zondag 18 november 2012

Vissersmis


Het is heel vroeg. Misschien pas 06.00 uur. Ons visgerei staat bij dat van anderen opgesteld in het portiek van de Kapucijnenkerk. Zeker zo'n dertig donkere foedralen, elk met een aan bovenkant uitstekend schepnet. Ze worden na het 'ite missa est' weer aan de fietsstangen gebonden. Pa en ik moeten eerst de Grote Brug over en het spoor bij Orthen, om bij het kerkhof af te slaan naar de Hervense Dijk.

In de kapel is het halfduister. Er zitten uitsluitend mannen en jongens in de banken. De pater gaat van het altaar naar de preekstoel. Normaal duurt een zondagsdienst in de eigen parochiekerk zeker een uur, inclusief preek en communie. 'Jezus was een visser', zegt de celebrant. 'Jullie ook'.

Dat is het zo'n beetje. Het vissersmiske is er een van weinig woorden. Populair bij de vroege vogels die met Gods zegen op weg willen gaan naar Dommel, Maas of Wielen. Wij gaan naar die derde bestemming. Op de fiets, met het foedraal aan de stang gebonden, de beugel van het schepnet achter de bagagedrager.

Vader rijdt voor me, naast ome Harrie van tante Toos. Drie Harries op een kluitje. We komen toepasselijk langs de H. Geestwiel. Stoppen bij de Duitse Wiel om van daar met de fietsen maar de Platte Wiel te sjouwen. Jezus was een visser. Van mensen en wij komen voor de karper. De edelkarper vind ik mooier dan boerenkarper. Ma heeft graag dat we eens een kroeskarpertje meebrengen, een soort die ik alleen uit de verhalen ken.

Voor we om 12.00 uur weer naar huis gaan, spreken we nauwelijks. Vissen is ook iets van weinig woorden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten