woensdag 8 juli 2015

Jeroen achterna (4); verlokkingen

Het is moeilijk voor de mens om te weerstaan aan de verlokkingen die op hem losgelaten worden. De schilder Jeroen Bosch maakte dit tot het hoofdthema van zijn werk. Het werd de strijd tussen de twee krachten waartussen in dit aardse bestaan gekozen moet worden: tussen het goede met een belofte op eeuwig geluk en het kwade met een gegarandeerd tandengeknars zonder eind.

Als kind vond ik de gedachte fascinerend dat iets eindeloos zou kunnen zijn. Weliswaar in het hiernamaals, wat de gedachte aan een verblijf in het helse vuur nog erger maakte. Met de eindigheid van het leven viel nog te leven, met het permanente van de bestraffing niet. Dan lijkt de keuze snel gemaakt.

Dat zoiets toch niet zo eenvoudig is, maken de afbeeldingen duidelijk waarin mannen en vrouwen die toch al aardig in de buurt van heiligheid komen, alles op alles moeten zetten om geen slachtoffer te worden van de ‘lagen die het kwade legt’. ‘De bekoring van de H. Antonius’ is een geliefd thema bij schilders door de eeuwen heen. Ook in het werk van Jeroen Bosch is deze scene vertegenwoordigd.

Salvador Dalí heeft zich door o.m. deze voorstelling van Bosch laten inspireren. En vóór hem een aantal anderen, waaronder de Vlaming Joos van Craesbeeck met zijn verzoeking van de H. Antonius uit 1650 en de Waal Felicien Rops met zijn Tentacion de Saint Antoine in 1878.

De interpretatie van Van Craesbeeck (nu in de Staatliche Kunsthalle, Karlsruhe) zit vol gruwel. Hij zal ook wel goed naar De Tuin der Lusten hebben gekeken. Dat werk van Bosch hing in 1650 als lang en breed in El Escorial. Er waren van deze triptiek prenten in omloop.

Ronduit choquerend voor zijn tijdgenoten was de 'verzoeking' van Felicien Rops. 'Blasfemisch' werd het gevonden. En nog altijd zijn de meningen over deze afbeelding, die zich in de Koninklijke Bibliotheek, Brussel bevindt) verdeeld.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten