De nazaten van mijn ouders hebben zich internationaal vertakt.
Een deel van onze familie woont in de diaspora. Zoiets heeft voor- en nadelen.
Wat ik in elk geval mooi vind, is de gegroeide meertaligheid. Er is altijd wel
een (Europese) taal die voor onze interne communicatie geschikt blijkt.
Soms doe je ontdekkingen. Tijdens een gezamenlijke vakantie in
Andalusië met mijn nichtje uit de VS, viel tijdens een gesprek het woord
‘beamer’. Dit begrip leidde tot enige verwarring. Wij, de Nederlanders, bedoelden
hiermee zo’n overheadprojector voor digitale data. Zij, de yankees, dachten aan
een auto. Aan een BMW, om precies te zijn. Om een lang verhaal kort te maken:
onze ‘beamer’ is pseudo-Engels.
Kennelijk zijn meer lieden tegen dit verschijnsel aangelopen en
inmiddels blijkt er een item op Wikipedia aan gewijd.
Behalve op taalgebied, pseudoliedéren (accent
valt op de één-na-laatste lettergreep) wij lagelanders ook graag op andere terreinen.
In de voorgaande blog noemde ik na(ast) het fenomeen ‘pensionado’ de verheffing
van de wat twijfelachtige sangria tot nationale Spaanse drank.
Inmiddels weten wij Nederlanders ook alles over de Spaanse
tapa’s en pincho’s. Bij de Spanjolen zelf - de bedenkers van deze hapjes -
slaat de twijfel wel ‘s toe. Dan raadplegen ze voor de overeenkomsten en
verschillen tussen beide (soms moeilijk van elkaar te onderscheiden)
‘categorieën’ graag de volgende gezaghebbende instanties. In hun voetsporen
volg ik graag de aanwijzingen van de RAE (Spaanse Dikke van Dale).
In beide culinaire gevallen gaat het om kleine gerechtjes.
Peuzeldingen. De tapa is wat groter dan de pincho, bevat meer ingrediënten en
wordt (geserveerd en) genuttigd bij een drankje. Een pincho is een petieterig
voorafje, waarbij het regelmatig voorkomt dat een prikkertje (pincho) de boel
aan elkaar rijgt. Op de foto boven bevindt zich links een aantal tapa's en rechts een aantal pincho's.
Ondanks deze 'verheldering' blijft er een grijs gebied dat ruimte laat voor brede discussies aan de toog, onder het nuttigen van wat daar achter het glas fris wordt gehouden. Een bekende Spaanse kok vindt dat tapa's zittend genuttigd worden; de andere groep 'staandebeens'.
Zeer gebruikelijk is om in de late uren met familie of vrienden
nog wat tapa’s te scoren. Wij laten ons graag meenemen door Spaanse localo’s op
een tapatoer (‘ir de tapas’, of ‘tapear’) langs verschillende adressen en tapaspecialiteiten.
‘Ir de pinchos’ bestaat ook, zeker in de noordelijke helft, waarbij de Basken
‘pinxtos’ schrijven.
Er zijn wedstrijden voor bars en restaurants op nationaal en
gemeentelijk niveau. Je mazzelt als je tijdens je verblijf in een Spaanse stad
met een ‘stempelkaart’ en deelnemersboekje op pad kunt. Snel zal blijken dat
het bedenken, maken en serveren van die lekkernijen is uitgegroeid tot een ware
kunst. Op de foto rechts staat een proeve daarvan: in een dim-summandje tussen wat
donkere warme keien liggen twee hete mini- bapao’s, gevuld met tonijn en
versierd met wakame. Variaties met tonijn is een specialiteit van dit Spaanse
restaurant. Moet een Nederlander toch aanspreken: broodje bapao.
Ook in ons land staan kleine Spaanse hapjes inmiddels ook de
kaart van autochtone bistrots c.a. Veelal onder het kopje tapa’s, soms onder
pincho’s. Zelden of nooit komt daarin de inventiviteit van het schiereiland aan
te pas: Nederland gaat voor zekerheid. Dus staan albóndigas vermeld, wat te
begrijpen valt: gehaktballetjes in (bijvoorbeeld) tomatensaus. Je komt ze
bezuiden de Pyreneeën vooral in eenvoudige Spaanse barretjes tegen. Net zoals andere
klassiekers, waaronder de aardappeltortilla, de gebakken piepertjes met hete saus
(papas bravas) en puntjes manchegokaas. En in Drenthe - want dat voorbeeld
staat me nu helder voor de geest - is Italiaanse ham met enige fantasie ook nog
te zien als vervanger voor de serranoham. Een tijd terug - niet in Drenthe
- moest ik wat weemoedig lachen toen ik halverwege de lijst zag staan:
Hollandse tapa’s: bitterbal, frikadelletjes, vlammetjes. Niet alleen weinig
creatief wat betreft de keuze; zoiets is gewoon fantasieloos, ook al worden ze
opgediend op een etagère. Dat trio ligt bij snackbar ‘De Toekomst’ gewoon in de
koeling. Naast de ‘mexicano’s’.
Ik woon in een Bourgondische stad, waar veel Bourgondisch getafeld kan worden. Bourgondisch wil niet in alle gevallen zeggen: verfijnd. (Eerder ‘veul’). Hoe dan ook: in het centrum van mijn stad hoef je niet lang te zoeken naar een eetgelegenheid. In mijn voorgaande blog vermeldde ik de komst van een nieuw Spaans restaurantje. Ik ga daar zeker heen. Evenals naar een tweede nieuw adres waar de specialiteit ‘pincho's’ zal zijn. Om exact te zijn: ‘Barcelonese pincho's op stukjes brood’. Na bovenstaande mijmeringen ben ik bijzonder benieuwd.
Trek gekregen? Die pincho van het bovenste plaatje is snel zelf te maken. Snijd met een loeischerp mes een schijf rauwe tonijn in dobbelsteentjes en bestrijk die met Japanse soja (Kikkoman, minder zoute variant). Even laten rusten. Een ietsepietsie falafel op de bovenzijde en afdekken met een halve aardbei, of buiten het seizoen, met een framboos. Prikker er doorheen en opdienen..
Ik woon in een Bourgondische stad, waar veel Bourgondisch getafeld kan worden. Bourgondisch wil niet in alle gevallen zeggen: verfijnd. (Eerder ‘veul’). Hoe dan ook: in het centrum van mijn stad hoef je niet lang te zoeken naar een eetgelegenheid. In mijn voorgaande blog vermeldde ik de komst van een nieuw Spaans restaurantje. Ik ga daar zeker heen. Evenals naar een tweede nieuw adres waar de specialiteit ‘pincho's’ zal zijn. Om exact te zijn: ‘Barcelonese pincho's op stukjes brood’. Na bovenstaande mijmeringen ben ik bijzonder benieuwd.
Trek gekregen? Die pincho van het bovenste plaatje is snel zelf te maken. Snijd met een loeischerp mes een schijf rauwe tonijn in dobbelsteentjes en bestrijk die met Japanse soja (Kikkoman, minder zoute variant). Even laten rusten. Een ietsepietsie falafel op de bovenzijde en afdekken met een halve aardbei, of buiten het seizoen, met een framboos. Prikker er doorheen en opdienen..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten