We zitten nu aan het begin van het aspergeseizoen. In mijn jeugd werd daar geen ophef over gemaakt. Moeder zette die groente op tafel met ‘blommige èèrpel’, gekookte ham en eieren, plus een scheut warme botersaus. Hier heet dat ‘Op z’n Brabants’, aan de andere kant van de landsgrens ‘Op z’n Vlaams’. Deze klassieker heeft - nu er rond de ‘spèrzje’ een heuse cultuur ontstaan is - behoorlijk wat concurrentie gekregen. ‘Het witte goud’, ‘De koningin der groente’ of hoe een portie van die bleke slungels ook is gaan heten, verschijnt op tafel met gepocheerde zalm, biefstuk van de haas of hazelnotenpasta. Allemaal prima, hoewel die ‘extra’s’ naar mijn idee de rol van de asperge naar de coulissen verplaatsten.
Ik ben gek op worstenbrood. Heel mijn leven al. Ook met dit gerecht moet je niet te veel experimenteren. Toen Roy Donders enige tijd terug een hype was, bleek deze ‘Stylist van het Zuiden’ een voorkeur te hebben voor het worstenbroodje-met-katenspek. In sommige winkels is dat ding zelfs een Royke gaan heten. Ik heb me er niet aan gewaagd. In elk geval lijkt me deze variant altijd nog beter dan de producten die op weekmarkten verkrijgbaar zijn van ‘tien voor vijf euro’. Ik denk niet dat voor de inhoud daarvan een varken zelfs maar in de buurt geweest is. Net zomin als er een stukje majesteit in de koninginnesoep gaat.
Sinds kort ben ik overgestapt van de uitstekende worstenbroodje van de V&D naar de uitstekende (winnaar met banddikte) worstenbroodjes van de Vughtse Bakkerij De Meester. Die laatste heeft zondag jl. in Den Bosch een nieuwe variant gepresenteerd. Een seizoensuitgave, om het zo te zeggen: het aspergeworstenbrood.
Ik heb vóór mogen proeven. In het uiteindelijk product bevindt zich een subtiele balans tussen gekruidheid en aspergebouillon. Uiteraard is ook deze lekkernij bereid met het vlees van de Heyde Hoeve (waar ook mijn slager klant is) en ‘klaor goeie botter’. Een mooie combinatie van twee streeklekkernijen. En net zo Brabants als ‘houdoe’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten