Op 6 januari 2019 mocht ik
in de Vughtse Lambertuskerk de jubileumexpositie van Geert de Bruijn openen.
Met deze tentoonstelling (te bezoeken t/m 20 januari) markeert De Bruijn zijn
35-jarig kunstenaarschap. Tegelijkertijd verscheen de uitgave ’35 jaar met de
Moedergodin’. Ter begeleiding van de daarin afgebeelde assemblages maakte Geert
een keuze uit de teksten die ik eerder in blogvorm over zijn werk publiceerde.
In mijn lofrede zondag jl.
voegde ik - uiteraard na een woord van welkom - aan genoemde publicatie nog
drie vingerwijzingen toe. Dit drietal wil ik in evenzoveel achtereenvolgende
blogs via bolduque.blogspot.com onder de aandacht brengen. De foto’s zijn
gemaakt door Geert zelve. Hierbij vingerwijzing 3.
3. Wat hangt er boven je bed?
Tot besluit nog een korte wegwijzer.
Wat heb je boven je bed?
Lieden die geïnterviewd
worden door kranten en bladen, krijgen ter introductie vaak een kort CV mee.
Daarin mag het antwoord op een van de volgende vragen niet ontbreken: Wat is je
lievelingsfilm? Welk boek ligt op je nachtkastje? Wat neem je mee als je kiet
in de fik vliegt? Wat heb je boven je bed hangen? De onthullingen mogen bijdragen
aan de identiteitschets van de ondervraagde.
Bij het wakker worden, hoe
kan het ook anders, zie ik twee werken van Geert de Bruijn: goeiemorgen. Ja, ik
ben een zware gebruiker. Misschien had ik me beter bij mijn collectie
postzegels kunnen houden, want die plaatjes vragen nauwelijks ruimte.
De alomaanwezigheid van
zijn werk in mijn directe omgeving is gevaarloos. Eerder ‘begeleidend’ of
‘leidend’. De hangende en staande objecten zwijgen en soms spreken ze me toe.
Althans dat denk ik dan natuurlijk. Met vragen. Want dat is ook hun taak,
behalve ‘schoon’ te zijn in de betekenis van ‘schone kunsten’.
Dingen die mooi zijn
stellen vragen. Bijvoorbeeld ‘Ben je tevreden Van den Berselaar?’ Da’s
natuurlijk een dingetje en zoiets komt wel binnen, om het in tijdgebonden stijl
te zeggen.
Daarom begrijp ik ook niet
dat mensen maar blijven kletsen in de aanblik van iets moois. En ik kerken,
kathedralen en musea al doorleuterend selfies maken. Deze oprisping tekent mij
uiteraard als een oudere zeurder. Het museum als pretpark?
Zo dat heb ik gezegd. Dit
kansel zou zo de loge in de Muppetshow kunnen zijn.
Een bezoek aan het werk van
De Bruijn is geen visite aan een pretpark. Er wordt ietwat inspanning van je
verwacht. Zeker nu De Bruijn sinds kort maatschappijkritische vragen stelt aan
zijn publiek. Zo verraste hij me wat zomers terug met een nieuw thema ‘de ontmannelijking
van de kerk’. En nu dan met ‘De genestelde gedachte’: is wat ik zie, wat ik zie?
Moet kunst je bestaande beelden bevestigen of aan het wankelen brengen?
In ons brein barst het van
genestelde gedachtes. Zo maken we inschattingen om te overleven. Of zeggen we
blij dan wel teleurgesteld ‘Dit had ik van jou niet verwacht’. Niet die ander,
maar de spreker heeft ervoor gezorgd dat dit verwachtingspatroon zich kon gaan
nestelen. Misschien is het tijd om het eens op te schudden.
Mijn advies op deze
Driekoningendag luidt: gun het jezelf om in stilte - vooral in stilte, om de
monoloog met jezelf de kans te geven - voor een De Bruijn te gaan staan. Kijk
kritisch naar één de genestelde gedachtes in jezelf. Bijvoorbeeld: Waarom heb
ik een hekel aan gebakken lever?
Kijk en denk na. Bijvoorbeeld
volgens het adagium dat de dichter-filosoof Henk van der Waal in 2012 aan zijn ‘nieuwe
filosofie’ meegaf: ‘Denken op de plaats rust’. Gluur naar het werk van De Bruijn als door een sleutelgat; ga stiekem op zoek naar iets nieuws, in bewondering en …
stilte. En reflecteer intens. Kijken naar een De Bruijn is een werkwoord.
Is het mogelijk om met
kunst je bestaande ideeën te bevragen? Aan het wankelen te brengen? Ja. En ik
meen dat de kunnen lezen in de volgende drie dichtregels uit het prijswinnende gedicht
Legenda van Dorien de Wit (gepubliceerd in 2017):
‘In de
bergen is de horizon een golvende lijn
Staand op een berg ben ik onderdeel van die
lijn
Ik pak de bovenste steen op en verander de
horizon’.
Aan het werk mensen. De
tentoonstelling is geopend. Proficiat Geert en nog vele jaren zo doorgaan jongen.
De drank wacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten