vrijdag 2 maart 2018

Geert en de spiraal

In onze wereld wordt druk gezocht naar nieuwe symbolen. Kruisbeelden verdwijnen en 3 miljoen boeddhabeelden verschijnen. Het kan ook minder spiritueel, bijvoorbeeld met individuele ‘op het lijf geschreven’ tattoos en versierde kunstnagels. ‘Kunst’, zoals in ‘kunstklets’, het verdwenen woord voor margarine. Hiermee gaf de generatie van mijn oma de afstand aan tussen wat nep was en echt: de roomboter.

Ik ken de kunstenaar Geert de Bruijn niet anders dan zoekend naar symbolen. De verdwenen wereld van Kelten en de nog aanwezige der Maori’s zijn een open boek voor hem. Eerlijk gezegd hebben wij thuis er en passant ook een tic van meegekregen. Nog niet zo lang geleden, tijdens een wandeltocht half februari door een dor, versteend en tegelijkertijd indrukwekkend mooi landschap aan de zuidkust van Tenerife, was het weer eens raak.

In het door God en boeren verlaten geërodeerde land kwamen we langs een 'era', een voormalige dorsvloer. Dit soort cirkelvormige stenen platte vlakken ligt overal verspreid over het eiland en symboliseert voor ons het beulswerk van de landarbeiders vóór de komst van het toerisme. Iemand had met lavastenen de ronde plek voorzien van een spiraal. Die zagen we en riepen unisono: ‘Geert de Bruijn’. Dit in zichzelf gedraaide patroon verschijnt op menige De Bruijn. Het kent veel betekenissen; voor Geert is het de levenslijn van de mens en tegelijkertijd verbeeldt het de tijd. Je kunt het van binnen naar buiten of juist andersom ‘lezen’.

Inmiddels is De Bruijn zelf ook een symbool aan het worden: hij werkt al 35 jaar bij dezelfde baas. Een fenomeen dat je steeds minder ziet. Of hij op Koningsdag voor deze trouw een medaille krijgt, valt nog te bezien. Daarbij is de vraag moeilijk te beantwoorden wie die baas is. Ik houd het op de moedergodin, zijn muze. Zij is het immers waaruit al 35 jaar zijn werk voortkomt.

Ze bevindt zich in het midden van de spiraal. Niet als doel of eindpunt: zij vormt het begin van de weg die naar buiten leidt. Steeds verder draait de wandelaar van haar af en krijgt haar tegelijkertijd door de roterende gang telkens opnieuw in het oog. Zo kon de moedergodin de bron blijven voor De Bruijn creatieve bestaan, terwijl het pad van deze kunstenaar - die zich gaandeweg letterlijk ‘ontwikkelende’ - dieper werd en voor nieuwe perspectieven zorgde. Het aardige van de op deze wijze ‘gelezen’ spiraal is, dat deze een vast begin kent én een open einde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten