Cochem aan de Moezel is erg toeristisch. Er meren
Rijncruiseschepen af uit de aanpalende landen; andere dagjesmensen arriveren met
bussen of eigen vervoer. In de naar mijn idee alleraardigste Altstadt barst het
van de winkeltjes en eetgelegenheden. 'Veul volk' dus. Wij verblijven aan de overkant
van het water, in Conde. Louter toeval, onze keuze voor het ‘Altes Fährhaus’. Best prettig ook. Prima B&B. Zoals in veel drukke plaatsjes is het 100 meter van het centrum
rustig. In deze streek is het heerlijk wandelen.
Dat laatste hebben we gisteren gedaan. Vandaag 25
juni lopen we met een lus door Cochem City omhoog naar de Reichsburg. Het kasteel
oogt als een filmdecor en het domineert met zijn hoge ligging het stadje. Het ligt pal tegenover 'ons' B&B-balkon.
Meer mensen zijn deze ochtend op het idee gekomen de torenrijke vesting te bezoeken:
het hangt er met de benen buiten. Zonder morren laten we een grote groep Britse
schoolkinderen voor gaan. Ze klinken Schots en hun opvallend dunne kledij op
deze frisse morgen lijkt hun noordelijke herkomst te bevestigen. Een grap in Schotland luidt dat je
als toerist beter een trui kunt blijven dragen, wanneer de plaatselijke
bevolking in een T-shirt rondloopt.
Rond 1000 bouwt de Pfalzgraf de eerste
versterking. Uitbreiding volgt in de eeuwen daarna totdat Zonnekoning Louis
XIV het in 1686 zo nodig moet verwoesten. Het geheel ligt er bekant twee
eeuwen verbellemond bij totdat in 1868 de rijke Louis Ravené uit Berlijn de
bouwval koopt en restaureert. Sinds 1978 is de stad Cochem eigenaar. Onze gids -
een Duitse broer van Bill Cosby - vertelt zijn verhaal op smakelijke wijze. De
man blijkt ook het Nederlands goed onder de knie te hebben, pure service voor de
verdwaalde landgenoten die in hun jeugd de Duitse tv-zenders niet konden
ontvangen.
We bezoeken zeven van de 50 kamers. Dit aantal is
gemeubileerd; de rest staat leeg. Veel Delfts blauw in de open haarden en op de
kasten. Wie een wens wil doen, kan plaats nemen onder een hangende talisman: half vrouw - half vis, voorzien van een hertengewei. Zoals
er in vroeger eeuwen binnen de Nederlanden bier gedronken werd i.p.v. vervuild water, zo was dat hier
wijn. We zien de pullen waarmee de paters hun dagelijkse rantsoen van vijf
liter uitgereikt kregen. Voor de nonnekes was drie voldoende. Het
alcoholpercentage was bijzonder laag.
Aanpalend bezoeken we in de balkontuin een demonstratie
van een vrouwelijke valkenier. De wind is iets te sterk voor een uitgebreide
show. Uitleg en praktijk vormen een mooie aanvulling op de eerdere rondgang.
Met een blik op de ‘heksentoren’, voorzien van een afbeelding van St.-Christoffel (die overigens als heilige geschrapt zou zijn uit de santenboetiek)
lopen we langs een achterafweggetje weer terug, waarbij we een pestkapel uit 1422
en resten van de stadsmuur uit 1352 passeren.
Zeker, of ‘ook’ met kinderen een aanrader, dit
kasteelbezoek, zeggen we tijdens de boterham. Daarna gaan we de rivier over en
slaan linksaf voor een bezoek aan een wijnboer. De landgenoten die in hun
jeugd het Duits uit hun vakkenpakket weerden, krijgen van de jonge gids een
samenvatting. Haar Engels is voortreffelijk. Toch curieus, in mijn
ogen, dat vertaalwerk in ons buurland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten