vrijdag 29 december 2017

Stapzeker

Het is niet iets waarnaar ik vol spanning uitkijk: de grens. Niet die tussen mijn land en België: die passeerde ik als kind al. En als ik na afloop ‘s avonds aan tafel de verhalen van mijn vader mocht geloven, dan hadden we het er weer goed vanaf gebracht. Complimenten aan de chauffeur, tevens de baas van mijn pa.

Zo af en toe mocht ik meerijden als beide heren zich voor zaken vrijwillig op Europa’s gevaarlijkste wegen begaven. En wat voor wegen: ze liepen over heuvels en kenden bij tijden drie rijstroken, waarbij het exemplaar in het midden een soort niemandsland was. Daar heerste het recht van de sterkste. Natuurlijk had mijn pa’s baas een imponerende auto: al het tegemoetkomend verkeer ging snel van de risicovolle inhaalbaan en wij kwamen steeds levend thuis.

De grens waar ik niet naar uitkijk ..., nou als je daar eenmaal overheen gaat, dan kom je niet meer levend thuis. Niet dezelfde dag nog, het kan nog jaren duren. Een ding is zeker: zelfs de sterkste auto en de beste chauffeur zijn hiertegen niet opgewassen. 

Rob de Nijs heeft op de grens waarachter aftakeling en dood regeren, wat bedacht: ‘75 is de nieuwe 55’, zei hij deze week rond zijn verjaardag. In die zin ben ik met mijn pas verworven 70 ergens tussen de 53 en de 54. Grensverleggend, Robbie. Niet grensvermijdend.

Rob werd op zijn 69ste weer vader. Zoiets haalt de pers en komt automatisch op de pagina waar ook de prestaties staan van de Friese langebaanschaatsers. Wanneer een gepensioneerde ambtenaar op zijn 69ste nog promoveert op een onderzoek naar ‘de positieve beïnvloeding van de cellulaire werking bij reumaleiders’, wordt er wat meewarig geknikt. Want wat weet zo’n ouwe nou helemaal. En dan nog op de middenstrook gaan rijden ook nog, ook nog.

Zo’n dissertatie zou ik stuklezen, want ik heb reuma. En twee gehoorapparaten. Ben afgelopen vier jaar drie keer geopereerd aan oog, knie en lies. Reparabel, dat nog wel. Sinds vijftien jaar sta ik onder controle bij de huidarts voor wat heet ‘basaal celcarcinoom’: tot nog toe ook reparabel. Tinnitus, da’s waar ook: niks aan te doen. Misschien laat ik nog wat dingen achterwege (cholesterol bijvoorbeeld), want ik word vergeetachtig. Nou ja, van vroeger weet ik alles nog.

Zit ik te klagen? In elk geval over de reuma. Die verkleint de functie van handen en voeten. Gelukkig heb ik bij wandelingen op steile bergpaden nog steeds een ‘stapzekere tred’, zoals dat bij de voorwaarden voor bepaalde routes staat aangegeven. De solide tred, hoe lang blijft deze? Ook op een vlakke stoep.

Ik weet nog dat mijn pa zei: ‘Ik heb de fiets weggedaan’. Ik dacht op dat moment: hij is de grens gepasseerd. Overigens liep hij toen nog als een kievit. Stapzeker. En voor de tweede keer weduwnaar ging hij daarna vol energie een nieuwe relatie aan. ‘Hou het dit keer maar op een ‘lat’, pa’, adviseerde ik hem op de vaste dinsdagavond na de tweede jonge klare.

Hij werd 87 jaar. Zijn vader 95. Ook daaruit valt weinig stapzekers af te leiden.

zondag 24 december 2017

President Brabo I

Het oogt als een ver-van-mijn-bed-show: de miskende Catalaanse ‘president’ die vanuit Brussel een vrije toegang claimt tot Spanje waar hem een gevangenisstraf boven het hoofd hangt van maximaal 30 jaar. Toch hebben we hier te maken met het optreden dat niet typisch Spaans is. De door hem gevolgde aanpak past geheel in het huidige tijdperk van ‘post-truth’, ‘de waarheid voorbij’. Ook Nederland kent dit soort illusionisten dan wel mind-fuckers. Wat te denken van wat recente akkefietjes rond Camiel Eurlings en Alexander Pechtold?

Kort door de bocht: Carles Puigdemont organiseerde eerder dit jaar op eigen houtje een verkiezing waarin het volk van de regio Catalonië hem uitriep tot president. Stel je voor dat Commissaris van de Koning Wim van de Donk dit in zijn Brabant deed. Nou ja, mijn stem kreeg ie, want als Bosschenaar heb ik het stenen geheugen van Asterix en Obelix, hoewel ik niet verder terug hoef te gaan dan 1629. Uiteraard is dit voorbeeld alleen bedoeld als gedachte-experiment. Mark Rutte zou zeggen: ‘Wim, chèr ami, dit kan ech nie’, waarna hij hem in de boeien liet slaan.

Van de Donk vlucht echter naar Kopenhagen. Waarom juist die stad, weet niemand. En van daaruit noemt hij Rutte een potentaat en bruinhemd. En als dan diezelfde premier-van-heel-Nederland een officiële stemming in dat separatistische Brabant organiseert, wint de provinciale afdeling van een landelijke partij, bijvoorbeeld D’66. Dat komt Rutte goed uit, waarnad de verdeelsleutel vervolgens roet in het eten gooit. De stemmen van het platteland wegen namelijk iets zwaarder, en de ‘verdreven’ - want dat beeld is inmiddels gaan leven - president Brabo I Van de Donk komt op de troon.

Dat gaat niet lukken, want bij thuiskomst zou hij beslist de lik in gaan voor eerder begane staatsondermijnende handelingen. Waarbij ook nog de vraag is, met welk geld hij toen die ‘eigen’ stemming (kosten €500.000) gefinancierd heeft. Dus nodigt hij Rutte uit voor een gesprek aan de voet van het beeld van Hans Andersen, net zoals Brabo I een groot sprookjesverteller.

Ondertussen zitten duzenden getrouwen die allemaal wel een ver jaartal in hun kop hebben zitten, bezuiden de Maas te wachten op de komst van Brabo I. Niet iedereen doet dat overigens en die lui ga ik gemakshalve verraders noemen. Ik doe dat in mijn verfijnde lokale dialect, want AN weiger ik langer te spreken. En in een mum raakt Brabant tot op het bot verdeeld. De haatgrens splitst families, vriendengroepen, carnavalsclubs, biljart- en andere vrijetijdsverenigingen. De hoofdkantoren van Jumbo en Mars verhuizen van Veghel (nota bene de geboorteplaats van Brabo I) naar Kerkdriel, Gelderland, waar rust en evenwicht heersen. De ‘Philips Campus’ gaat met al zijn Willy Wortels van Eindhoven richting het Zilverstrand in Lommel (B) en Heineken sluit zijn vestiging in Den Bosch om de productie nu echt te concentreren in de buurt van Den Haag (nota bene de geboorteplaats van Rutte). Ondertussen roept Brabo I vanuit de stad waar de bronzen zeemeermin winterhard zit te zijn, dat de telefoon bij hem roodgloeiend in zijn hand ligt omdat talloze grote investeerders in de rij staan om na zijn terugkeer neer te strijken in de Republiek Brabant, waar de inwoners trouwens ook meer zullen gaan verdienen.

Brabo I heeft die twee nep-nieuwtjes overigens afgekeken van de meester ‘fake news’ zelve, Donald T. Meepesant noemt hij Rutte een onveranderd onverantwoordelijk optredende despoot die een democratisch gekozen president tot ballingschap blijft dwingen. Zo ga je toch niet om met de wil van een volk?


Horen Lex Pechtold en Miel Eurlings thuis in bovenstaand verhaal? De eerste vindt het cadeautjesregister niet op hem van toepassing (en mag dus aanblijven) terwijl Camiel ‘ochèrm’ Eurlings toch echt een Bewijs van Goed Gedrag kan laten zien (en daarom dus ook mag aanblijven). Beide kwesties lijken me wat voor tijdens het kerstdiner. Niet meteen, want het samenzijn moet wel vredig beginnen. Als na een uur er stiltes gaan vallen, kan een van de aanwezigen weer sju in het geheel brengen met een ‘Kan iemand mij uitleggen waarom Alexander (of Camiel dus) … ?

Wel oppassen, want voor je het weet vallen families, vriendenkringen of wat er ook aan tafel zit, uiteen. Breng het maar als een ‘gedachte-experiment’.

donderdag 14 december 2017

Laf?

‘Die Carles Puigdemont blaft als een laffe hond’, dacht ik vanmorgen. Buiten dat het rijmt, blijft het natuurlijk een onaardige gedachte. Me aanhouden voor het beledigen van een staatshoofd, zullen ze niet doen, want als staat bestaat Catalonië niet. In elk geval nóg niet.

En ondertussen zit de ‘democratisch’ gekozen ex-president van de republiek bij onze zuiderburen. België: ook een bedachte staat, waarvoor ze na de geslaagde opstand van 1830 in de verste verte niet aan een president dachten! Het moest een koning worden en die werd uit Duitsland aangetrokken. Zoals we in Nederland al vele Oranje-generaties weten, is dat land een geslaagd uitzendbureau voor werkzoekende edellieden.

Als het aan Bart De Wever ligt, burgemeester van Antwerpen en drager van het ‘afscheidingsvirus’ zoals zijn vriend Puigdemont, komt er op termijn ook een ‘vrijstaat Vlaanderen’. Buiten de EU, en buiten de euro, dat dan weer wel. Eens kijken hoe snel rond die tijd de Nederlanders die nu vlak over de grens wonen, een enkeltje Noord nemen.

Puigdemont dus, een man die de zielige jongen uithangt: het ligt allemaal aan Madrid. Die slachtofferrol zit hem als gegoten. Zijn klaaglitanie vol halve waarheden gaat er in als koek tijdens dit ‘post-truth’-tijdperk. En met hem voelt bijna de helft van zijn volk zich slachtoffer, want niet gekend, erkend noch gewaardeerd. Verongelijkt dus, een breed gedragen gevoel, ook in Nederland. Adriaan van Dis noemde het laatst nog in het Rosmalense Perron 3 ‘De mensen zijn boos’. Nee, ze zijn verongelijkt, en dan heb je alle reden om te zeiken en te kankeren op wat ‘ze’ (lees: m.n. overheid, bedrijfsleven) voortdurend verkeerd doen.
Wij Nederlanders zijn langzamerhand van een gelovige natie van frisse dijkenbouwers veranderd in een verzuurd volk van ‘ja maar’pietlutten: verongelijkt niet erkend, gekend noch gewaardeerd.

Terug naar Puigdemont: hij speelt de tol van verongelijkte en gemangelde burger niet in een donker bovenzaaltje: hij staat in de spotlights op een Europees toneel. De man laat er zelfs bussen vol Catalaanse mede-verongelijkten voor naar Brussel komen. Gratis figuranten in een augurkenoperette.

Laat je niks wijsmaken. Deze week is door het Spaanse OM een onderzoek gestart naar de handel en wandel de afgelopen vijf jaar van de Catalaanse separatisten. Nu al tekent zich af dat er sprake is van een gezamenlijke opzet van alle op afscheiding gerichte politieke partijen. Kartelvorming heet dat, als bedrijven zoiets flikken. En da’s verboden. 

Puigdemont zit in Brussel de zieligerd uit te hangen. Hij en de zijnen hebben wel even minimaal een half miljoen euro uit de algemene middelen gebruikt om reclame te maken voor het recente referendum. Verder zijn er in die periode voor die volksraadpleging overheidsinvesteringen in onderwijs, infrastructuur en gezondheidszorg voor Catalanen niet tot stand gekomen door de relatie met de centrale regering opzettelijk te vertroebelen. Bovendien liep in zijn beoogde republiek het aantal nieuwe ondernemingen in oktober 14,3% terug in vergelijking met dezelfde maand vorig jaar, terwijl er in de rest van Spanje sprake was van een lichte stijging met 1,5%.

Een Vlaamse politica zei bij Puigdemonts aankomst in België ongeveer het volgende: ‘Een gekozen president zou zich beter in de buurt van zijn kiezers ophouden’. Teruggaan? Du moment dat hij in Spanje aankomt, wordt hij gearresteerd. Hij kijkt wel uit. Voorlopig. ‘Want’, zei hij gisteren: ‘Als ik volgende week democratisch gekozen word’ is er geen reden mij in de boeien te slaan’. De bellenblazer.

Over een week zijn er dus verkiezingen in Catalonië. Aan de vooravond daarvan roepen alle op afscheiding gerichte partijen nadrukkelijk dat ze aan de beklemmende omarming van de centrale overheid een einde zullen maken. Weg met het Madrileense juk. Het theater is compleet en velen geloven in de levensvatbaarheid van een eigen republiek.

Een Spaans probleem? In wezen wel. En tegelijkertijd een aanval op verenigd Europa. Voedsel voor alle verongelijkten in ons land die de klok terug willen draaien naar de tijd waarin Brussel ver leek en de gulden met onze vorstin erop nog een daalder waard was.

maandag 11 december 2017

Wie is wit?

Aan de grenzen van het begrip ‘witte mens’ worden de paaltjes verplaatst. Ik weet overigens niet of er ooit een standaarddefinitie is geweest van ‘de witte mens’. Wel hadden wij op de middelbare school in het aardrijkskundeboek een helder hoofdstuk met foto’s van de tinten die de wereld bevolkten. De paragraaf onderscheidde zwart, wit, geel, bruin. Indianen zaten bij geel en Indiërs bij wit. Dat laatste zal 70 jaar later voor sommigen wel raar overkomen. Voor bewoners van het Midden-Oosten bestond er geen aparte categorie: ze waren ook gewoon wit, of wat gangbaarder klonk: blank.
Voor wie met dat kleurboek is opgevoed, klinkt het vreemd dat bijvoorbeeld Turkse of Marokkaanse Nederlanders zich nu kennelijk niet tot de blanke sectie rekenen. Uit die hoek komen opmerkingen in columns aan ‘witte Nederlanders’.

Ik ben dus wit, hoewel ik voorheen ook blank was. Blank gaat over vel, wit gaat over veel meer. Het is een containerbegrip geworden waarin woorden als racistisch, suprematie, vooringenomen, verheven, betweterig en nog een hele ceel grijpklaar bij elkaar liggen. 

Het toeval wil dat ik als blanke man wat donker uitgevallen ben. Als mijn moeder op een zonnige dag de was buitenhing, kwam ze bruin binnen, zeiden wij als kind. Aan een aantal van ons is die snel verkleurende pigmenteigenschap ook doorgegeven. Toen ik 12 was, noemde een buurvrouw mij na terugkeer van de Zuiderplas ’zo bruin als een Turk’. Dat was toen nog een compliment, want zelf had ze met haar lichte huid een week nodig om qua tint enigszins in de buurt te komen van wat ik in een middag ‘verschoot’. Nu zou zo’n omschrijving politiek incorrect zijn. Als ik zomers de vraag krijg waarom ik (al) zo bruin ben, luidt het antwoord ‘Wij zijn voorgebakken’. Waarna ineens een stilte valt, of aarzelend doorgevraagd wordt naar de aanwezigheid van exotische voorouders. Nou ja, mijn migratieachtergrond oogt als een vervaagde tattoo waarin de Schotse, Duitse en Luxemburgse tekening nauwelijks bijzonder te noemen is.

Wie is blank? Mijn Italiaanse familieleden kennen ondertussen een aantal donkere exemplaren. Overigens: als ik daar op bezoek ben, vragen passanten me de weg. In Frankrijk ook. In Spanje, waar ik vaak verblijf, niet. De Arabische aanwezigheid daar - in sommige delen gedurende zeven eeuwen - heeft Noord-Afrika genetisch dichtbij gebracht. Ik val er op als Noord-Europeaan, niet als blanke.

En mijn Indische vrienden en vriendinnen: hoe zit het daar mee? Die zijn blank tot blauw. Dat laatste is natuurlijk een lelijk en racistisch woord dat populair was als scheldwoord in de jaren ‘60. Soms dook het op als geuzennaam, bijvoorbeeld bij de legendarische Blue Diamonds. In de mariniersmess staat trouwens nog regelmatig ‘blauwe hap’ op het menu. Wilders is ook Indisch, en verft zijn haar wit.

Wat te denken van de Syriërs die wij als taalmaatjes begeleiden bij de inburgering? Die zijn net iets meer voorgebakken dan ik.
Voor mij zijn ze blank. Ik zal ze eens vragen of ik in hun ogen wit ben.


Misschien is die vraag wel typerend voor een witte Nederlander. Een witte Nederlander met een zachte ‘g’. Dat dan weer wel. Dat laatste is al zo lang ik me herinner een schot voor open doel voor kleurloze landgenoten.