dinsdag 1 juli 2014

Azoren (9); Europa's theetuin

Een rondtoerdag op 22 juni moet ons voeren langs het gedeelte van het eiland São Miguel waar we bij ons eerste bezoek in september 2012 niet aan toe kwamen.

Vanuit Ponta Delgada steken we over van de zuid- naar de noordkust. Onze eerste stop is bij de theetuin Chá Gorreana waar 'Europese groene thee' verbouwd wordt. Een unicum in ons werelddeel. Achter de alom aanwezige hortensia's zien we een deel van de aanplant richting zee. Meer nog ligt op een golvend terrein richting binnenland.

Niet zonder trots vertelt een Portugees met een Canadees verleden (ook al) 'Wij brachten eerst de thee van China naar Brazilië en toen van daar naar hier'.

Dat laatste deed Jacinto Leite. Als hoofdwacht aan het hof daar, had hij in de toenmalige kolonie kennis gemaakt met de theecultuur. Met vanuit Zuid-Amerika meegenomen zaadjes was hij - weer terug op São Miguel - rond 1820 gaan experimenteren. Serieuze zaak werd het nadat in 1872 het totale areaal aan sinaasappelbomen op het eiland kapot ging. 

Na deze ramp zocht de overheid naar alternatieven: ananas, tabak, zoete aardappelen, zuivelproducten en thee. Op 13/11/1877 sloot diezelfde overheid een contract met de Chinese coach Lau-a-Teng. Hij zou samen met een andere kenner uit Macao (toen Portugees) planters gaan begeleiden. Een klein aantal bedrijven bestaat tot op de dag van vandaag. Zoals met 45 ha op golvend terrein Chá Gorreana, dat vanaf het begin in 1883 geleid wordt door de familie Gago da Cãmara. 

'Punthoeden zullen we hier niet boven de struiken uit zien steken', zegt mijn vrouw als ik de auto richting parkeerplaats stuur. Met haar opmerking roept ze het beeld in herinnering van onze kennismaking in 1985 met de verbouw van thee op Java. Ineens zie ik weer voor me hoe vrouwenhanden rap de bovenste bladeren van felgroene struiken plukken en in manden doen. De dames die tussen de rijen theetafels lopen houden hoofd en schouders bedekt met brede hoeden van gevlochten bamboeblad. Bij Chá Gorreana heeft al jaren terug de machine zijn intrede gedaan. 

We beëindigen onze wandeling door fabriek en theetuin met een kleine, smaakvolle theeproeverij. Na afloop gaan verschillende soorten mee naar Den Bosch. De vraag ook nu is of die thuis net zo lekker zullen zijn als hier. (Inmiddels weten we dat deze groene thee ook hier uitstekend smaakt.)

We gaan verder en komen na zoveel bochten aan de steile oostkust: watermolens, picknickplaatsen, diepe dalen, watervalletjes, varens en uitzichten. Één daarvan heet Madrugada, Ochtendgloren. 

Weer aan de zuidkust kijken we rond 18.00 uur vanaf 'weer een Miradouro' uit over Povoçoão. Hier werd in 1432 de eerste echte stad van dit eiland gesticht. De kerk van deze plaats is de oudste van de Azoren.

In de buurt van dit gebedshuis wordt vuurwerk afgestoken, wat in o.m. Portugal en Spanje gebruikelijk is bij een processie. Vanaf onze hoge uitkijkpost zien we hoe een rij mensen statig over een kleurig tapijt door het stadje gaat. Dichterbij gekomen, vinden we de doorgaande route afgesloten. We parkeren om de rondgang ter ere van het feest 'Corpus Christi' te kunnen zien. 

De deelnemers blijken uit de omliggende gemeentes te komen. Gelopen wordt over een zeer fleurige loper met patronen uitgevoerd in dennengroen en felgekleurde houtkrullen. Hier moeten mensen lang en minutieus aan gewerkt hebben. Terwijl we kijken en foto's maken, lijkt het alsof episodes uit mijn jeugd in het katholieke Den Bosch voorbij komen. De opgewonden sfeer thuis als een van de oudere zussen met palmtak in de handen mee zou lopen in de Plechtige Omgang. Of wanneer ik zelf - voorzien van een grote lelie - in de parochie meeliep ter ere van St.-Jozef.

De laatste deelnemers zijn nog niet de hoek om richting kerk of vrijwilligers en vuilnisdienst ruimen in snel tempo rigoureus de wegversiering op. De doorgaande route blijft zeker nog een uur afgesloten.

Via een omweg rijden we naar Ponta Delgada; morgen vliegen we weer naar huis.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten