zaterdag 11 augustus 2018

Geert en het sublieme


Geert de Bruijn en ik zaten vorig jaar in respectievelijk Vught en Den Bosch, dus onafhankelijk van elkaar, naar een tv-documentaire te kijken over het verband tussen wiskunde en schoonheid. Anders gezegd: tussen de rechter- en de linkerzijde van ons brein. In het programma kwam de Nigeriaanse auteur Ben Okri aan het woord toen het erover ging of ‘het schone’ te bereiken is. Okri formuleerde een zin met als kern ‘het aanraken van het sublieme’. In een poging deze gewaarwording tastbaar te maken, gaf hij als voorbeeld de opperste sensatie die mensen kunnen ervaren wanneer ze door een ‘overdonderend’ berglandschap wandelen. Voor een moment stijg je boven alles uit onder de kreet ‘Nec plus ultra’: ‘Boven dit gaat niets’. Groningers weten dat. 
Sindsdien loopt de hang naar het sublieme als een rode draad door onze gesprekken. Zeker sinds ik april jl. van Geert en zijn vrouw het boek ‘Het sublieme’ cadeau kreeg, geschreven door Hans den Hartog Jager. 

Inmiddels is Geert 35 jaar kunstenaar. Hij maakt beelden en assemblages; die tweede groep blijf ik hardnekkig schilderijen noemen. Zijn werk is een belangrijke factor in mijn omgeving. Waarom en hoe dit zo is, heb ik op verschillende plaatsen uitvoerig beschreven. Pas recent ben ik me gaan afvragen hoe hij ‘m ‘t flikt, dat maken van die kunst. 

Om daar iets van te ontdekken, ben ik sinds maart op ontdekkingstocht, waarbij ik - ook door zelf te experimenteren - het proces ‘van idee tot abstracte werk’ probeer te analyseren. De Bruijn is hierbij mijn coach. 

Uiteraard kan ik in korte tijd niet een periode van 35 jaar meesterschap ‘inlopen’. Is ook niet de bedoeling: als ik er iets van ga snappen, is dat voldoende.

Een ding is me in elk geval duidelijk geworden: met een abstract kunstwerk kom je het grote publiek niet tegemoet. Wie op breedgedragen bewondering uit is, moet een ander beroep kiezen. En als bakker of keramist makkelijk toegankelijke diensten en producten op de markt brengen. Pizza’s, bijvoorbeeld. Of Delftsblauwe peper-en-zoutstelletjes. 

Nou, dat laatste doet Geert niet. Is ook niet zijn drijfveer. 

Zelf kijk ik al 35 jaar naar het werk van De Bruijn zonder me om zijn drijfveer te bekommeren. Wat me al die tijd zonder te vervelen aanspreekt, weet ik wel. Dat staat sinds kort in een sublieme uitgave ‘Geert de Bruijn. 35 jaar met de moedergodin’. Daarvoor selecteerde hij – weergegeven met uiterst scherp fotomateriaal - een keuze uit zijn werk. Voor het tekstuele deel grasduinde de kunstenaar in mijn blogs. 

Dit kleinood is verschenen in een zogenoemde ‘limited edition’. Misschien ligt toch nog een over het hoofd gezien exemplaar in Geerts atelier. Je kunt het proberen. Anders wordt het  http://geertdebruijn.com/wp-content/uploads/2018/07/geertdebruijn_book_35jaarmetdemoedergodin.pdf waaronder de integrale uitgave recentelijk op het internet gezet is. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten