dinsdag 23 april 2013

De zwarte spiegel


Na een flinke poos Spanje bezoek ik thuis weer de boekwinkel. ‘De laatste middagen met Teresa’ van Juan Marsé is net uit. Het origineel dateert van zo’n vijftig jaar terug. Prachtige foto op de omslag. Zou ik zó in willen stappen. Jésus Carrasco ‘De Vlucht’. Een debuut en ook pas vertaald. Beide werken lijken zo een-twee-drie te ontbreken. Wellicht weinig courante uitgaven in onze stad? Wel word ik gewezen op een stapel met ‘De zwarte spiegel’ van Alfonso Domingo. Ingeklemd tussen andere literaire thrillers. Dit genre is wel degelijk courant hier. En dan speelt het verhaal zich ook nog ’s gedeeltelijk in Den Bosch af, ook nog ook nog. Op onze salontafel ligt de Spaanse editie: ‘El espejo negro’

Bij de aanloop tot dit werk mocht ik een stukje meelopen. Ook letterlijk. Toen de auteur vijf jaar geleden met de voorbereidingen begon, legde hij via een Madrileense relatie contact met me. We ontmoetten elkaar bij het Jheronimus Bosch Art Center. Niet zonder reden hier plek, want het verhaal dat hij in zijn hoofd had, zou gedragen worden door Jeroen Bosch en één van zijn werken. Tijdens die kennismaking in Den Bosch, gevolgd door e-mails over en weer plus ontmoetingen in Madrid werden de contouren van de intrige duidelijk.

Domingo heeft op het moment dat ik hem leer kennen een carrière afgesloten als oorlogscorrespondent; een pittig bestaan. Inmiddels in minder turbulent vaarwater maakt hij films en boeken over de ondergrondse tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939).

Het werk over of met de Bossche schilder, moet een paar interesses van de documentairemaker-schrijver bij elkaar brengen. Een man die de Burgeroorlog weet te ontvluchten komt in Amsterdam terecht waar hij betrokken raakt bij het verzet. Eenmaal gearresteerd gaat hij op transport naar Concentratiekamp Vught, vlak bij de geboortestad van zijn geliefde schilder Bosch. Na de oorlog ziet hij een werk van Jeroen Bosch dat later verdwenen blijkt. Een zoektocht begint. Met deze gegevens krijgt het mysterie rond het al dan niet bestaande schilderij verschillende lagen.

Na het bezoek aan het Jheronimus Art Center gaan we langs plekken in de binnenstad die - met een ander uiterlijk - bekend waren aan de schilder. Het stadsdeel dat in zijn jeugd door brand verwoest werd, blijkt verhoudingsgewijs erg omvangrijk. Tijdens de rondleiding in Kamp Vught zijn niet veel woorden nodig: Domingo blijkt deel uit te maken van een Europees platform dat deze oorden van gruwel bij de latere generaties in herinnering wil houden.

Voor ‘El espejo negro’ ontvangt Alfonso Domingo in 2011 de ‘Premio Ateneo de Sevilla’. En nu is het werk dus in een Nederlandse vertaling te koop.

vrijdag 12 april 2013

‘Spanjaarden in de stad’


Rond 8 december 2012 was ik enkele dagen in Toledo. Daar stond ik bij de Academia de Infantería voor een publiek van militairen en sprak over de strijd die eind 1585 bij Empel plaatsvond tussen de Spaanse troepen en die van de opstandelingen. De soldaten van de koning behaalden uiteindelijk een nipte overwinning. Die dankten zij volgens de overlevering aan de tussenkomst van Maria. Dit ‘Wonder van Empel’ heeft ertoe geleid dat Maria Onbevlekte Ontvangenis de patrones werd van de Spaanse Infanterie en van geheel Spanje. En dat werd dus 8 december jl. gevierd en herdacht.

Tijdens dat bezoek kwamen de ‘Amigos del Camino Español de Los Tercios’ met de suggestie ‘om aan de Bosschenaren iets over de Spaanse tijd te komen vertellen vanuit hun invalshoek’. Om een lang verhaal kort te maken: op zaterdag 25 mei a.s. vindt in het Bossche Stadsarchief de Nederlands-Spaanse studiedag plaats: ‘Spanjaarden in de stad’. Vijf inleiders belichten het thema ‘Beeldvorming in de Tachtigjarige Oorlog’ vanuit Spaans en Nederlands perspectief. Bij dat laatste komt naast de officiële ‘vaderlandse kijk’ ook de Brabantse visie aan bod. Bossche en Brabantse gebeurtenissen uit genoemde periode vormen het uitgangspunt voor het internationale sprekersveld. Onderwerpen zijn: ‘Den Bosch en hulp van boven’, ‘1629: Den Bosch bevrijd of bezet?’, ‘De koning naast God’, ‘Soldaten, leuzen en idealen’.

Beelden die Nederlanders en Spanjaarden hebben over ‘De Spaanse Tijd’ blijken op punten uiteen te lopen. Vaak zijn de verschillen terug te voeren tot de ‘verhalen’ die toentertijd door beide partijen verteld werden. Zo groeiden bijvoorbeeld Willem van Oranje en Alva uit tot helden in de officiële geschiedschrijving in het eigen land, terwijl ze de belichaming van het kwaad werden in het andere kamp. ‘Spanjaarden in de stad’ wil - met concrete Bossche en Brabantse situaties als uitgangspunt - toelichten hoe de beeldvorming, al dan niet opzettelijk, aan Hollandse en Spaanse zijde gevoed werd.


De studiedag vindt plaats op zaterdag 25 mei 2013 van 09.00 tot 15.30 uur, in het Bossche Stadsarchief, Bloemenkamp 50. De presentaties - waarvan twee in het Engels - zijn toegankelijk voor belangstellenden; toegang €15 p.p., lichte lunch inbegrepen. Aanmelding geschiedt via de webwinkel van het Stadsarchief door te klikken (Ctrl + klik) op  http://goo.gl/GieZ9.

Het programma ‘Spanjaarden in de stad’ is als volgt:
- 'Hemelse machten in 1585 en 1629', Harry van den Berselaar; over ‘bemoeienis van boven tijdens de Tachtigjarige Oorlog’.
- '1629 Bezet of bevrijd?' Valentijn Paquay; de Spanjaarden en hun leiders als vijanden, overheersers, bezetters.
- ‘The Spanish Road’/'Soldaten voor Spanje, God en de koning', Juan Vicente Elices Mateos; over de werving, samenstelling en verplaatsing van soldaten die in de Nederlanden vochten.
- '1629 Bevrijd of bezet? Frans van Gaal; de Republikeinen en hun leiders als vijanden, overheersers, bezetters.
- ‘God with us’/'Koning naast God', Fernando Martínez Laínez; over de Spaanse vorst als ‘vanzelfsprekende’ verdediger van Gods rijk op aarde.

zaterdag 6 april 2013

Afzetselke

Het woord 'afzetselke' lag ons moeder in de mond bestorven. Neem nou de vensterbank, vol met kamerplanten, waarvan zij - alsof het raspaarden betrof - de afstamming geheel kon duiden. En zij wist te vertellen dat die-en-die volle en felkleurige geranium ooit begonnen was als petieterig afzetselke dat zij van tante zus-en-zo had meegebracht. Als stekje dus.

In haar potten met sanseveria ontdekte ze constant jonge scheuten. Die mochten een tijdje lang opkomen tot zij ze van de moederplant losscheurde om ze als afzetselke - bij ons thuis of elders - aan een zelfstandig leven te laten beginnen. Een van mijn zusjes, die al een eeuwigheid in Italië woont, doet met haar kamer- en balkonplanten hetzelfde. In die zin is zij dus een echt afzetselke van moeder.

'Ge kunt wel zien van wie gij 'n afzetselke bent', zei ma wanneer zij voor het eerst iemand ontmoette van wie zij (een van) de ouders kende. Zag zij geen gelijkenis, dan leek die persoon net zoveel op de verwekker/verwekster 'as m'n kont op 'n kùmmeke soep'. 'Onechte' kinderen-van-koninklijken-bloede waren ook afzetselkes. In haar keuze van dat woord binnen die context vond ik altijd iets doorklinken wat het midden hield tussen vergoelijking en minachting. Zo zou zij zeker ook gesproken hebben over 'de jong' van prins Albert van Monaco, die de teller voor afzetselkes inmiddels op drie heeft staan.

In onze familie komt een aantal voornamen frequent voor. Om verwarring tegen te gaan, worden respectievelijke afzetselkes voorzien van een onderscheidend predicaat. Binnen moeders tak ben ik Harry van tante Riek, ter onderscheiding van Harry van ome Jan, Harry van ome Louis en Harry van ome Harry. Er is ook nog een Harry van tante Toos. Geen volle neef, maar een oom.

En al die afzetselkes zitten in elkaars gezelschap te verklaren van wie ze welke trekjes hebben. Zwaar op de hand zijn, van een glaasje bier houden, veel te vroeg op een afspraak komen: we weten het altemaal precies te traceren. Het gezelschapsspel heet 'Hedde gij dè toch ok'. In sommige gevallen werkt dat zeer opluchtend. Je zult maar opgroeien zonder medespelers om je heen. Voor je het weet, praat je jezelf een afwijking aan. Moet je in therapie.

In de bewoordingen van ma was mijn pa 'n keuleke vuur'. Hij lag nooit met kouwe voeten in bed en dat heb ik dus van hem. Altijd een deken minder nodig dan naast mij. Zelf herken ik tussen mijn hebbelijk- en onhebbelijkheden ook een tweetal neigingen die ik gemakshalve mijn opa in de schoenen schuif. 'Soms slaat het immers een generatie over', heet dat bij ons thuis. Geconstateerde aanvechtingen ervaar ik zelf als 'wel prettig' terwijl ze maatschappelijk gezien discutabel zijn. Wat te doen? Roepen dat ze me zo maar moeten nemen? Da’k daar nou eenmaal mee ‘aangemaakt’ ben? En er niks aan kan doen?

Dat heb je zo met afzetselkes, want die vormen een voortzetting. Gelukkig wel met de mogelijkheid - al is deze slechts marginaal - om binnen die voortgaande lijn een eigen wending aan te brengen. Niet helemaal voorbestemd en geprogrammeerd dus door brein, genen of ervaring. Gewoon maar doen, als ik dat wil proberen. Al lijken geraniums en sanseverias steeds weer op geraniums en sanseverias, ik kan die van mij op zijn minst ook in de zon zetten.

dinsdag 2 april 2013

La Orotava, historisch centrum

Na een wandeling op woensdagmorgen 27 maart 2013 vanaf Aguamansa in de Vallei van Orotava naar La Florida, loop ik rond 13.00 uur meteen door naar La Orotava. Veel bezienswaardigheden i.c. historisch stedenschoon kent Tenerife niet. Wat er is, dat concentreert zich in het noorden: San Crístobal de la Laguna, Garachico en precies in het midden daarvan: La Orotava. Daar ben ik nog niet geweest.

Als ik volgende week weer thuis ben, zal - net als na de voorgaande verblijven op dit eiland - Juan Morán Barbero me beslist vragen of ik La Orotava nu eindelijk bezocht heb. Vlak voor mijn vertrek zei hij me nog dat ik dit niet moest nalaten, want de stad zou erg mooi zijn. Juans oom David Morán heeft er jaren als priester gewerkt. Eerder zei ik: 'Volgende keer'. Aangezien ik zondag a.s. naar huis vlieg en nu ik 'toch in de buurt ben', loop ik als gezegd meteen door.

Morgen is het Witte Donderdag. In de straten staan borden met een parkeerverbod voor de tijd waarop morgen de processie met de Broederschappen door het oude centrum zal trekken. Onder vensters zijn rode doeken gehangen. De 'Hermandades' zullen beelden met de Lijdende Christus door de La Orotava torsen. De mannen gaan gekleed in pijen; met de puntkappen op hun hoofd doen ze aan de Ku Klux Klan denken. Uiteraard een foute en tegelijkertijd moeilijk weg te poetsen associatie. In Veurne, in een uithoek van de voormalige Spaanse Nederlanden, heeft een vergelijkbaar rituele processie van de Penitenten de tijd overleefd. Aangezien ik hier afhankelik ben van het openbaar vervoer zal ik morgen een processie dichter bij huis gaan zien.

In twee kerken die ik bezoek, staan de attributen al klaar. De baren met de beelden en de 'faroles', de lantaarns met de kaarsen.

Het VVV heeft het de bezoekers gemakkelijk gemaakt met een wandelroute in zoveel talen langs 64 bezienswaardigheden. Ter plekke geven borden tekst en uitleg. In het Spaans. De genummerde plattegrond krijg ik in handen als ik weer op weg ben naar het busstation. ‘Juan, wat ik overgeslagen heb, is voor een volgend bezoek’.

Wat ik gezien heb, vond ik magnifiek. Zoals 'La Casa de los Balcones' en 'El Jardín Victoria'. Als ik zo langs deze getuigen van een rijk verleden loop, gaat door mijn hoofd dat toentertijd - in de 17de en 18de eeuw - er hier zeker ook lieden uit onze landstreken gewoond moeten hebben. Die hadden zich op de Canarische archipel als ‘Spanjolen’ gevestigd voor de verbouw, productie en handel in suikerriet en wijn. De Canarische Eilanden waren in trek bij lieden uit het oude hertogdom Brabant en het graafschap Vlaanderen. En voilá, Casa Monteverde aan Colegio 6 blijkt in 1675 gebouwd door Juan Van Dalle y Espino en zijn vrouw María de Ponte y Molina. De naam Van Dalle is ook bekend op het eiland La Palma. Daar zat ook de familie Monteverde, die in Vlaanderen nog Groenenbergh heette.

De historische binnenstad van La Orotava is prachtig. Zeker in dit stralende licht, tegen de achtergrond van de besneeuwde El Teide. Door de aangename temperatuur, het gefluit van de vogels en de ontspannen sfeer die uitgaat van de wandelaars en de terrasbezoekers, denk ik: lente.

Gek eigenlijk, want al die tijd dat ik op dit eiland ben, bijna elf weken, is het met zo'n 21°C voorjaar. Het zal wel komen door mijn oude beeld van de week voor Pasen dat vol zonneschijn is.

La Orotava, de vallei

Dagelijks staat de Spaanse krant El País bol van de dubbele crisis die het land treft. 'Dubbel', want naast de economische malaise is er ook een reeks schandalen waarin met name aan de huidige rechtse regering gelieerde personen, instellingen en ondernemingen aan zelfverrijking hebben gedaan. Diezelfde krant liet afgelopen weekend ook een tegengeluid horen in de vorm van een extra bijlage 'El País Semanal Extra' getiteld 'España en positivo'. Met onderwerpen die 's lands waardevolheid aantonen in 'een tijd dat de natie beeft'.

17 sterke punten passeren de revue, waaronder toerisme. Zowat 59 miljoen buitenlandse toeristen kwamen in 2012 over de vloer. Hiermee is het land in de wereld vakantiebestemming nr. 1. En die lui kwamen echt niet alleen voor de zon, het strand en de zee, weten de deskundigen. Cultuur en natuur krijgen steeds meer aandacht. En laat van Spanjes 14 nationale parken dat van El Teide - hier op het eiland Tenerife - nou net het grootse aantal bezoekers trekken: 2,5 miljoen in 2012. Daar was ik er eentje van. En ook voor het huidige jaar ben ik geturfd.

Spanjes hoogste berg vormt ook op woensdag 27 maart 2013 het decor als ik de wandeling begin van Aguamansa richting La Orotava. Voor dat uitzicht heb ik zowat drie uur vanaf Los Gigantes in de streekbus gezeten en het loont de moeite. Al is het maar voor kort, want op 1.070 meter onttrekken wolken vanuit zee als snel de opnieuw besneeuwde kruin aan het zicht.

Aguamansa ligt aan de weg die naar El Teide leidt. Grotendeels voert die verbinding door het dal van Orotava dat 11 km lang is. Door de noordelijke en daarmee relatief regenrijke ligging is het een groen geheel. Op de hogere en steile stukken staat bos, waarvan - en soms zijn ze reusachtig - dennenbomen de hoofdmoot vormen. Het lagere en iets weidsere part is boerenland. Dus gehuchten en dorpjes met terrassen waarop vooral aardappels en druiven verbouwd worden. Ook staan er fruitbomen. Ik blijf het verrassend vinden dat de sinaasappelboompjes tegelijkertijd in bloei staan én vrucht dragen. Het zal niet lang meer duren of de piepers kunnen geoogst worden. De druiven zijn al zo ver, dat minitrosjes zichtbaar zijn. Ik denk aan de oude stok in mijn tuin: bij het huidige weer is dat nog een dood stuk hout.

Tijdens de afdaling valt het op dat op de meeste percelen de druivenstokken met een soort kabelsteek tot lange tressen uitgesponnen zijn. Er wordt druk gewerkt in de wijngaarden. Overal is wijn te koop en zowat elke wijnboer heeft op zijn land een opgekalefaterde oude lavastenen hut met rieten dak staan. Of het riet is, weet ik niet zeker; het lijkt er in elk geval sterk op.

Ik vind het mooi hier. Stil ook, op het gefluit van de vogels na. 'Ruraal', om een woord te lenen van juffrouw Verwey, de classica in Oek de Jongs 'Pier en Oceaan, 2' dat ik net gisterenavond uitgelezen heb. En op zichtafstand aan de kust bevindt zich Puerto de la Cruz, de klassieke badplaats.

Voorbij het plaatsje La Florida graast een kudde geiten. De beesten vreten zelfs cactusachtige begroeiing kaal. Ik maak een praatje met de herder die op zijn 150 beesten past. De melk gaat naar de fabriek waar ze tot kaas verwerkt wordt, vaak samen met koemelk.

Sterker kan de grens niet zijn: twintig meter na de herder met zijn geiten begint de 'urbanización Humboldt', met langs de grote weg een specialist in vleeswaren, anno 1888 zo ongeveer en met een Duitse naam. Om de veertien dagen is er ook de Duitse krant van Tenerife te koop. Tijd om door te lopen naar de stad La Orotava die over een mooie historische kern moet beschikken. 'Spaans', welteverstaan.

En op weg daarheen, komt de zon weer door, verdwijnen de wolken en glorieert opnieuw het machtige massief van El Teide.

maandag 1 april 2013

Spaanse Paas

Al weken vult hier de Semana Santa, de Goede Week, de pagina's van El País. En wel met advertenties en tips voor een leuke voorjaarsvakantie. Ook Nederland blijkt als bestemming in beide categorieën aanwezig. Touroperators propageren bijvoorbeeld Amsterdam: vliegen plus hotel voor een redelijke prijs. Goedkoper kan het als je de tips volgt: vliegen met Ryanair of Vueling naar Rotterdam. Hoe moet dat met dit weer bij Keukenhof.

Spanjaarden vliegen in de periode ook van het vasteland naar de Canarische Eilanden. Ze strijken or meer neer in de appartementen rondom mijn tijdelijke onderkomen. In Los Gigantes weten ze zelfs de Britse hegemonie te doorbreken.

Bekend zijn de vieringen die de katholieke kerk in de Goede Week houdt. Met processies waarin op Witte Donderdag en Goede Vrijdag beelden van Maria, de Lijdende en de Verrezen Christus rondgaan door de parochies. Vaak gedragen door hermandades, broederschappen, waarvan de vertegenwoordigers opvallende puntkappen over hun hoofd hebben. Dat laatste zal op donderdag het geval zijn in La Orotava. Op een uur dat ik met het openbaar vervoer niet meer thuis kan komen.

Daarom bezoek ik s avonds de bescheiden processie van Puerto de Santiago. In twintig minuten loop ik naar de wat verborgen parochiekerk. Na de voetwassing en de H. Mis worden de eerdergenoemde afbeeldingen op karretjes naar buiten gerold. Mannen en vrouwen zorgen ervoor dat ze in de steile straatjes hun weg omhoog of omlaag vinden. Er zijn ook vaandels. De harmonie gaat vooraf.

Het hogere gedeelte van Puerto de Santiago vormt een overwegend Spaanse wijk, met een wirwar van straatjes tot aan het kleine haventje. Aan weerszijden staan hotels, appartementen, restaurants en winkeltjes. De processie beperkt zich tot de Spaanse hoek. Ik tel drie à vier toeristen onder de aanwezigen. Er is sprake van soort apartheid. Daar waar de politie het verkeer op de doorgaande kustweg tegenhoudt, kan het contrast tussen de autochtone cultuur en die van de vakantievierders niet groter zijn.

De volgende dag luier ik in l'Oasis, een zwembad boven de golven van de oceaan. Een aangename plek, met een dito restaurant. Normaal wordt deze gelegenheid bevolkt door Engelsen die er zelfs terecht kunnen op een onvervalste bowling green. Deze dagen - de badjan had het al voorspeld - zijn de Spaanse gezinnen in de meerderheid. De lucht is blauw, het uitzicht op de kliffen en branding imponerend en de temperatuur gaat richting 24ºC. En zondagmorgen ga ik met het vliegtuig naar huis. Voor die tijd staan mijn iPhone en laptop bol van recente sneeuwopnames, toegestuurd door familie en vrienden. Vaak met daaraan toegevoegd het verzoek of ik vooral de warmte wil meenemen. Ik doe mijn best.