dinsdag 20 september 2016

Verwonderen

Wij mensen hebben alle bergen al beklommen. En de bron van elke rivier in kaart gebracht. Noord- en Zuidpool weten we feilloos te vinden. Tegelijkertijd houdt de avonturendrang ons onrustig en dus denken we dat elke volgende zijweg een nieuwe uitdaging moet inhouden. In de optiek van hoogleraar medische filosofie en ethiek Ignaas Devisch is het de rusteloosheid die ons aan de gang houdt. Is dat de drijfveer achter bungeejumpen en abseilen vanaf de Euromast en achter allerlei ‘challenges’ en ‘battles’? Robinson Island is niet meer weg te denken van tv (de landschappen zijn mooi en ik verwacht elk moment het opduiken van Floortje Dessing). Dit soort activiteiten is grensverleggend, waarbij het landelijke Streetlab niet en het Zaandams agentje pesten wel over de uiterste limiet gaat.

Met enige regelmaat laten deelnemers aan dit soort inspanningen ons weten dat ‘ze zichzelf tegenkwamen’. Hoe zou dat klinken uit de mond van Dave Roelvink? Hoe dan ook, het lijkt mij nier meer dan een theatrale omschrijving van het alledaagse ‘ik liep tegen de grenzen van mijn eigen kunnen aan’. In niet iedereen schuilt tenslotte een Tarzan of Jane. Ik ken iemand die op dat ‘tegenkomen’ steevast reageert met de vraag: ‘En, heb je jezelf goedendag gezegd?’ (Variant: ‘een hand gegeven?’) Uiteraard klinkt zo’n reactie ongepast in de oren van de ‘warrior’. In elk geval gaat deze (te) vrolijke opmerking voorbij aan de diepte van de mededeling: wie zichzelf tegenkomt ziet iemand die hij/zij niet verwacht had. En die ontmoeting werkte niet op het gelukscentrum.

Het is populair om op zoek te gaan naar je onbekende of ware ‘ik’. Kennelijk hongeren we naar onszelf, naar ons diepste 'zelf'. In tegenstelling tot wat velen denken, is de waardering van zelfkennis geen novum. De klassieke Grieken hadden het al eeuwen vóór Christus over 'gnothi seauton', zichzelf leren kennen. Ook toen al was dat iets wat geleerd moest worden.

Met als startpunt de aanname dat ieder van ons een landkaart is waarop een groot deel als terra incognita aangegeven staat, blijkt het internet een grenzeloos aantal strategieën te bevatten om - al dan niet in cursusverband dan wel met een personal coach - die onbekende landsdelen te leren kennen. Als het iemand lukt om dat met succes te doen, kan deze rekenen op onze bewondering. In de korte zin 'Hij/zij is zo helemaal zichzelf' klinkt een compliment door. Ook in 'Hij/zij is een authentiek persoon'. Deze laatste staat ook in contactadvertenties die bemiddelaars loslaten op NRC-lezers. Wat te denken van het advies: 'Blijf dicht bij jezelf'?

Ik vermoed dat met die goede raad bedoeld wordt om vooral geen dingen te doen die je tegenstaan. Of die ‘tegen je in gaan’. ‘Dicht bij jezelf blijven’ klinkt niet zo (wederom) alledaags. Eerder zwaarder. Raadselachtiger ook. Heroïscher zelfs, want het maakt de weg vrij ‘om het gevecht met jezelf aan te gaan’. Aangezien je nooit een ander kunt zijn - misschien geldt dat niet wanneer er sprake is van een dissociatieve identiteitsstoornis - bevindt ieder zich constant en automatisch dicht bij zichzelf. Waarom dan die goede raad? Dit maakt de ‘battle’ met jezelf tot een schaduwgevecht: alles wat je doet, ben jezelf.

Nou valt dat laatste in bepaalde situaties moeilijk te accepteren. Dit stimuleert - na minder gewenste optredens – het gebruik van uitdrukkingen als: 'Sorry, ik was even mezelf niet/niet helemaal mezelf'. Of: 'Sorry, zo ben ik nooit/ik kende mezelf niet terug'. Eigenlijk een slap excuus om geen verantwoordelijkheid te willen dragen voor het eigen gedrag. ‘De drank hè …’


Ik weet niet of het zinnig is jezelf helemaal te (willen) kennen. Op zoek gaan is zeker interessant. Niet zozeer vanwege het eindpunt, als wel om je onderweg over jezelf te mogen verwonderen. Of zoals Ollie B. Bommel het omschrijft tegen Tom Poes: ‘Jonge vriend, ik wist niet dat ik het in me had’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten