Deze tekst verscheen op 13 augustus 2017 als column in de rubriek 'onder de Boschboom' in de Bossche Omroep. (Plaatsing is in tijd verschoven.)
Geachte heer Rombouts, Beste Ton,
Je bent beslist al een eind op scheut met het schrijven van je afscheidswoord. Komen er verrassende inzichten? Vanuit de krant weten we, dat je dit 'de baan van je leven in de stad van je leven' vindt. Herhaling lijkt overbodig. Dan het Jheronimus Boschjaar. Dat ligt nog zo vers in ons geheugen, dat één alinea in je tekst voldoende is. Tip 1: beschrijf daarin hoe ver de gemeente als nieuwe eigenaar van ‘De Kleine Winst’ gevorderd is met de herinrichting van dit pand. Maak concreet wat we er binnenkort kunnen (laten) zien rond ‘onze’ schilder.
En kijk nog verder vooruit! Niet om over je graf te regeren; dat zou op hoogmoed wijzen. Geef ons burgers iets mee dat echt vernieuwend zal zijn binnen de Bossche mores. Tip 2: citeer wat Eberhard van der Laan in ‘Zomergasten’ zo helder verwoordde: 'Praat met de stad over wie ze wil zijn'. Zeg dat we er eindelijk aan toe zijn om met z'n allen na te denken over de drukte in Brabants hoofdstad. Voeg toe dat je daar nog graag zelf met ons aan begonnen zou zijn. Oké, een Amsterdamse Airbnb-overlast kennen we hier nog niet. Het gaat om de dagelijkse toeloop. Daarover bestaan cijfers, We weten dat onze stad hoog scoort met shoppen en terras/café/restaurantbezoek. Cultuur spreekt ook een woordje mee en het aantal festivals zit aardig in de lift. Een gezellige stad.
Ja. Nee, niet altijd, niet voor iedereen. Velen ‘bewegen’ zich in onze straten, waarbij de vrijheid van de een die van de ander beperkt. Dus bestaan er regels en vergunningen. Hoe laat moeten de kroegen op slot? Hoe breed mag een terras en hoe hoog een reclamebord zijn? Kun je op marktdagen fietsen tussen de kraampjes? Over de werking van de voorschriften steggelen ambtenaren en belangengroepen. Die laatste partijen roepen vooral naar en over elkaar. Zo horen of lezen binnenstadsbewoners dat ze niet moeten meuten en beter elders kunnen gaan wonen als ze last hebben van de herrie. Gepraat in een vicieuze cirkel, Ton. En ondertussen wordt de openbare ruimte in toenemende mate opgeëist als pretpark door al dan niet vergunningplichtige personen, groepen en clubs. Met toppers in het centrum, zeg vanaf donderdag. Alweer jolige groepjes met een a.s. bruid(egom) in hun midden, slierten feestgangers op al dan niet gemotoriseerde nostalgische vervoersmiddelen. Bootcampers. Stappers.
Wat vinden wij inwoners, dat onze stad wil/moet zijn, Ton? Neem die vraag op. Winkelstad, funshoptown, pretpark, cultuurplek, flaneerboulevard, woon-werkerf, speeltuin? ‘Praat met de stad over wie ze wil zijn’. Als zo’n aanpak met ‘de kanaal’ lukt, moet dat ook mogelijk zijn voor de rest eromheen. De gemeente nodigt de Bosschenaren uit voor rondetafelgesprekken. Met elkaar en met de lokale overheid. Tip 3: Dring aan om haast te maken met deze brede praataanpak, Ton. De eerste bierfietsen zijn al gesignaleerd.
Mooi geschreven Harry.
BeantwoordenVerwijderen