-1 of andere snelle verbinding met de hoofdstad Santa Cruz de Tenerife. In feite was er sprake van een geïsoleerde omgeving met in de buurt wat dorpjes met vissers en landbouwers. Het toerisme speelde zich voornamelijk af aan de andere kant van het eiland, in de buurt van Puerto de la Cruz. In de drogere hoek waar wij nu lopen, zou de komst van vakantiegangers pas rond 1980 op gang komen en daarmee de aandacht voor het aanbrengen van infrastructuur.

We doorkruisen de voormalige leprozenopvang: een spookstadje. Op een brede gevel van een desolaat gebouw staat in geschilderde hoofdletters ‘eliminar’. Zo te zien wordt die afbraak overgelaten aan de elementen.
Elke ruimte is te betreden. Binnen en buiten zijn graffiti aangebracht.

Soms zijn er interessante ‘doorkijkjes’.

Het geheel wordt gedomineerd door een betonnen kerkgebouw ‘al más puro estílo franquista’. Het trio Franco, Hitler en Mussolini bezat een opvallende voorkeur voor robuuste betonnen architectuur. Aan de vooravond van wat later de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) zou worden, ontmoette de als militair gouverneur naar de Canarische Eilanden weggepromoveerde Francisco Franco een aantal andere samenzweerders tijdens geheim overleg in de bossen van La Esperanza, hier zo’n 40 kilometer vandaan.

We betreden de kale gebedstempel. Duiven fladderen op. Bij het priesterkoor staat op de muur ‘Cristo vive’. In die voorzijde zijn met de spuitbus vier hoofden van heiligen aangebracht.

Als we de kerk verlaten, blijken meer wandelaars op dit oord afgekomen te zijn.

Dan gaat het pad steil naar beneden richting Abades, een witte nederzetting waaraan in 1986 begonnen werd. Je moet van dit soort ‘nieuwbouw’ of ‘projectontwikkeling’ houden. Na de aanleg van het vliegveld Tenerife Sur en de TF-1 ontstond op die plek een verzameling houten ‘bouwsels’, opgetrokken door mensen die elders op het eiland woonden. Een soort weekendhuisjes in het wild, zoals je deze nog op de eilanden kunt tegenkomen. In de jaren 1978-1986 heette het Los Abriguitos. De ‘beschutte plek’ ging in de fik waarna Abades ontstond. Iets verderop lijkt een soortement camping nog aan de oude vrijplaats te herinneren.

Bij de Punta de Abades gaat het over de rotsen opnieuw beurtelings omhoog en omlaag. Aan een kleine baai staan wat campers: in Spanje is wildkamperen op de meeste plaatsen geen probleem. Verderop is het weer klimmen, waarbij het stenige en nauwelijks waar te nemen pad talrijke afslagen kent. Sommige van die paadjes houden op boven de oceaan en eindigen op zwarte plateaus waar vissers staan te hengelen. Het is zoeken tussen al de zijweggetjes naar de goede route.

Ook hier zijn duidelijk de resten waar te nemen van de terrassen waarop generaties lang land- en tuinbouw bedreven werd. Het water kwam in stenen goten vanuit bassins die nu lomp en lui in een leeg landschap liggen.

We lopen verkeerd, vinden het pad weer terug en bij een aantal windmolens komen we in het groen. Hier zijn nog terrassen in gebruik voor de teelt van pompoenen. Bij een stenen gebouwtje staan vier busjes voor het vervoer van de werkers in het veld. Deze komen zo te zien uit het gebied ten zuiden van de Sahara. Tot zeven jaar gelden lagen de eilanden van deze archipel op de route van wrakke bootjes die zogenoemde ‘sin papeles’, migranten zonder persoonlijke documenten, richting deze uithoek van Europa vervoerden. Inmiddels is deze verbinding vrijwel onmogelijk geworden. Is dit hun eindbestemming?

Vanuit de hoogte bij de Punta de los Jureles kijken we uit op La Listada. Een jurel of chicharro is een populaire vis. Ik vraag me af of aan de Nederlandse kust soms een 'haringhoek' te vinden is.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten