dinsdag 16 februari 2016

Beelden (1); kleien


Drie maanden overwinteren in El Médano; een flinke tijd van huis. Dus gaan op 3 november 2015 de laptop mee, een goed gevulde e-reader en wat echte boeken: ‘Op denkles’ van Sebastien Valkenberg en ‘Op naar geluk’ van Ap Dijksterhuis. Een usb-stick vol documenten die tot een artikel over Roque de Balduque zullen moeten leiden. Plus een hoofd vol ideeën voor columns, blogs - over de schilderijen van Geert de Bruijn en carnaval - en liedteksten die door solisten gezongen kunnen worden tijdens het Oeteldonks Grachtengordel Concert VI. Niet te vergeten een voor een vriend te redigeren hoofdstuk. En zo nog wat, waaronder materiaal voor de verschijning in februari 2016 van ‘De ontvoerde Tuin’, geschreven door Lieve Bedeer. Een met haar samengesteld artikel over de weg waarlangs Bosch’ De Tuin der Lusten (De ontvoerde Tuin in Lieves boek) staat op punt van verschijnen. Plus natuurlijk voornemens voor bergwandelingen, tripjes en om drie maal per week hard te lopen ter voorbereiding op de ‘5a Sansilvestre Medanera’. Ik ga me niet vervelen!

Bij de laptop- en iPhonegebonden dingen - in een aantal gevallen een voortzetting van wat ik thuis ook doe - ontmoet je niet per se nieuwe mensen. Dus besluit ik - wanneer ik bij een atelier een poster zie hangen - om twee avonden per week via de gemeente in het gebouw van de ‘oude school’ een 'Curso de Escultura' te gaan volgen bij Guillermo Batista, een op het eiland Tenerife bekende beeldhouwer, zoals ik later zou zien. Na een kennismakingsgesprek denk ik te weten waarin ik me begeef: beelden maken.

Die veronderstelling klopt. De weg daarheen blijkt een zeer ambachtelijke. Vooral de technische scholing doet me geregeld denken aan het vak dat mijn peetoom Jan van den Broek als steenhouwer uitoefende bij de bekende gotische grote kerken van Den Bosch, Breda en Antwerpen. Al snel ervaar ik dat snelheid en resultaat boeken niet samenvallen.

Ik val midden in een cursus die de andere kandidaten op 1 oktober begonnen. Mijn eerste opdracht is om in klei een eenvoudig onderwerp tweedimensionaal uit te beelden. Ik kies voor een compositie van drie reisattributen zoals die ook staan op de Rotterdamse kade van de Holland-Amerikalijn, in de buurt van Hotel New York. Of bij het prachtige beeld 'El viajero' in Oviedo van Eduardo Úrculo, dat officieel 'El regreso de William B. Arrensberg' heet. De ‘reiziger’ die ik in december als tijdelijke profielfoto aanbreng op Facebook.

Het is niet gauw goed in de ogen van Guillermo. Met name de technische afwerking kent veel gebreken. Geen hoek is 90° en de klei kan strakker. Geen detail ontgaat hem. Met een driehoek meet ik de hoeken van de hutkoffer en de console, pleister ze bij, waarna ik leer met welke spatels ik tot een gladde buitenkant kan komen. Niet al te veel uitsteeksels a.u.b. want dat is bij de vervaardiging van een mal alleen maar lastig, de eerste keer. Dit alles vreet tijd. Er gaan al snel twee bijeenkomsten in zitten. Plus dat ik, met behulp van een bijgemaakte sleutel ik ook overdag een keer in het atelier aan de slag ga.

Ondertussen leer ik de tien medecursisten en de docent beter kennen. Ze wonen allemaal in de buurt. De helft vanaf de geboorte en twee zijn overgekomen vanaf het ‘schiereiland’ (zoals daarbuiten het vastland van Spanje heet). Verder zijn er een Chileense dame en twee Engelse vrouwen die alle drie zo’n beetje overal gewoond blijken te hebben. Dit groepje gaat allengs een interessante informatiebron vormen: ik leer er voor mij nieuwe Spaanse woorden, om te beginnen klei, mal en spatel, ik hoor er allerlei lokaal nieuws, krijg tips en aanwijzingen voor wandelroutes, eettentjes en eigen keukeninspanningen, verneem hoe hier Kerst, Oud&Nieuw plus Driekoningen gevierd worden. Dit alles gelardeerd met persoonlijke verhalen, waarbij ik en passant het een en ander kwijt kan over het leven in de noordelijke streek die ik ‘thuis’ noem.

Hoewel ik op dat gebied wel wat gewend ben, heb ik toch even een geheugensteuntje nodig om voor en na elke les (twee avonden per week) de vrouwen te kussen en de mannen stevig te omarmen. Een ritueel dat zich herhaalt als ik de mede-cursisten buiten de cursus in het dorp tegenkom. Één Spanjaard onttrekt zich aan dit ritueel. Hij werkt hard en zegt drie woorden: goedenavond en tot ziens; niemand die zich daaraan stoort.

Na de derde avond boetseren is de kofferset zo ver, dat deze in het gips gezet kan worden: de mal komt in zicht. Het gieten van mijn eerste ‘echte’ beeld wordt de volgende stap.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten