Maandagmorgen 24 juni 2013 - nu een week geleden
- stappen we om 11.11 uur in de bus Cochem - Ulmen. Onderweg 24 km bijna leeg
landschap met heuvels, bossen, gras- en graanvelden. Een grauwe lucht hangt
boven Ulmen en net als we daar uitstappen, begint het te hozen. Dit soort
weer is voor de ochtend voorspeld, met een maximum van 12°C.
Iemand heeft zijn lege garage open staan en van
die beschutting maken we dankbaar gebruik. Na tien minuten kunnen we onze
schuilplek verlaten om op zoek te gaan naar de Endert. Dat blijkt wat
gecompliceerd dus loopt een enthousiaste bewoner 'die toch een eind die kant op
moet' mee tot aan een bosweg. Tien minuten later en lager staan we bij een
stroompje dat we langs de linkeroever volgen. Ondanks de voorspelde gematigde
temperatuur is het dampig warm onder een dreigende lucht. Overigens zal het
verder de hele dag droog blijven.
Het wordt een gevarieerde tocht van 20 km langs
de ‘Wilder’ Endert. Soms dicht bij de rivier, dan weer hoog boven het water.
Veel stroompjes voeden de Endert. Regelmatig loopt die toevoer over het pad. We
steken twee maal een 'grote weg' over, de enige momenten tijdens de wandeling
waarop we de rust verlaten.
Bij een waterval van vier meter gaan we even naar
links. In het Maria Martental bevinden zich een kerk en een klooster. Maandag rustdag, dus
is de uitspanning dicht waar we wat willen eten. In het 'Täl der Märtyrer’ zouden
volgens een legende in de vierde eeuw Romeinse soldaten en christenen gedood
zijn omwille van hun geloof. Eeuwen later kwam er een kerkje. Nu staat er een
klooster; de jaarlijkse bedevaart vond afgelopen zondag plaats.
Een afwisselende tocht. We komen nauwelijks
iemand tegen. ‘Maandag rustdag’? Een stuk verder is een nieuwe bypass
aangelegd, kennelijk na een aardverschuiving. We hijsen ons langs een 'via
ferrata' omhoog. Pittig. Waarna een flink stuk volgt langs oude watermolens.
Daarvan moeten er een 30-tal gestaan hebben. We
tellen er nog zes, inmiddels woonhuizen-aan-het-eind-van-de-wereld. Aan twee
valt de voormalige bedrijfsactiviteit nog terug te lezen. Met name bij Göbels Mühle, nu een uitspanning. Ook
al rustdag.
Het wordt dus een late
lunch bij Hotel Weissmühle. Een kaart op een bord langs de weg laat zien waar
en hoe we gelopen hebben. Nog twee km te gaan en de honger is groot. De keukenbrigade
gaat pas om 18.00 uur aan de slag en dus wordt het koffie/thee met
kersenkwarktaart. De gelegenheid afficheert zich als ‘Silence hotel’. ‘Ruhe
hotel’ had voor mijn part ook gemogen. Dat snappen al die Walen, Vlamingen en Nederlanders
die het terras bevolken ook. En het is - buiten het gemurmel van deze bezoekers
- inderdaad bijzonder rustig en stil.
Tot mijn grote verbazing
zal ik de twee dagen daarna barsten van de spierpijn in mijn benen.
Opmerkelijk. Dus wordt het ‘dinsdag rustdag’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten