Het is niet iets waarnaar ik vol spanning uitkijk: de grens.
Niet die tussen mijn land en België: die passeerde ik als kind al. En als ik na
afloop ‘s avonds aan tafel de verhalen van mijn vader mocht geloven, dan hadden
we het er weer goed vanaf gebracht. Complimenten aan de chauffeur, tevens de
baas van mijn pa.
Zo af en toe mocht ik meerijden als beide heren zich voor zaken
vrijwillig op Europa’s gevaarlijkste wegen begaven. En wat voor wegen: ze
liepen over heuvels en kenden bij tijden drie rijstroken, waarbij het exemplaar
in het midden een soort niemandsland was. Daar heerste het recht van de
sterkste. Natuurlijk had mijn pa’s baas een imponerende auto: al het
tegemoetkomend verkeer ging snel van de risicovolle inhaalbaan en wij kwamen
steeds levend thuis.
De grens waar ik niet naar uitkijk ..., nou als je daar eenmaal
overheen gaat, dan kom je niet meer levend thuis. Niet dezelfde dag nog, het
kan nog jaren duren. Een ding is zeker: zelfs de sterkste auto en de beste
chauffeur zijn hiertegen niet opgewassen.
Rob de Nijs heeft op de grens waarachter aftakeling en dood
regeren, wat bedacht: ‘75 is de nieuwe 55’, zei hij deze week rond zijn
verjaardag. In die zin ben ik met mijn pas verworven 70 ergens tussen de 53 en
de 54. Grensverleggend, Robbie. Niet grensvermijdend.
Rob werd op zijn 69ste weer vader. Zoiets haalt de pers en komt
automatisch op de pagina waar ook de prestaties staan van de Friese langebaanschaatsers.
Wanneer een gepensioneerde ambtenaar op zijn 69ste nog promoveert op een
onderzoek naar ‘de positieve beïnvloeding van de cellulaire werking bij
reumaleiders’, wordt er wat meewarig geknikt. Want wat weet zo’n ouwe nou
helemaal. En dan nog op de middenstrook gaan rijden ook nog, ook nog.
Zo’n dissertatie zou ik stuklezen, want ik heb reuma. En twee
gehoorapparaten. Ben afgelopen vier jaar drie keer geopereerd aan oog, knie en
lies. Reparabel, dat nog wel. Sinds vijftien jaar sta ik onder controle bij de
huidarts voor wat heet ‘basaal celcarcinoom’: tot nog toe ook reparabel. Tinnitus,
da’s waar ook: niks aan te doen. Misschien laat ik nog wat dingen achterwege
(cholesterol bijvoorbeeld), want ik word vergeetachtig. Nou ja, van vroeger
weet ik alles nog.
Zit ik te klagen? In elk geval over de reuma. Die verkleint de
functie van handen en voeten. Gelukkig heb ik bij wandelingen op steile
bergpaden nog steeds een ‘stapzekere tred’, zoals dat bij de voorwaarden voor
bepaalde routes staat aangegeven. De solide tred, hoe lang blijft deze? Ook op
een vlakke stoep.
Ik weet nog dat mijn pa zei: ‘Ik heb de fiets weggedaan’. Ik
dacht op dat moment: hij is de grens gepasseerd. Overigens liep hij toen nog als een
kievit. Stapzeker. En voor de tweede keer weduwnaar ging hij daarna vol energie
een nieuwe relatie aan. ‘Hou het dit keer maar op een ‘lat’, pa’, adviseerde ik
hem op de vaste dinsdagavond na de tweede jonge klare.
Hij werd
87 jaar. Zijn vader 95. Ook daaruit valt weinig stapzekers af te leiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten