Dat met die befaamde volksverhuizingen lijkt het
toch net even anders te liggen. Het idee kan op de schop dat na de Romeinse
tijd Europa één doorgangshuis was voor elkaar opvolgende hordes migranten.
Eerder is sprake van ‘langzame volksverschuivingen’, schrijft Annemarieke
Willemsen.
Tja, hoe moet dat nu verder? Want als iets
eenmaal in het geschiedenisboek staat, lijkt het in beton gegoten. Zo weet elke
Nederlander dat na het vertrek der Romeinen ons land in duisternis gehuld werd.
Tot het aantreden van Karel de Grote zou die donkere tijd er een zijn geweest van
verval, woestheid en wapengeweld. En van al die lieden-op-drift dus. Zie dat
beeld maar eens bij te stellen: onbegonnen werk.
De tentoonstelling ‘Gouden Middeleeuwen.
Nederland in de Merovingische wereld, 400-700 na Chr.’ laat zien dat het zoveel
jaar terug echt anders was dan we lange tijd dachten. Bij gebrek aan gegevens
wisten we niet beter. Vondsten en onderzoek vertellen inmiddels een bijgesteld
verhaal.
Wat feiten. Het huidige Nederland was in genoemd
tijdvak een randzone van het Merovingische rijk. De vorst zat in Frankrijk en ‘onze’
centra-van-belang waren Tongeren, Maastricht, Nijmegen, Dorestad en Utrecht. Het
merendeel had al een Romeins verleden. Wat daarboven zat, bevond zich in een
bestuurlijk niemandsland. Alles bij elkaar telde de bevolking 40.000 tot 50.000
zielen. De helft daarvan woonde langs de kust en een kwart in het
rivierengebied. Er heerste rust, gestreden werd er niet veel, de gezondheid was
beter dan in de eeuwen voor en na de Vroege Middeleeuwen. De infrastructuur –
water- en landwegen – was voldoende voor handelscontact met verre oorden.
De meeste mannen waren boer en visser, of ze
combineerden beide activiteiten. De vrouwen zorgden voor huis, haard en
kleding. Zij bezaten de sleutels van het huis. De sieraden in de vitrines laten
zien dat beide seksen gebruikssieraden bezaten die er ook nu nog verfijnd
aandoen. Het bewaarde glaswerk is zonder meer mooi.
En die ronddarrende bevolking? Dat liep zo’n
vaart niet. Ze trokken niet in aanstormende cohorten door Europa. Eerder was er
sprake van een geleidelijke verplaatsing van volkeren.
Kortom: de Vroege Middeleeuwen zijn niet langer ‘donker’.
Na bezichtiging van de tentoonstelling in het Leidse Rijksmuseum voor Oudheden
blijkt die periode een aangename kleur gekregen te hebben. Op 26 oktober loopt
de expositie ten einde. Allez dus!
Het flankerende en overtuigende boek van dr.
Annemarieke Willemsen ‘Gouden Middeleeuwen. Nederland in de Merovingische
wereld, 400-700 na Chr.’ bevat een schat aan informatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten