‘We kunnen zo meedoen met de Dakar-rally’, merkt mijn vrouw op als we vanaf
Catlins Mohua Park over een gedeelte rijden waar de gravelweg richting Franks
Creek vol zit met gaten. Daarin staat water en aanvankelijk is de diepte een
gok. Nu snappen we waarom er bij aankomst in Christchurch een forse 4W-drive
voor ons klaar stond. De wagen heeft er geen moeite mee.
Van onze cottage in is het 20 minuten rijden naar het startpunt van onze
wandeling over de Catlins River Track.
Het bos hier is onderdeel van het Catlins Coastal Rainforest. In
overeenstemming met het idee van ‘regenwoud’ blijkt de begroeiing uitbundig.
Forse bomen die hoog oprijzen, middelhoge, dunne exemplaren en als
bodembedekking een zee van varens en soorten mos. De zon wordt goed gefilterd en
de temperatuur is aangenaam. Mijn inmiddels favoriete ´fern tree´ is uitbundig
aanwezig.
Het pad loopt meestal dicht bij de snelstromende rivier. ‘Hier komen we
voor’, zeggen we tegen elkaar. De natuur van NZ leren kennen; bij voorkeur
tijdens wandelingen als deze of op de mountainbike (met trapondersteuning, dat
dan weer wel.)
Het is goed opletten: gladde stenen, knoestige wortels, dan weer omhoog en
volgende moment weer omlaag. Zo bebost zouden grote delen van NZ er uitgezien
hebben voor de schapenboeren uit Schotland, Engeland en Ierland er weiland van
maakten.
Dan staan we voor de eerste hangbrug. Stalen kabels en ijzeren vlechtwerk
dragen een smal metalen opengewerkt voetpad. Er mag één persoon oversteken
terwijl de rest wacht. Wij zijn met z’n tweeën en terwijl de een oversteekt,
maakt de ander foto’s. Wie hoogtevrees heeft of niet over een
vloer-met-doorkijk wil lopen, moet door het water. Geen optie, denk ik, gelet
op de snelheid van de Catlins River. Zo’n tocht zie je op tv, bij Floortje op
Reis of zoiets. Altijd ver weg, nat voorhoofd, nu lopen we er zelf. Alleen de
apen die we 25 jaar geleden in Thailands regenwoud tegenkwamen, ontbreken nog.
Leven tussen de varenbomen nog dino’s?
Na een tijdje gaan we weer zo’n oeververbinding over. We hebben het over
twijfelachtige hangbruggen van lianen waarover - in de geïllustreerde verhalen
uit onze jeugd - missionarissen het oerwoud introkken. Een derde brug blijkt
niet voor de wandelaars bedoeld. Op niet meer dan het slappe koord met
draadleuningen kunnen medewerkers van ‘Staatsbosbeheer’ hun ‘evenwichtige’ werk
doen. Misschien onderwerpt de overheid tijdens de sollicitatieprocedure de
kandidaten aan een proef over de stormbaan.
We bereiken Wallis Stream waar we op een picknickplek wat eten en drinken.
De terugweg is een kopie van deel een. Toch ziet het er als nieuw uit, behalve
die twee bruggen uiteraard: we zijn inmiddels routiniers op de evenwichtsbalk.
In totaal duurt de wandeling een kleine drie uur. In die tijd zijn we twee
solo lopende jongelui tegengekomen: een meisje en een jongen, alle twee goed
bepakt. Het laatste stuk tot de auto loopt omhoog: bezweet komen we aan de
finish bij Franks Creek. Het is zonnig, 23°C, gevoelstemperatuur 32°C (ik
over’drijf’).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten