dinsdag 1 juli 2014

Azoren (8); gloeiend voetenbad

Als we vrijdag 20 juni om 18.30 uur op São Miguel landen, zetten we voet op het laatste eiland van deze reis. Het enige ook van de vier dat we al kennen van een vorig bezoek in oktober 2012. Toen lag het hotel in Capelas aan de noordkust; nu in Ponta Delgada, op een kwartier rijden van het vliegveld.

's Avonds lopen we richting centrum waarbij we ons richten op bekende oriëntatiepunten. Zoals de Ermida de Mãe de Deus waar op een plaquette de naam staat van ene Brederode. Niet de schrijver van de Spaanschen Brabander; het gaat om een voormalige heer van deze streek.

We vinden een klein restaurant en eten er gegrilde cãntaro, de vangst van de dag. De witte wijn die we erbij kiezen - Terras de lava - komt van Pico. Gezien in het Wijnmuseum van Madalena en geproduceerd door de coöperatief die werkzaam is in het gebied dat we eerder die dag bewandelden. Lekkere combinatie.

De volgende dag gaan twee flessen witte Terras de lava in de kofferbak, gekocht in de winkel waar we 'voor onderweg' een en ander inslaan. Rond het middaguur een korte pauze - op weg langs de kustweg naar Furnas - in Caloura. Dat plaatsje aan de zuidkust beschikt door zijn omsloten ligging over een microklimaat waardoor het de warmste plek blijkt van het eiland. Aantrekkelijk is het er ook. En steil: de wagen moet flink zijn best doen van het strandje weer omhoog. Waarna weer verder boven de zee.

Richting binnenland rijden we kilometers door een parklandschap. Gras en hagen zijn met nagelschaartjes op de millimeter geknipt. Overal bloeiende hortensia's. Prachtig. 

Na een lekkere lunch in Furnas met vis, kip, passievruchtenpudding en een half flesje witte Terras de lava - we hebben nog een flinke tocht voor de boeg - wandelen we richting Lagoa das Furnas. Dat stond nog op het lijstje nadat we in 2012 Lagoa do Fogo en de tweeling LagoaAzul - Lagoa Verde 'deden'.

Lagoa das Furnas is vooral bekend van de 'caldeiras', plekken waar heet water en stoom aan de oppervlakte komen. Daar worden op vaste punten potten met verschillende vleesproducten 'ingegraven'. Een aantal mini-kraters geeft aan waar. Na zeven uur stomen levert deze aanpak een 'cozido' op. Stond ook op het menu in het zojuist bezochte restaurant. Misschien wat aan de vette kant, dus werd het wat lichters..

Dan het meer rond om daarna langs een helling van 10% het dorp in te duiken. We komen langs een openbaar warmwaterbad en even later bij een riviertje maken twee inwoners ons attent op de Poço Tia Silvina. In deze onopvallende 'put' proberen we onze vermoeide voeten in het warme water op te peppen. Wat lukt. 

De wandeling eindigt even later bij een tweede reeks 'caldeiras'. Geen kookpotten, wel veel gepruttel, stoom en de geur van zwavel.


In de late zon door een magnifiek landschap op weg naar Ponta Delgada nemen we ons voor om de flessen Terras de Lava op de hotelkamer direct in het koelkastje te leggen. Kan er vanavond nog eentje open.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten