woensdag 27 maart 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (1); inleiding




‘Zomer in (Nieuw-) Zeeland’

Deze winter trokken we tien weken door Nieuw-Zeeland. Ruwweg van zuid naar noord over beide hoofdeilanden. De reis maakte een grote indruk op ons. Veel van wat we zagen, deden, ondernamen heb ik vastgelegd in een dagboek. Het is geschreven met mijn bril op.

Nieuw-Zeeland is in veel opzichten een prachtig land. De natuur, de ruimte, de mensen. TravelEssence koos, in overleg met ons, de plekken die we zouden bezoeken, de B&B’s, een aantal speciale activiteiten, de vliegmaatschappij, de huurauto. Daarin heeft de organisatie een voortreffelijke hand gehad. De medewerkers hebben goed begrepen wat wij - toen nog totaal onbekend met het land - zochten. En juist dat hebben we kunnen vinden.

De B&B’s waren prima. Een aantal was meer dan bijzonder. Zonder uitzondering bleken de gastgezinnen hartelijk, open, gul, warm. ‘Gastgezinnen’, een woord dat ik met opzet kies, want binnen de kortste keren waren we bij de meeste ‘hosts’ kind aan huis. Zeker daar waar onze ‘hoek’ zich in het hoofdhuis bevond. Die bekende Spaanse uitdrukking is nooit gebruikt; wel degelijk was het ‘mi casa, su casa’. Ik vind het knap hoe gemakkelijk de B&B-eigenaren zich opstelden. Zeker in het begin moest ik de nodige schroom overwinnen om - zeker tijdens de afwezigheid van gastvrouw en/of -heer - de als vrij te betreden ruimtes ook daadwerkelijk ‘in gebruik te nemen’.

De vrouwen en mannen bij wie wij te gast waren, hebben zich bovendien zeer ingespannen om ons hun omgeving te laten leren kennen. Voor onze ‘belevenissen’ waren zij een essentiële bron. We zijn ze voor hun aandeel bijzonder dankbaar.

Met de enthousiaste verhalen van anderen in ons hoofd (merci zeker Madeleine en Leo) gingen we op pad. We reden bijna 6.000 km’s (5.923 om precies te zijn). Afgezet op de gehele periode lijkt dat niet veel. En al is de rijstijl, zoals zo veel dingen in dit land, ontspannen, de wegen zijn merendeels enkelbaans, bij tijden smal, voortdurend barstensvol bochten, klim- en daalpartijen. Echt opschieten is een illusie; moet je ook niet willen. Op tien meter na zat ik die kilometers achter het stuur. Met links van mij de co-piloot die onvermoeibaar de route aangaf. Altijd goed voorbereid, met alternatieven als het korter kon, of mooier. Steeds met als basis maps.me, waarbij met de eigen oplettendheid van mijn vrouw ook de meest verstopte B&B’s steeds gevonden werden. Merci! Ook voor het geduld met de chauffeur.

Nieuw-Zeeland (in het dagboek NZ genoemd) is een groot land. Daarvan hebben we in die tweeëneenhalve maand veel gezien. Veel ook niet. En dan heb ik in mijn verslag ook nog dingen onvermeld gelaten. Al met al zijn het (toch) de nodige pagina’s geworden. Wie er de puf voor op kan brengen, nodig ik van harte uit om ‘mee te lezen’. En/of de plaatjes te bekijken, natuurlijk.




In de betreffende periode vonden twee donkere gebeurtenissen plaats. Tegen dat wij op het Zuidereiland richting Nelson trokken, woedde in die gortdroge omgeving een grote natuurbrand. Gezinnen werden geëvacueerd en de spanning was groot in Pidgeon Valley. Zonder meer een ramp was de moordaanslag die op 15 maart in Christchurch plaats vond. Hiermee werd het gehele land geraakt: de natie verloor haar onschuld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten