Na mijn dagelijkse portie Martijn Katan ben ik even stil en overdenk
mijn zonden. Van deze onderzoeker verscheen dit voorjaar ‘Voedingsmythes’,
waarin hij zinnige en vooral onzinnige beweringen rond eten en drinken onder
het wetenschappelijk vergrootglas legt. De ondertitel is prikkelend: ‘Over
valse hoop en nodeloze vrees’.
Op het boek viel ik aan als op een stuk ossenhaas rosé. Ondertussen is het me duidelijk geworden dat ik sommige zondes in onwetendheid begaan heb, met name als jongen thuis. Zo kon mijn moeder op woensdagmiddag rond half een zeggen: 'Lopt 's naor Van Hilst veur twee plakke botrammeworst'. In die winkel tegenover ons - ik moest er wel de weg naar Nijmegen voor oversteken - sneden ze die dan of. Soms moest er een nieuw blik voor geopend worden.
Iets na enen dreven die dikke ronde stukken dan gebakken op ons bord. Met ernaast witbrood om te soppen. In één woord: heerlijk. Daarna lag een hele vrije middag voor me die ik gesterkt door deze vette hap wel aan zou kunnen.
Acht jaar geleden verscheen van dezelfde (en inmiddels emeritus) hoogleraar voedingsleer Katan 'Wat is nu gezond?' Daarin brengt hij ‘ons eten’ terug tot stapeltjes suikerklontjes en buisjes vloeibaar vet. Bijzonder opwekkend voor visueel ingestelde lezers. Die schijven boterhammenworst in sopjus zouden ongetwijfeld hoog gescoord hebben. Wat doe je - zoveel jaren later - met die kennis?
Bij de verdeling van de huishoudelijke taken is mij 'de keuken' toegevallen. Ik heb er geen hekel aan. Sterker nog: ik vind het leuk. Zo min mogelijk prefab, wat dus tot heel wat snijwerk leidt, ook toen ik nog werkte en iets krapper in mijn kooktijd zat. Nu wil ik voor bepaalde recepten rustig drie winkels langsgaan. En ondertussen kan het idee dat ik 's morgens in mijn hoofd heb, ook nog wijzigen, ook nog ook nog.
Het eten moet lekker zijn. En als het kan gezond bovendien. Ik wil geen last krijgen van maagzuur, constipatie, sluipend aderslib of de aanhang van overbodige extra kilo’s. Ik noem maar wat. Bewust leven. Als je even niet oplet, kan je van het denken in al dan niet meervoudig verzadigde vetzuren een cultus van maken. Zo je wilt een religie. Waarbij niet geheel onverwacht de vraag opdoemt: ‘Waartoe zijn wij op aarde’? Alles - en in dit geval wat je eet en drinkt - kan leiden tot die vraag waarover filosofen zich al eeuwen de kop breken en waarop gelovigen het antwoord kennen.
Op het boek viel ik aan als op een stuk ossenhaas rosé. Ondertussen is het me duidelijk geworden dat ik sommige zondes in onwetendheid begaan heb, met name als jongen thuis. Zo kon mijn moeder op woensdagmiddag rond half een zeggen: 'Lopt 's naor Van Hilst veur twee plakke botrammeworst'. In die winkel tegenover ons - ik moest er wel de weg naar Nijmegen voor oversteken - sneden ze die dan of. Soms moest er een nieuw blik voor geopend worden.
Iets na enen dreven die dikke ronde stukken dan gebakken op ons bord. Met ernaast witbrood om te soppen. In één woord: heerlijk. Daarna lag een hele vrije middag voor me die ik gesterkt door deze vette hap wel aan zou kunnen.
Acht jaar geleden verscheen van dezelfde (en inmiddels emeritus) hoogleraar voedingsleer Katan 'Wat is nu gezond?' Daarin brengt hij ‘ons eten’ terug tot stapeltjes suikerklontjes en buisjes vloeibaar vet. Bijzonder opwekkend voor visueel ingestelde lezers. Die schijven boterhammenworst in sopjus zouden ongetwijfeld hoog gescoord hebben. Wat doe je - zoveel jaren later - met die kennis?
Bij de verdeling van de huishoudelijke taken is mij 'de keuken' toegevallen. Ik heb er geen hekel aan. Sterker nog: ik vind het leuk. Zo min mogelijk prefab, wat dus tot heel wat snijwerk leidt, ook toen ik nog werkte en iets krapper in mijn kooktijd zat. Nu wil ik voor bepaalde recepten rustig drie winkels langsgaan. En ondertussen kan het idee dat ik 's morgens in mijn hoofd heb, ook nog wijzigen, ook nog ook nog.
Het eten moet lekker zijn. En als het kan gezond bovendien. Ik wil geen last krijgen van maagzuur, constipatie, sluipend aderslib of de aanhang van overbodige extra kilo’s. Ik noem maar wat. Bewust leven. Als je even niet oplet, kan je van het denken in al dan niet meervoudig verzadigde vetzuren een cultus van maken. Zo je wilt een religie. Waarbij niet geheel onverwacht de vraag opdoemt: ‘Waartoe zijn wij op aarde’? Alles - en in dit geval wat je eet en drinkt - kan leiden tot die vraag waarover filosofen zich al eeuwen de kop breken en waarop gelovigen het antwoord kennen.
In de
nadagen van deze zomer - gaan we vandaag weer een septemberwarmterecord breken?
- neem ik mij voor die vraag op mijn eigen bordje te leggen. Met mes en vork in de aanslag verwacht ik geen doorbrekend inzicht waarmee de wereld gered wordt (smiley).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten