‘Boer zijn is prachtig’, zegt Gilbert Sweep. ‘Toen mijn vrouw Loes en
ik dit gekocht hadden, liepen we rond het land dat na de notaris van ons was.
Dat voelde goed’. En nou hebben ze een bedrijf met grasland en beesten, vijf hectares voor
de aspergeteelt, en een halve hectare wijngaard. De loonwerker die met zijn tractor de
voren trekt, krijgt via een satelliet ‘de rechte weg’ gewezen. De asperges worden machinaal gewassen, bijgesneden en gesorteerd onder het wakend oog van een computergestuurd
volgsysteem. ‘We hebben hier een fijne ploeg mensen aan het werk’. Die bestaat
uit familie, vrijwilligers en werknemers. ‘Boer zijn zit in je genen. En de
rest hebben ons pa en ma ons wel bijgebracht’. Ratio, gevoel en karakter: Sweep
heeft een goed verhaal.
Met zo’n 30 man luisteren we daarnaar in een kas op het erf van De Santspuy, Wijn- en Aspergeboerderij in Etten-Leur. Drie generaties Sweep
passeren de revue. Het eerste kwartier vraag ik me - geboeid door zijn aanpak - af ‘Waar werkt dieje mens
naartoe?’ Tot zijn voordracht uitmondt in een verklaring voor hoe een
koeienboer uit Etten-Leur zich met asperges en wijn ging bezig houden. En begon
met de productie van likeur en advocaat, een landwinkel opende, plus een netwerk ontwikkelde voor het aantrekken van klanten en
bezoekers. Later in het voorbijgaan vertelt Pa Sweep me tussen neus en lippen
dat zijn zoon ook nog Nyenrode gevolgd heeft: ‘Dat heeft ie vast niet in zijn
verhaal staan’.
Buiten proeven we van de witte wijn. ‘We hebben dit proces echt vanaf nul
moeten leren’, voegt Gilbert toe. De toehoorders lachen om de bloopers uit de
eerste jaren. Uiteindelijk werd toch naar de raad van de deskundigen
geluisterd. Het resultaat is ernaar: bloemig, aangenaam gekruid met een lichte
afdronk.
De wandeling over het land naar de druivenstokken en de aspergebedden blijft
in de buurt van de boerderij: er vallen wat spatjes en echt nat worden wil
niemand. Gilbert demonstreert het steken. En laat weten dat Nederlanders dit
werk echt niet willen doen, een gegeven dat nog dezelfde dag geïllustreerd
wordt in een bijdrage van het Brabants Dagblad. ‘Dus ben ik blij met de mensen uit Oost-Europa. Die
verdienen ons respect en een goede behandeling’. Collega’s die dit nalaten,
maken zijn vak te schande.
Binnen zien we zijn medewerkers aan de arbeid. Er is ook een machine
voor het perfecte schilwerk. Gilbert wijst ons op de apparatuur die te pas komt
bij het maken van de wijn en de likeur. Die laatste kunnen we aansluitend in
ruime mate proeven.
Voor een aantal gasten volgt ter afsluiting nog een lichte
aspergelunch, geserveerd in de kas. Ons arrangement - een verjaardagscadeau,
want wie komt nou op het idee om hier naartoe te gaan - laat ons ook aan tafel
plaatsnemen. Na afloop nog even naar de landwinkel. Op de terugweg denk ik: ‘Een
goed verhaal. Smakelijk gebracht. De beste business-case die ik in jaren
gehoord heb’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten