woensdag 9 juni 2021

P.S. (Het sleutelgat)

De rubriek in de Bossche Omroep 'Onder de Boschboom' houdt na 19 jaar op te bestaan. Een aantal auteurs schrijft vanaf 15 mei verder op www.knillispoort.nl. Hierbij mijn bijdrage van 7 juni 2021

Het zijn gouden tijden voor de complotdenkers. Met natuurlijk als meest populaire vraag: ‘Wie zit achter die vermaledijde pandemie?’ Of het ontstaan nu op een markt of in een lab lag, blijkt onbelangrijk. Het gaat er de ‘wappies’ om wie het longvirus, met welke bedoelingen, als een elfde Egyptische Plaag over de wereld stuurt. De meest bizarre hersenspinsels vormen het antwoord.


Voedingsbodems zat, zei criminoloog Peter Klerkx eind mei. Zo zouden wetenschap, media en de regering niet langer betrouwbaar geacht worden. En dan is een dikke stok om de gemene hond te slaan, rap gevonden. Zeker met een centrale overheid die er toch al een potje van heeft gemaakt: de hele club is niet voor niks demissionair. Het kabinet is gesmoord in zijn smerige achterkamertjespolitiek! (Dat laatste heet sinds kort met een eufemisme: de Ruttedoctrine.) Nee, wie wil, heeft argumenten genoeg om zich te keren tegen alles wat nu redelijk lijkt.

Overigens: niemand die met deze kritiek ‘enen bal’ opschiet. 


Nu is achterkamertjespolitiek ‘van z’n eige’ ook niet erg vertrouwenwekkend. Opmerkelijk is dat deze praktijk, die bijdroeg aan de afgang van het kabinet, nog steeds gewild lijkt bij het Bossche B&W. Zo doet dat lokale bestuur er alles aan om de demissionaire influencers te volgen én te overtreffen in het nemen van bepaalde besluiten achter gesloten deuren. Zo wordt zelfs stopverf in het sleutelgat gestopt als de financiën van het nieuwe cultuurpaleis op de agenda staan. Daar mogen wij burgers niks van weten. Noch over zeggen. Uitvoerend wethouder Huib van Olden heeft ‘peur’. Hij zegt dat ie bang is dat het dossier ‘concurrentiegevoelige info bevat die gemeente en burgers kan schaden’. Wat dat mistige georakel betekent, weten alleen zijn directe collega’s. Die hebben een kopie. Kennelijk zien zij niks geks in dit ‘mondje-dicht’.

Of spelen zij soms een ander spel? Wie weet. 


Laten we eens even een oefening doen. Een filosofisch gedachte-experiment. Mijn hypothese daarbij houdt in dat burgemeester en collega-wethouders inmiddels inzien dat het kronkelige pad naar de cultuurtempel alleen tot bestuurlijke treurnis kan leiden. Daaraan willen ze hun vingers niet branden; ze kennen de werking van de afrekencultuur. 


De nieuwbouwplannen liepen al voor het aantreden van Mikkers, Van der Geld, Kâhya en Geers. Routinier Jan Hoskam is gepokt en gemazeld en hij weet hoe de bestuurlijke hazen lopen. Daarom is het in mijn scenario juist deze consciëntieuze boekhouder van de gemeentekas die het nu te gortig geworden is. In het theaterstuk voor zes heren acht ik hem goed voor de volgende zin (toen Van Olden elders met de aannemer overlegde over vertragingsvergoeding): ‘Mannen, dit gedoe moeten we een halt toeroepen’. 


De anderen zie ik aarzelend knikken en ik hoor iemand iets roepen over ‘collegiale opstelling’. Vervolgens vervallen ze in een vermoeid zwijgen. Tot de opmerking: ‘Als we’m nou ‘s gewoon z’n gang laten gaan. Dan houdt het op enig moment vanzelf op’. 


De eerste die bedachtzaam ja knikt, is Mike van der Geld. Onze wethouder Cultuur is stiekemkes wat blij dat de nieuwbouw van het theater toentertijd als vanzelfsprekend meeverhuisde naar het nieuwe pakket van zijn voorganger Van Olden. 

De anderen volgen Mike in stilte. Mannen vinden elkaar zonder woorden. 


De heren van B&W laten Huib in zijn eigen bubbel doormodderen. Ondertussen zal Van Olden als volger van de Ruttedoctrine, zelfs zijn directe collega’s mondjesmaat op de hoogte houden. Tot hij zich tenslotte helemaal vastdraait. Triest dat het zo moet gaan. 


Tot zover mijn gedachte-experiment. (Of is het inmiddels toch het een complottheorie geworden?)


P.S. 

Vandaag las ik dat een van de bezwaarmakers op wie de wethouder onlangs de recent opgelopen kostenverhogende bouwvertraging afschoof, dreigt met een proces wegens smaad. Van Olden kan dit alleen voorkomen door in het openbaar met zijn verdachtmakerij te stoppen. 


Ben benieuwd naar het vervolg. 

zondag 16 mei 2021

De rubriek in de Bossche Omroep 'Onder de Boschboom' houdt na 19 jaar op te bestaan. Een aantal auteurs schrijft verder op www.knillispoort.nl. Hierbij mijn bijdrage van 15 mei 2021

Niet gepland

 Zo’n 25 jaar terug kregen we ineens een brief van de gemeente: er zou een nachtopvang voor drugsverslaafden in onze wijk komen. Dit bericht werd midden in de zomervakantie gedropt; een tactische zet. Over dat moment was tijdens brainstormsessies ‘lang en diep nagedacht’. Want wanneer immers iedereen oeverloos lui voor de familietent op de camping in Renesse of Rimini zou liggen, moest Den Bosch wel ver weg zijn. Dan sta je niet op van je felkleurige badlaken om als burger te protesteren. 

 

Mispoes. Na ons stadsdeel werd het volgende benaderd. En toen nog een. Elke gemeentelijke zet riep de nodige weerstand op. Ik heb daar een kwart eeuw later nog ‘actieve herinneringen’ aan.  Mocht een ‘seniorenmomentje’ plagend voorbijkomen, dan staat hier altijd nog een uitpuilende archiefmap. 

 

In Den Bosch staan de nodige gevulde archiefmappen. Of het nu om de inrichting van een dag- of nachtopvang gaat, de aanleg van een extra spoorbaan, het kappen van een rij platanen of de bouw van een theater: overheidsvoornemens kunnen rekenen op reacties van betrokken burgers. Deze mogelijkheid tot ‘tegenmacht’ is bij wet geregeld. Al heel lang. Ook niet-juristen weten dat; die leggen bovendien hun ervaring op hardcopy of digitaal vast. 

 

Ik viel dus van mijn stoel toen ik op 30 april het volgende citaat in het BD las. Het was opgetekend uit de mond van mr. Huib van Olden, onze projectwethouder nieuwbouw theater. Het was zijn commentaar op de vertraging die ontstaan was doordat omwonenden gebruik hadden gemaakt van hun recht op bezwaar. Dat had tijd gekost. En daarmee overheidscenten. Dat dit zich zou kunnen voordoen, had onze bestuurder niet in de planning opgenomen. ‘Het is hoogst ongebruikelijk om dat te doen’, liet hij optekenen. 

 

‘Leeft zo’n man onder een steen?’, dacht ik. Of poëtischer: ‘in een parallel universum?’ Eentje zonder archief?

 

Niet ingepland? Toentertijd soms gezakt voor het tentamen Inspraak? Of is hij de afgelopen jaren ongevoelig geworden voor het tegengeluid van het volk? Afgestompt? Olifantshuid? 

 

Gelukkig valt aan dat laatste wat te doen. Sinds kort bestaat de mogelijkheid om ‘gesensibiliseerd’ te worden. Een uiterst populaire therapie om ontvankelijker te worden voor signalen uit je omgeving. Van Olden zou hiervoor zijn partijgenoot Hoekstra eens kunnen bellen. ‘Een vriendendienst, amice’. Wopke kan als zelfbenoemd ‘masseur van de geest’ inmiddels bogen op de nodige bewezen praktijkervaring. ‘Beter presteren? Laat je ‘s lekker sensibiliseren’. 

 

Genoeg grappen. Het is zorgwekkend dat een bestuurder een mogelijke ‘bouwvertragende’ activiteit niet voorziet en vervolgens de kostenverhoging op het conto zet van burgers die gebruikmaken van hun wettelijk recht. Ongekend sneu. En tragisch voor de stad. 

 

Wordt ongetwijfeld vervolgd.


https://www.knillispoort.nl/columns/

zaterdag 17 april 2021

Lusten

Deze tekst is op 5 maart als column verschenen in de Bossche Omroep, rubriek 'Onder de Boschboom'.

Over de herkomst van de flamenco is in Spanje zeer diep nagedacht. Maar er bestaat ook een theorie uit Leuven! Die suggereert de navelstreng met Den Bosch. ‘Si non è vero, è ben trovato’, zouden mijn Italiaanse neefjes jaloers roepen: ‘Zo het niet waar is, dan is het leuk verzonnen’. Zou ik ook zeggen als ik geen kaaskop, maar een spaghetti-vreter was. In de 16e eeuw noemden de Spanjaarden al die kaaskoppen gemakshalve ‘flamencos’, Vlamingen. Da’s net zoiets als men nu alle Nederlanders vaak ‘Hollanders’ noemt.

Toentertijd maakte onze stad – ‘Bolduque’ in het Spaans – magnifieke messen. Dat excellente product kreeg de naam ‘bolduque’ of ‘belduque’ en het groeide uit tot een begeerd object. Als Spanjolen uit het leger van koning Filips II, III, IV hier in leven wisten te blijven (volgens Geoffrey Parker stierven ze in onze contreien met bosjes) en zich uiteindelijk niet in Brabant vestigden, maar terugkeerden naar Spanje, dan werden zij daar ook ’flamencos’ genoemd. Omdat die lieden een beetje uit het lood waren geraakt en zich thuis ontworteld gedroegen, werd mede daarom ‘flamenco’ een scheldwoord.

De ‘Leuvense’ theorie vertelt dat de uit de Nederlanden teruggekeerde ‘pensionistas’ zich thuis regelmatig overgaven aan meeslepende vormen van zang en dans. Geïnspireerd door de treurnis en verschrikkingen van het slagveld, wisten zij een opvallend muzikaal genre te ontwikkelen. Op de dansvloer droegen zij met trots hun (vaak enige) kostbaarheid: de Bossche ‘belduque’. Zo’n ‘cuchillo flamenco’, zo’n ‘Vlaams mes’ uit die verre Brabantse stad, liep in het oog. De aanwezigheid van deze aandachttrekkende voorwerp groeide uit tot een onderscheidend kenmerk en dat leidde tot de benaming ‘de dans van de dragers van het Vlaamse mes’. Een lange omschrijving voor deze wervelende expressie, zodat de naam al snel ingedikt werd tot ‘flamenco’. Een curieus verhaal? Beslist. Maar onzinnig? Niemand weet nog zeker welke flamencotheorie de ware is. Bovendien versterkt dit messcherpe relaas de band tussen onze stad en het voormalige moederland, waar nog steeds de mooiste werken van Jheronimus Bosch hangen.

Stel dat u post-Covid Madrid bezoekt. Ga dan na uw trektocht door het Prado naar de ‘cervecería’ aan de Plaza de Santa Ana 9, waar de uitbaters sinds 1986 hun eigen donkere bier brouwen. Die gelegenheid heet ‘Naturbier’, en met één u’tje erbij, bent u weer helemaal thuis. ‘Kijk’, zegt u dan aan de bar, ‘dit soort bier maken wij dus ook. Maar er is meer wat ons bindt …’, waarna natuurlijk dat mes op tafel komt.

Na afloop gaat het gezelschap uitbundig dansend naar buiten: Den Bosch, de moeder der flamenco! Die wetenschap kan de verblijfplaats van ‘De Tuin der Lusten’ toch niet onthouden worden?