Toen ik stopte met werken, gingen mensen me ineens ‘pensionado’
noemen. Waarom dit Spaanse woord? Mogelijk vanwege de associatie dat
gepensioneerden zich op elk moment van het jaar naar de zonovergoten costa’s
kunnen begeven om daar onder een palmboom aan een rustiek haventje geen ene
flikker meer uit te voeren. Hooguit elke dag paella eten en sangria drinken.
Vanaf het begin heb ik getracht me tegen het gebruik van het
woord ‘pensionado’ te verzetten. En wel om taalkundige redenen. Het blijkt
vechten tegen de bierkaai. ‘Pensionado’ is een bijvoeglijk naamwoord, waarmee
in het Spaans verwezen wordt naar ‘recht hebbend op een uitkering’,
bijvoorbeeld een pensioen. De tweede betekenis is zoiets als ‘ergens in een
tehuis zittend’. Een internaat, bijvoorbeeld. Dus merkte ik elke keer bij het
horen van pensionado wat frikkerig twee dingen op. Allereerst dat ik als
oud-kostschoolganger die status al op 19-jarige leeftijd achter de rug had.
Plus dat dat ‘pensionista’ het correcte woord is. Inderdaad: ‘merkte op’, want
boter aan de galg gesmeerd.
We Nederlanders zijn er goed in om pseudo-buitenlands uit te
vinden én dat te blijven gebruiken. Zo hebben we naast dit Nederlandse Spaans
ook zoiets als het Nederlandse Italiaans waartoe ons ‘pico bello’ behoort. De
Italiaanse tak van mijn familie heeft geleerd om te glimlachen bij deze
omschrijving terwijl er naar de bergen wordt gekeken. Pico bello is onder meer
‘mooie bergtop’. Voor ‘uitmuntend’ kent hun taal andere woorden. Tegelijkertijd
hebben neven en nichten in de ‘laars’ zich uiteindelijk ook neergelegd bij het
fanatisme waarbij Nederlanders ook na 11.00 uur ‘s morgens cappuccino’s blijven
bestellen. Obers in Italië hebben zich inmiddels aan deze in hun ogen buitenlandse dwaling
aangepast.
Hun Spaanse collega’s doen niet anders als ze sangria op de kaart
zetten. Aangezien ik nog nooit een Spanjaard dit spul heb zien drinken, vroeg
ik oktober jl. in Toledo aan een Spaanse kennis naar zijn consumptie van deze
drank. Deze lekkerbek - hij kan je uren vertellen over de verschillende soorten
ham - kon zich de laatste keer niet herinneren. ‘Toeristenspul’, zei hij, ‘van
goedkope wijn met inferieur fruit’. En paella? ‘Eet die vooral in Valencia. Bij
voorkeur in een goed restaurant, waar dit gerecht niet op een (school)bord voor
de deur wordt geafficheerd’. Waarmee hij mijn ideeën bevestigde.
Zoals ‘pensionado’ zich in het Nederlands handhaaft, zo blijft
in ons land de overtuiging bestaan dat sangria net zo Spaans is ‘olé’. Van de
week las ik dat er een nieuwe Spaanse eetgelegenheid komt in mijn woonplaats. Lekker. Met typisch Spaans bier. En sangria.
We zijn een volhardend volk.
(wordt
vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten