Om 10.00
uur gaat het met de auto richting Mt Cook; met 3.724 m de hoogste berg van NZ.
Eerst over de prairie en dan langs Lake Pūkaki langzaam omhoog. De weg houdt op
bij Mt Cook Village met vanuit The Old Mountaineers’ Café een pracht zicht is
op de NZ Alpen. De gletsjers lijken zo dichtbij. Deze voortkruipende ‘eeuwige’
sneeuw schraapt deeltjes van de rots af die met het smeltwater in het meer
terechtkomen. Dit zorgt voor de azuurblauwe kleur van Lake Pūkaki. Bij Lake
Tekapo hadden we dat mooie effect al mogen zien.
De weg
gaat omhoog richting Lindis Pass die de Mackenzie Basin verbindt met Central
Otago. Het aantal wijngaarden dat we zien, neemt toe. Evenals de hoeveelheid
schapen. Bij het kleine Tarras stappen we uit voor een bezoek aan winkel met
producten van merinoswol. Tarras is de eerste bewoonde plek sinds we een poos
terug Mt Cook Village achter ons lieten. De stadjes en steden liggen hier ver
van elkaar verwijderd. Daartussen bevindt zich veel leeg (ogend) land. Nu we de
pas over zijn, voelt het veel warmer aan. De wind is weg: we zijn in een volgende
klimaatzone aangeland.
Tegen
16.00 uur arriveren we in Clyde en gaan naar de fietsenwinkel waar bij ‘Bike It
Now!’ twee elektrische mountainbikes voor ons (op hoogte afgesteld) klaar
staan. Niet dat we er nu al op gaan rijden: dat gebeurt morgen. We krijgen
fietstasjes mee voor de proviand. Meepesant kopen we daar ieder nog een
fietsbroek met een stuk zeemleer in de zolder. Daarna gaan we naar het volgende
B&B, ‘Rockview’ in het nabijgelegen Alexandra. Dit stadje staat bekend als
de plek waar in de winter de koudste en in de zomer de warmste temperaturen van
NZ gemeten worden.
We
bevinden ons in het centrale deel van de streek Otago. Deze omgeving beleefde rond
1900 een ‘goldrush’. De toestroom van mensen en het vervoer van materiaal leidde
tussen 1879 en 1907 tot de aanleg van de ontsluitende Otago Trail Rail. 152 km
tussen de oostelijke kustplaats Dunedin en Clyde in het westen. In de jaren ‘80
van de vorige eeuw verdween de spoorweg en kwam er een pad voor wandelaars,
fietsers en ruiters. Morgen doen we het stuk Auripo - Clyde. Terwijl we ons
inlezen over spookstadjes en de florerende wijnbouw, zien we hoe een
uitgebreide kwartelfamilie foerageert ik de grote tuin (met veel lavendel in de
borders) die het huis omgeeft. Het echtpaar Geoff en Gin waar we te gast zijn,
houdt een paar uur rijden hiervandaan vee: 150 koeien, veel schapen en een zwik
herten. In een wei naast de tuin staat een kleine groep schapen. ‘Die zijn van
mij’, zegt Gin, ´En mesjokke bovendien´.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten