woensdag 12 juni 2013

Heilzaam oord



Na een eerste stop in Zwolle, gaan we opnieuw richting Hamburg. Na het zand komt het veen. Véél veen. Dan geeft een bord aan dat we in Ostfriesland zijn. Over de bewoners van deze streek bestaat hier hetzelfde soort moppen als wij over de Belgen vertellen. ‘Waarom is de lucht in Oost-Friesland zo zuiver? Omdat de bewoners met de ramen dicht slapen’. Dat gaan we niet controleren. Met Oldenburg in het vizier slaan we af naar Bad Zwischenahn. Het is schitterend weer. En dorstig.

Achter een halve liter lokaal donker bier lees ik dat het Zwischenahner Meer vóór ons, met zijn 5,5 km2 in grootte het derde van Niedersaksen. In de omgeving komen veel plaats- en veldnamen voor op -fehn, -moor en -brook. Een drassige streek dus waar ongetwijfeld veel turf gestoken is. Aan diezelfde dagbouw dankt Nederland bijvoorbeeld de Reeuwijkse en Vinkeveense Plassen. Het lijkt vanzelfsprekend dat ook dit Noord-Duitse water het resultaat is van eenzelfde soort geploeter.

Niet dus. Voor we de volgende ochtend op woensdag 5 juni op pad gaan, verneem ik twee verklaringen voor het ontstaan van dit water. In de eerste slaat de duivel op tilt wanneer hij hoort dat in Oldenburg de eerste kerk gebouwd wordt. Kwaad rukt hij groot stuk grond uit de aarde en gaat hiermee richting het godshuis dat hij onder de kluit wil vermorzelen. Onderweg afgeleid door een haan die drie keer kraait, smijt hij zijn vracht weg zonder schadelijke gevolgen. In werkelijkheid spoelde 10.000 jaar terug een ondergrondse zoutlaag weg waardoor een gat ontstond dat zich vulde met water.

De wandel- en fietsroute van 12,5 km rond het meer blijkt op deze zonnige dag van een aangename schoonheid. Water, naald- en loofbomen, vakwerkbouw. Privé-bezit van hotels, restaurants en particulieren onttrekt regelmatig het zicht op het meer.

Bij het dorpje Dreibergen rookt Fischerei Rabben al  meer dan 350 jaar zelf gevangen paling. 'Op natuurlijke wijze', staat op de menukaart aangegeven. Hier in Ammerland blijkt 'Smoortaal' de Platduitse benaming voor het officiële 'Räucheraal'. Buiten in de zon eten we als lunch gerookte zalm en forel. Tot mijn grote vreugde is er Köstritzer Schwarzbier van het vat.

Bij Dreibergen liggen langs de oever wat heuveltjes. In zo'n vlak landschap als dit, heten molshoophoge oneffenheden van nauwelijks tien meter al snel 'berg'. Iets verderop kun je op een grote witte boot stappen die voor toeristen een lijndienst onderhoudt.

Na een aantal uren bereiken we weer Bad Zwischenahn waar bezoekers jonger dan 65 jaar gewoonweg opvallen. Veel hotels en gezondheidscentra richten zich op de aanpak van kwalen en kwaaltjes. Acht dagen geleden werd ik aan een liesbreuk geopereerd en als 'kuierend patiënt' voel ik me dus geheel op mijn plaats. Dit kuuroord is voor drie dagen onze tweede poosplaats richting Hamburg. Toen we hier gistermiddag arriveerden, hadden we geen idee van waar we terecht kwamen. Één voordeel heeft deze eenzijdige populatie: er heerst een serene rust.
In de buurt van de oever bevindt zich de St.-Johanneskerk uit de 12de eeuw. Het interieur leest als een boek met gekleurde plaatjes. Het altaarstuk is een klassieke uit hout gesneden triptiek. Op het kerkhof staan tussen de Duitse namen ook De Groot, Schipper en Remmers.

Deze omgeving blijkt overigens fameus om zijn rododendrons. Die zijn er ontzettend veel en ze staan juist nu in volle bloei. Mazzel. De verschillende kleuren zorgen voor een bijzonder accent in het groene decor. En - in een bloemenvaasje - op onze tafel in de eetzaal van het hotel. Het is dat ze een heilzame werking ontberen, anders hadden we ze beslist opgediend gekregen bij het avondmaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten