Drie maanden overwinteren in El Médano; een flinke tijd van huis. Dus gaan op 3 november 2015 de laptop mee, een goed gevulde e-reader en wat echte boeken: ‘Op denkles’ van Sebastien Valkenberg en ‘Op naar geluk’ van Ap Dijksterhuis. Een usb-stick vol documenten die tot een artikel over Roque de Balduque zullen moeten leiden. Plus een hoofd vol ideeën voor columns, blogs - over de schilderijen van Geert de Bruijn en carnaval - en liedteksten die door solisten gezongen kunnen worden tijdens het Oeteldonks Grachtengordel Concert VI. Niet te vergeten een voor een vriend te redigeren hoofdstuk. En zo nog wat, waaronder materiaal voor de verschijning in februari 2016 van ‘De ontvoerde Tuin’, geschreven door Lieve Bedeer. Een met haar samengesteld artikel over de weg waarlangs Bosch’ De Tuin der Lusten (De ontvoerde Tuin in Lieves boek) staat op punt van verschijnen. Plus natuurlijk voornemens voor bergwandelingen, tripjes en om drie maal per week hard te lopen ter voorbereiding op de ‘5a Sansilvestre Medanera’. Ik ga me niet vervelen!
Bij de laptop- en iPhonegebonden dingen - in een
aantal gevallen een voortzetting van wat ik thuis ook doe - ontmoet je niet per
se nieuwe mensen. Dus besluit ik - wanneer ik bij een atelier een poster zie
hangen - om twee avonden per week via de gemeente in het gebouw van de ‘oude
school’ een 'Curso de Escultura' te gaan volgen bij Guillermo Batista, een op het
eiland Tenerife bekende beeldhouwer, zoals ik later zou zien. Na een
kennismakingsgesprek denk ik te weten waarin ik me begeef: beelden maken.
Die veronderstelling klopt. De weg daarheen
blijkt een zeer ambachtelijke. Vooral de technische scholing doet me geregeld
denken aan het vak dat mijn peetoom Jan van den Broek als steenhouwer
uitoefende bij de bekende gotische grote kerken van Den Bosch, Breda en
Antwerpen. Al snel ervaar ik dat snelheid en resultaat boeken niet samenvallen.
Ik val midden in een cursus die de andere kandidaten
op 1 oktober begonnen. Mijn eerste opdracht is om in klei een eenvoudig
onderwerp tweedimensionaal uit te beelden. Ik kies voor een compositie van drie
reisattributen zoals die ook staan op de Rotterdamse kade van de
Holland-Amerikalijn, in de buurt van Hotel New York. Of bij het prachtige beeld
'El viajero' in Oviedo van Eduardo Úrculo, dat officieel 'El regreso de William
B. Arrensberg' heet. De ‘reiziger’ die ik in december als tijdelijke profielfoto aanbreng
op Facebook.
Het is niet gauw goed in de ogen van Guillermo.
Met name de technische afwerking kent veel gebreken. Geen hoek is 90° en de
klei kan strakker. Geen detail ontgaat hem. Met een driehoek meet ik de hoeken van de hutkoffer en de console,
pleister ze bij, waarna ik leer met welke spatels ik tot een gladde buitenkant kan
komen. Niet al te veel uitsteeksels a.u.b. want dat is bij de vervaardiging van
een mal alleen maar lastig, de eerste keer. Dit alles vreet tijd. Er gaan al
snel twee bijeenkomsten in zitten. Plus dat ik, met behulp van een bijgemaakte
sleutel ik ook overdag een keer in het atelier aan de slag ga.
Ondertussen leer ik de tien medecursisten en de
docent beter kennen. Ze wonen allemaal in de buurt. De helft vanaf de geboorte
en twee zijn overgekomen vanaf het ‘schiereiland’ (zoals daarbuiten het
vastland van Spanje heet). Verder zijn er een Chileense dame en twee Engelse
vrouwen die alle drie zo’n beetje overal gewoond blijken te hebben. Dit groepje
gaat allengs een interessante informatiebron vormen: ik leer er voor mij nieuwe
Spaanse woorden, om te beginnen klei, mal en spatel, ik hoor er allerlei lokaal
nieuws, krijg tips en aanwijzingen voor wandelroutes, eettentjes en eigen keukeninspanningen,
verneem hoe hier Kerst, Oud&Nieuw plus Driekoningen gevierd worden. Dit
alles gelardeerd met persoonlijke verhalen, waarbij ik en passant het een en
ander kwijt kan over het leven in de noordelijke streek die ik ‘thuis’ noem.
Hoewel ik op dat gebied wel wat gewend ben, heb
ik toch even een geheugensteuntje nodig om voor en na elke les (twee avonden
per week) de vrouwen te kussen en de mannen stevig te omarmen. Een ritueel dat
zich herhaalt als ik de mede-cursisten buiten de cursus in het dorp tegenkom. Één
Spanjaard onttrekt zich aan dit ritueel. Hij werkt hard en zegt drie woorden: goedenavond
en tot ziens; niemand die zich daaraan stoort.
Na de derde avond boetseren is de kofferset zo
ver, dat deze in het gips gezet kan worden: de mal komt in zicht. Het gieten
van mijn eerste ‘echte’ beeld wordt de volgende stap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten