Dinsdagmorgen rende ik in het nog halfduister langs de afrastering met prikkeldraad. Daarnaast staan wachttorens die voorbij het bruggetje over het Drongelens Kanaal ineens opduiken tussen het groen. Nagebouwde exemplaren, maar hun aanblik is niet minder bedreigend. Het oorspronkelijke terrein van het concentratiekamp is verkaveld geraakt. Nu vind je er naast het Nationaal Monument een gevangenis, het Molukse woonoord Lunetten en twee kazernes. De weinige gebouwen die buiten het bezoekerscentrum nog uit de Tweede Wereldoorlog dateren, zijn niet of nauwelijks te bezichtigen. De enige originele barak die over is, staat er ondanks alle inspanningen nog steeds onderkomen bij.
‘Waarom hebben jullie die oude barakken hier en in Westerbork opgeruimd?’ Die vraag kreeg ik vorige jaar september van een nichtje waarmee ik van Kamp Vught naar de Fusilladeplaats wandelde. ‘Als wij aan die verschrikkingen herinnerd moeten blijven, hadden jullie wel wat zuiniger kunnen zijn met dat erfgoed’. Ze is half zou oud als ik en meteen voelde ik me schuldig aan de eroderende werking van de tijd op de geschiedenis. Deze week had ik opnieuw 14 kilometer voor me, om opnieuw een antwoord te vinden op haar vraag.
Boven de IJzeren Man was een magistrale zonsopgang te zien. Ik realiseerde me dat ik op dat moment over het ‘Duitse strandje’ rende. ‘We’ hebben die oude barakken gewoon op laten gaan in de tijd omdat ze toen nog te veel herinnering droegen. En dat verhaal kwam wel erg dichtbij. Misschien is dat een antwoord?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten