vrijdag 3 mei 2013

La cocina (18); pescado a la plancha


Kan iedereen met succes ‘pescado a la plancha’ bereiden, vis-van-de-gloeiende-plaat? Ja. Hoewel, ik moet een klein voorbehoud maken: een nu niet nader te noemen heerschap zal dat niet lukken. Aangezien wij bevriend zijn, laat ik zelfs zijn initialen in deze tekst achterwege. Ik weet zeker dat wanneer deze kameraad - na lezing van dit verhaal - mij belt met de vraag: ‘Ben ik het heer?’, ik kan volstaan met een bevestigend: ‘Ja, da bende gij mènneke’.

Afgelopen winter at ik op Tenerife wekelijks ‘pescado a la plancha’. Een aantal keren was dat tong; meestal een lokale vissoort. Bij Casa Mon in Alcalá raakte ik echt geïnspireerd. De eerder aangewezen knoeperd werd opengevouwen geserveerd en smaakte verrukkelijk.

Na de nodige oefening thuis, durf ik de volgende aanwijzingen te geven. Om reuktechnische redenen, ben ik van de grillpan overgestapt op de ovengrill. Het resultaat is niet echt anders. Sterker nog: deze aanpak maakt wat extra smaaktoevoeging mogelijk.

Dus koop ik op vrijdagmorgen 3 mei 2013 op de Bossche markt een flinke zeebaars. De ingewanden blijven daar en thuis verwijder ik onder de kraan de nog overgebleven schubben, waarna ik de vis laat uitlekken in een vergiet.

Op de ovenplaat gaat een stuk aluminiumfolie, waarvan ik de randjes omhoog zet. Hierop spreid ik een bedje uit van rode uiringen (2 x juin) en gehakte knoflook (4 stuks). Peper, zeezout (met een vleugje lavendel) en zonnebloemolie worden toegevoegd. Tijdens het grillproces zal dit laagje snijsel de vis van de nodige ‘tonen’ voorzien. Overigens voegde ons moeder bij dit soort excersities wat stukjes wortel toe. Ook lekker.

De drooggedepte baars vlinder ik met een scherp mes van kop tot kont door hem langs het ‘middenrif’ in te snijden en open te klappen. De kop blijft er nog aan, want ik wil na bereiding als eerste de beide wangetjes oppeuzelen.

Beide kanten worden gezouten, ingepeperd, van wat zoete paprikapoeder voorzien en daarna met zonnebloemolie bestreken. De uitgeklapte vis gaat met de buikzijde op de juin en wordt onder de voorverwarmde grill (220 gr.) geschoven. Als de huid mooi bruin is en blazen gaat vertonen, draai ik de baars om. Ui en knof blijven steeds onder het vlees en ik zorg ervoor dat de blanke zijde alleen vis vertoont. Verbrande restjes knof of juin verpesten de boel.

Deze witte baarskant is sneller bruin dan de andere zijde. Ik haal de plaat uit de oven, prik de wangetjes achter de kieuwen vandaan en eet ze op, waarna de koploze vis op een voorverwarmd bord gaat. Aangezien ik vanavond in mijn eentje tafel, laat ik mes en vork onaangeroerd. Heerlijk, met aangemaakte lollo rosso en een glas witte wijn.

Voor wie het wil weten: de zeebaars kostte €6. Ik reken voor wijn en sla €2. Voor bereiding en bik keek ik niet op de klok. Met koken is het net als met de liefde: het genot neemt toe ‘as ge d’r de tijd veur nimt’.

Que aproveche: smakelijk.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten