donderdag 25 mei 2017

Asterix in Boulogne-sur-Mer

Die had ik dan toch mooi gemist. En dat terwijl ik ‘Asterix en de Britten’ letterlijk stukgelezen op de plank heb staan. Daarin steken de Romeinen vanuit het Gallische Portus Itius over naar Britannia. Eerst gaat Caesar in 55 voor Christus, waarna een kleine eeuw later Claudius de klus in 43 na Christus klaart. Portus Itius - en de discussie loopt nog - zou op een steenworp afstand van Bononia en Gesoriacum gelegen hebben, respectievelijk het hoge en het lage deel van het huidige Boulogne-sur-Mer. Niet ver van Calais dus, met de tunnel waar de Romeinse ingenieurs nog net niet aan toe waren. Op deze plek zou het dus te doen geweest zijn en ik probeer me de concentratie van activiteiten voor te stellen die hier 2.000 jaar geleden plaats vond, terwijl ik op zaterdag 20 mei het bordje lees dat bij wat Romeinse kazernefundamenten staat in het voormalige Bononia. Nooit eerder de relatie gelegd.

Nou was voor dat laatste ook niet een fysieke aanleiding, want hoewel Frankrijk lang ons favoriete vakantieland was, reden we hier toch wel gemakkelijk omheen. Niet helemaal terecht, blijkt tijdens ons verblijf in het noordwestelijke Pas-de-Calais. Of Nauw-van-Kales, zoals lieden met een Groot-Vlaams geheugen zeggen. Daar blijkt Boulogne (of Bonen, dus) een lange historie te bezitten, geconcentreerd in met name het ommuurde hogere deel.

We wandelen door een machtige poort en vervolgen onze weg over de ‘remparts’ en kijken vanaf de forse omwalling naar het modernere gedeelte beneden. Met name daar trokken in de vorige eeuw twee oorlogen hun verwoestende sporen. Langs de monding van de Liane ligt nu een naar bouwsmaken gemeten zeer gevarieerd geheel, waarboven het oude centrum rustige schoonheid ligt uit te stralen.

Nou ja, rustig: ook op deze hoogte blijkt bij herhaling flink gevochten te zijn. Een van die woelingen leidde na de Franse Revolutie tot de verkoop van de basiliek van Onze Lieve Vrouw van Boulogne. Na een periode als opslagplaats viel het gebouw in stukken uiteen. De huidige kerk kwam tussen 1827 en 1857 tot stand. Heel de geschiedenis vanaf de Romeinse tijd valt gelukkig nog terug te lezen in de crypte - de grootste van Frankrijk - waarvan de restauratie onlangs plaats vond. Het resultaat van die werkzaamheden is prachtig (klik) en in dat ondergrondse ‘museum’ brengen we lange tijd door, tot de keldertemperatuur ons aanzet om weer de zon op te zoeken.

Vandaag vinden op de rechteroever van de Liane, naast de vismarkt, de voorbereidingen plaats van een vissoep. Zo’n vijftien mensen staan wortels te schillen, en twee anderen maken bakken vol vis schoon. Volgens het recept vormen ook knolselderij, aardappels en prei onderdeel van ‘la gainée’. Volgens een van de toeschouwers gaat het om een traditioneel gerecht dat hij ook door zijn moeder voorgeschoteld kreeg. Sinds 10 jaar maakt een ‘dassendragersvereniging’ er een massale maaltijd van. Er is veel volk op de been om de werkzaamheden te bekijken. Er hangt een ontspannen sfeer en we zouden morgen terug moeten komen om het resultaat te keuren.

Bij de ingang van het feestterrein halen we onze fietsen op. Het eerste deel van de 20 kilometer terug naar Camiers loopt langs de rivier. Met af en toe wat klimmen, rijden we over het - grotendeels vrijliggende - fietspad naar ons hotel.

zondag 21 mei 2017

Verleiders (3); Varkens & Soepmajesteit

Wat jaren terug (2013) kocht ik de lekkerste chips ooit, naar mijn idee. Ze waren dik, uitstekend gebakken, smaakvol en nog veel meer, waaronder een tikkeltje duurder. Dat mocht ook wel, vond ik. Bovendien bleken ze 'handgeschept'. Dat leek me zo ontzettend speciaal, dat ik Albert Heijn een vraag stuurde. Zo komt handgeschept papier op een zeer arbeidsintensieve manier tot stand en is daardoor behoorlijk prijzig. Als deze chips op dezelfde manier uit waterige aardappelpulp gezeefd zouden zijn, leek me hun prijs juist aan de lage kant. Hoe kon dit dus, vroeg ik de afdeling Communicatie. Die wist dat niet (of mocht dat niet zeggen), want in de eerste reactie uit Zaandam stond dat het antwoord uit de hoek van de direct betrokken makers zou komen.

Inmiddels weet ik - ook zonder verder iets van de producent vernomen te hebben - de oplossing. Kennelijk hadden anderen de zaak ook aangeslingerd en tijdens een aflevering van 'Keuringsdienst van Waarde' bleek hoe machinaal de ambachtelijke bereiding was. Volgens AH moest 'handgeschept' begrepen worden als 'met de hand omgeschept tijdens het bakproces'. Voilà.

Is er geregeld sprake van boze opzet bij activiteiten op het gebied van marketing en reclame? In elk geval ben ik sinds kort - na een rechterlijke uitspraak - in het bezit gekomen van een aantal extra loten van de Staatsloterij. Laten we zeggen dat die organiserende overheidsonderneming wat slordig was. Erger zijn de oplichters pur sang: die worden uitgerookt, voor zover ze te pakken zijn, in tv-programma's. De schandpaal lijkt een ergere afstraffing dan boetes of brommen. 

Is overdrijven in verleidende teksten boze opzet? Ja. Hoewel niet strafbaar: de lezer of luisteraar wordt immers verondersteld een en ander met een korreltje zout te nemen. Soms met meer dan een korreltje. Tijdens onze wandeling langs het Drongelens Kanaal afgelopen woensdag die uiteindelijk uitkomt bij een restaurant vertel ik jeugdvriend J. over een die ochtend gelezen aanprijzing. De eigenaar van een nieuwe eetgelegenheid gaf aan dat koken hem en zijn mensen 'in het DNA zit'. Uiteraard is dat kletskoek. Eerder gaat het om een modeverschijnsel want die DNA-bewering kom je tegen bij de zelfaanprijzing van allerlei beroepsgroepen. Vaak in het gezelschap van het woord 'robuust'. Ook een noviteit. Aangehaalde patroon sloot zijn verhaal af met 'We are food'. Vanzelfsprekend bekt dat niet echt in het Nederlands: 'Wij zijn voedsel'. Vandaar dat rammelende Engels.
Inmiddels zijn we gearriveerd bij het restaurant waar we buiten in de late zon ons dispuut zullen voortzetten. Terwijl hij plaatsneemt, herhaalt J. de kreet 'We are food'. Met meteen daarna:'Vèrrekes. Als die dat nou zouden zeggen'. Mijn tafelgenoot is opgegroeid op een boerderij. Je kunt de jongen wel weghalen van het erf: het erf krijg je nooit uit de man.
'We are food' boze opzet? Gewoon stupide.

Dan bestaat ook nog zoiets als 'de ergerniswekkende gepermitteerde misleiding'. Deze vorm komt geregeld ook in het tv-programma 'Keuringsdienst van Waarde' aan de orde. Denk je bruin brood te eten, lekker vezelrijk, goed voor de darmen, blijkt de kleurstof uit een potje gehaald te worden. De darmen hoeven nauwelijks in actie te komen. De Goudse kaas wordt vervaardigd in Wanneperveen, het gehakt van de Black Angus is niet raszuiver en de marsepein bestaat uit geprakte witte bonen. Dit soort leugens mag van Brussel. De producent kan er dus niet om vervolgd worden. Doet me denken aan het verhaal van een zwager uit de tijd dat hij bij Zwanenberg werkte. Tijdens een rondleiding kwam er een vraag uit de afvaardiging van de Plattelandsvrouwenvereniging over de samenstelling van de leverkaas. Die de gids ad rem beantwoordde met: 'Zit er koningin in de gelijknamige soep?'

De gezondheidsclaim, nog zo-eentje. Allerlei voedingsmiddelen bevorderen de stoelgang, houden de afbraak van de botten tegen, leveren de juiste vitamines, roepen de vergeetachtigheid een halt toe. Ze worden als heilzaam aangeprezen door de fabrikanten, gezondheidsbloggers en -vloggers, BN'ers en andere zelfbenoemde specialisten. Consumentenverenigingen, deskundigen en voedingsbureaus vormen een tegenwicht. Zolang de waarde niet proefondervindelijk bewezen is, blijft er van veel claims weinig over. Met enige regelmaat wordt een bewering aan de rechter voorgelegd. Ook onderzoekers laten van zich horen. André Aleman zet in 'Het seniorenbrein' (2012) op een rijtje wat aantoonbaar de grijze massa bij ouderen vitaal kan houden. Bij de voedingsafdeling slaat de twijfel toe over wat als hulp door markt en veronderstelling aangeprezen wordt toe. Martijn Katan rekent met 'Wat is nu gezond? Fabels en feiten over voedsel' (2008) en 'Voedingsmythes: over valse hoop en nodeloze vrees’ (2016) af met volkswijsheden, bedenksels en angstaanjagerij. Genadeloos is zijn oordeel over een aantal zaken. Over vitaminesupplementen, bijvoorbeeld. Ook op dit terrein heeft de wetenschap het moeilijk, want we leven in het tijdperk van 'ik vind & ik voel het zo'.

Op vrijdag 19 mei fietsen mijn vrouw en ik vanuit Camiers-St. Cécile naar de Franse badplaats Le Touquet-Paris-Plage. Bij de entree van deze gemeente in de Pas-de-Calais vertelt de tekst op een bord ons dat we nu een van de meest elegante stranden van dit land naderen. Eenmaal aan zee stel ik vast ik dat die lovende woorden 'La plage la plus élégante de France' ongetwijfeld bedacht zijn door een ambtenaar of copywriter die sinds lang niet meer op de boulevard is geweest. Daar hebben projectontwikkelaars naar Belgisch voorbeeld al heel wat typerende huizen van rond 1900 vervangen door karakterloze appartementsgebouwen. Elegant, dat dametje Touquet, zeker; met een ladder in de kous.

Verleiders (1) klik

Verleiders (2) klik

dinsdag 16 mei 2017

Verleiders (2); Maakbaarheid & Vertrouwen


Het is misschien geen verrassing als ik u toevertrouw dat ik graag kook. Geen moeilijke dingen met kwartelboutjes of zoals bij Asterix gekonfijte zeugenoogjes. Ik ga voor gewone boerenkost uit verschillende landen. Ik kijk in binnen- en buitenland graag onder de deksels en dat inspireert. Aangezien - volgens Maggi - zelfs die ogenschijnlijk eenvoudige pot van de gemiddelde thuiskok redelijk wat tijd, moeite en zelfs enig talent vraagt, biedt deze onderneming de helpende hand in de vorm van een 'basis'. De keukenprins(es) zelf zorgt voor de finale: 'een beetje van jezelf en een beetje van Maggi' In deze voorstelling van zaken is de eigen inbreng een en misschien wel dé succesfactor achter een geslaagde maaltijd. Thijs Lijster veronderstelt (in ‘De grote vlucht inwaarts’, 2016, pag. 34) dat door zo’n combinatie van volgen en zelf meedoen de suggestie lijkt te wordt gewekt: ‘zonder Maggi ook geen zelf’. Het oude ‘Met melk meer mans’ wordt ‘Met Maggi meer mens’.

Niet veel anders gaat het tijdens een etentje onder vrienden waarbij de gastvrouw/heer aankondigt dat het gehanteerde recept weliswaar uit een kookrubriek komt, en dat (let allen op:) om het écht lekker te maken zij/hij er wat koriander aan heeft toegevoegd.

We krijgen veel aangereikt om ons te profileren. Om aan die zelfcreatie te kunnen werken. Geloofden we pakweg rond 1977 nog dat de wéreld maakbaar was, 40 jaar later zijn we er van overtuigd dat 'de hele wereld' misschien wel wat veel is. Wél vinden we nu dat de maakbaarheid ons eigen leven haalbaar is. En daar spannen we ons voor in, aangemoedigd door de verleidende signalen op rtv, in gedrukte en sociale media, functioneringsgesprekken, managementcursussen, etc.

In de voorgaande blog over ‘verleiders’ schetste ik hoe reclame en marketing de afgelopen vijftig jaar hun verleidende rol speelden met de introductie van steeds nieuwe ‘kernwoorden’. Aangeprezen producten werden in de loop van de tijd gelabeld met ‘meer voor minder’, ‘rijk aan beleving’, ‘knus’ (cocooning), ‘vermakelijk’, ‘authentiek‘ De fase waarin ‘we’ ons nu bevinden, kent als titel ‘creëer je eigen leven’.

De kip-of-ei-vraag is of reclame en marketing inspelen op ontwikkelingen in de maatschappij, dan wel dat ze die ontwikkelingen oproepen door in te spelen op iets wat ‘latente gevoelens’ genoemd wordt. Van die gevoelens zijn we ons dus niet gewaar, totdat een externe prikkel ze ineens manifest maakt. Zoiets als Ollie B. Bommel omschrijft met ‘Jonge vriend, ik wist niet dat ik het in me had’.

Hoe dan ook, marketing en reclame doen nu hun best om ons te laten geloven (of de gedachte te bevestigen) dat er niet veel nodig hoeft te zijn om ons leven in te richten op de wijze 'zoals jij dat wil'. Ikea gebruikt onder meer ‘Design your own life, start using ...’. Via MyPlace kun je een huis bouwen’ dat leidt tot ‘Wonen zoals Ik het wil’. Maartje Koper heeft een website ‘Leef jij jouw leven helemaal zoals jij dat wil?’ Via dat medium kunnen belangstellenden gratis de ‘Bewuste Creatie Toolkit’ aanvragen om daarmee een ‘stap te nemen als het gaat om het realiseren van jouw dromen’.
‘Dromen is ook leven’, Schreef Johan Fabricius in 1962; meer dan een halve eeuw later kunnen de droom ook leven, ook in onze baan, getuige de advertentie rechts. Wie slechts één dag turft wat er aan 'aansporingen' om vooral zelf de constructeur van ons leven te zijn, zal 's avonds over een aardig scorelijstje beschikken.

Ieder van ons kan dus zelf zijn/haar leven creëren, waarbij het maakbaarheidsgeloof en passant aanraadt om tegelijkertijd vooral jezelf te zijn. Wie zichzelf weet te zijn, is authentiek (zie voorgaande blog), een begerenswaardig ingrediënt voor de samenstelling van menu's en personen. Je valt er mee op binnen het alledaagse. Een parfumhuis daagt (potentiële) sinds enige tijd gebruik(st)ers via commercial uit om 'zichzelf' te durven zijn. Kennelijk zijn we niet steeds onszelf. Rechters horen dat ook met enige regelmatig in het betoog van aangeklaagde personen: 'Sorry, ik was die avond even niet mezelf'. Natuurlijk bedoelen én geurbereiders én 'verdachten' dat 'jezelf zijn' identiek is aan 'het beste laten zien' van jezelf. Wat we liever niet willen laten zien, zijn vervelende dan wel vermaledijde trekken. Uiteraard zijn die ook onderdeel van 'wat wijzelf zijn'. Ergo hoort elke gedraging bij onszelf en zijn we al 24 uur per dag onszelf. En verantwoordelijk voor alles wat we voorstellen, in weerwil van alle hersenspoelende boodschappen.

Als we helemaal onszelf zijn, zijn we ook allemaal authentieke denkers met een eigen mening die we ook op allerlei fora kwijt kunnen. Waarop die mening gestoeld is, blijkt niet echt van belang. Het argument ‘ik voel het zo’ is al voldoende. Of de onderbuik leidt tot de ontwikkeling van de door Coen Simon aangeprezen oordeelskracht (‘Oordeel zelf. Waarom niemand hetzelfde wil en iedereen hetzelfde wil’, 2017) is de vraag.

Het geloof in de maakbaarheid van het eigen leven, kent allerlei verschijningsvormen. Zaak is het vinden van de juiste formule. Een aantal van ons lijkt die gevonden te hebben: succesvolle trainers, sporters, start-uppers. En die mogen die formule voor goed geld komen vertellen op speciaal georganiseerde bijeenkomsten op trainingen. De 'bottom-line' bij deze met Angelsaksisch klinkende termen bestrooide events is dat toeval niet bestaat, want succes kun je afdwingen. Maakbaar dus, alsof het een selfie is, en wel met de sleutel tot het geheim van de smid. Of met trots getalenteerd zelfvertrouwen.

Zijn er rond deze maakbaarheidscultus  ook tegengeluiden te horen? Naast de hierboven geciteerde schrijvers zetten ook auteurs als Stine Jensen, Bas Heijne met enige regelmaat vraagtekens bij het optreden van bepaalde trends in ons leven. Niet geheel toevallig komen deze critici uit de hoek der filosofie, de wetenschap die zich bezighoudt met zin en wezen van het leven. Een week geleden las ik de volgende uitspraak van Maarten Boudry, filosoof en de auteur van 'Illusies voor gevorderden. Of waarom altijd beter is', 2015. Uit het meinummer van Filosofie (2017) citeer ik ter afsluiting: 'Zelfvertrouwen kan je even vleugels geven. Even, want aan de basis van succes liggen zaken als talent, ervaring, training en niet te vergeten het toeval. De neiging om te geloven dat je je eigen toekomst naar je hand kunt zetten, staat in de psychologie bekend als 'de illusie van controle'.




zaterdag 6 mei 2017

BBB’s


Deze tekst stond als column in de rubriek 'Onder de Boschboom' in de Bossche Omroep van zondag 7 mei.


Ons moeder was erg op de binnenstad gericht. Ze werd Achter het Stadhuis geboren, woonde later met haar man en kinderen tien jaar in dezelfde straat, verhuisde naar de Vliert en als het even kon, bemmelden zij en ik vandaar richting centrum. Met enige regelmaat gingen we langs bij ‘onze Jan’, haar broer en mijn peetoom, wanneer hij aan het werk was in de bouwloods bij de St.-Jan. In die tijd - eind jaren ’50 - was dat een houten kavalje waar mijn oom, in overal en met alpino, het ambacht van steenhouwer uitoefende. In de rechterhand een houten klopper en in de linker de steenbeitel die (onder drie vingers) op duim en pink rustte. Op beide had hij dan ook flinke eeltplekken.

Hij werkte niet altijd in zijn geboortestad Den Bosch. Afhankelijk van de beschikbare gelden vond hij ook emplooi in Breda en Antwerpen. Harrie van den Broek, zijn vader had hetzelfde beroep uitgeoefend. Van hem zei Kaat Lambooij, mijn oma: ‘Mijnen Harrie was ’nne werkmens, mar ginne platte’. Die opa heb ik nooit gekend: hij stierf rond zijn veertigste aan een combinatie van hartfalen en stoflongen. Daarna leefde het gezin, tot de oudste kinderen zelf gingen verdienen, deels op voedselbonnen. Jan en zijn iets jongere zus Riek betraden meteen na de lagere school de arbeidsmarkt, hoewel die instroom toen beslist anders heette.

Met Riek liep ik dus mee naar de werkplek van haar oudste broer. Ik vond het geweldig. Of de arbeidsomstandigheden dat ook waren, weet ik niet. Ik keek geboeid naar het handwerk van mijn oom. Na zijn pensioen nam hij me mee de binnenstad in. Ik moest voor kunstgeschiedenis een werkstuk maken en hij wist wel een onderwerp: gevelstenen. Een sleutelmoment. De scriptie is er gekomen mede dankzij de aanwijzingen van Janoom en het enthousiaste aanleveren van achtergrondmateriaal door Peter-Jan van der Heijden (Stadsarchief). Dat Bossche archief zat toen Achter het Stadhuis, op de plek waar ik geboren ben. Toeval.

Sinds kort zit er een Sint-Jansmuseum 2.0 aan te komen. Volgens plan moet dat verrijzen op de plek waar nu de stenen bouwloods staat die in 1989 de houten uitvoering opvolgde. In de nieuwe ruimte zullen de schatten van de St.-Jan de plaats krijgen die ze verdienen: in het zicht van de mensen.

De St.-Jan is er gekomen en door de eeuwen heen gebleven dankzij de plannen van elkaar opvolgende architecten. Hun namen zijn bekend, straten werden ernaar genoemd. Anoniem - nou ja, uitgezonderd de Erwtenman dan - waren en zijn de meeste handwerkslieden. Ik ga er gemakshalve van uit dat deze naamloze bouwers in het nieuwe museum de aandacht krijgen die hen toekomt.

En ik hoop uit de grond van mijn hart dat de komst van dit museum - na wat we nu als soap mee moeten maken rond het theater - niet het volgende project wordt dat een plaats opeist in de niet aflatende reeks BBB's: Bizarre Bossche Bouwgeschiedenissen.


vrijdag 5 mei 2017

Verleiders (1); Consumptie & Winstmaximalisatie

Reclame en marketing gingen lang over kwaliteit en prijs. En zaken waardoor een product of dienst langer en zuiniger meeging. Toen ik 16 was las ik bij toeval het boek 'De Statuszoekers', van Vance Packard (vert. ca. 1960). Eerder had hij al met ‘De verborgen verleiders’ de gewiekste consumentenbenadering in Amerika blootgelegd. Tijdens het lezen pantserde ik me met de gedachte: 'Typisch voor de VS; komt hier niet voor'. Wat me het meeste trof, was dat Amerikanen toen zelfs ook nog nadachten bij de keuze van een nieuwe buitenlamp, want - hoe was het mogelijk - die moest door zijn uiterlijk aan de buitenwereld duidelijk maken hoe de bezitter zich op zijn (m/v) beurt onderscheidde van de rest. In die tijd verbond ik status automatisch met kapitaal. Inmiddels is de gedachte ‘komt hier niet voor’ door de tijd ingehaald. Die ‘verleiding’ sloeg ook hier toe.

In wat lang mijn vakgebied zou worden, verlegde de aandacht voor kwaliteit en prijs zich later naar beleving. Sporen vind je daarvan nog overal in aanmoedigingen die beginnen met: 'Beleef ... '. Nog niet gebruikt (gelukkig) is de 'Beleef de Bossche Bol'. Beleven heeft wat met avontuur te maken en je doet het met al je zintuigen. 

Avontuur: met een opblaasboot wildwatervaren, raften. Of paragliding. Het kan allemaal. In die sfeer aangeprezen producten en diensten leiden tot uitdagende dingen. Op enig moment werd het ook gebruikelijk om een volgende baan een nieuwe uitdaging te noemen. (En weer later werd dat 'een droom die uitkwam'.)

Uiteraard durft niet iedereen een duo-parachutesprong te maken of te bungy-jumpen dus ontstond er beheersbaar 'avontuurlijk vermaak', bijvoorbeeld met racletten, steengrillen en fonduen, in de veilige huiskamer. 'Cocooning'. Ook in ons land werd 'Trends van overmorgen. Consumentengedrag in de jaren negentig' van Faith Popcorn (echt waar) een bestseller (1992). Adverteerders gingen over op 'knus'.

Beleven en vermaak gaan samen: en zo werden koopboulevards tot plekken voor een dagje uit. Tracy Metz scheef daar in 2002 een interessant boek over: 'Pret! Leisure en landschap'. Toen moesten we met veel plezier ontspanning zoeken in wat de vrijetijdsindustrie ons voorschotelde in grote 'malls' en outlets. De ballenbak van IKEA was het begin. 'The Disneyzation of Society', noemde Alan Bryman in 2004 de kermis die ontstond in de koopcentra, de kunstmatige en afgeschermde wereld tussen vier muren. Beetje nep dus.

Vervolgens kwam de authenticiteit als kwaliteitsmerk. Als ik nu bij mijn slager sta, weet ik waar het weidevlees in de vitrine vandaan komt. Uit Cromvoirt, van het veld, precies tegenover de aspergeboer waar ik zelf het zojuist gestoken 'witte goud' heb gekocht. Uiteraard past authenticiteit ook weer in een internationale ontwikkeling, beschreven door Gilmore en Pine in 'Authenticiteit' (2008). We willen echtheid. We willen weten wie wat maakt en wat er in zit. Echtheid. Een variant op 'volgens oma's recept'. In die tijd las ik in de Spaanse Extremadura waar donkere varkens steeneikeltjes eten: 'De la dehesa a su mesa': recht van het grasveld op uw tafel. 

Staan we inmiddels ver af van de 'statuszoekers' van toen? Niet als het gaat om het communiceren van wat ons onderscheidt van de rest. Tegelijkertijd wordt die eigenheid niet of niet meer alleen in financiële slagkracht gezocht. Het gaat nu om het etaleren van het individuele vermogen om ons leven zelf te creëren 'helemaal zoals wij dat willen'. Marketing en reclame slagen erin ons te doen geloven dat we dat kunnen. Telefoonabonnementen, pc-gebruik etc. op momenten, plekken en variërend in tijdsduur, kleur en geur helemaal zoals 'jij dat wil'. En daar moeten we vooral van genieten, die verplichting was ik nog bijna vergeten. Genieten, 'helemaal zoals ik dat wil'.

We geloven anno 2017 in de maakbaarheid van ons eigen leven door onszelf. Dingen die we doen en om ons heen verzamelen, moeten uitdrukken wie we 'eigenlijk' zijn. Zo gek krijgen de boodschappen ons die we overal oppikken. Wat onveranderd lijkt, is de verblindende verleiding om met elke trend mee te gaan. Een garantie voor het voortbestaan van het koppel consumptie en winstmaximalisatie.