donderdag 28 augustus 2014

Kijken (2); Giotto di Bondone

Ongetwijfeld was het een afbeelding in Gombrichs ‘Eeuwige Schoonheid’ die mij in 1967 liet kennismaken met het werk van Giotto di Bondone (1266/67-1337). Ik was 19 en had net mijn eerste verblijf in Italië achter de rug. Een aangename cultuurshock.

Een geografische laars als één groot openluchtmuseum waarvan ik in die weken nog maar een klein gedeelte gezien had. Op het moment dat ik de fresco’s van Giotto op papier zag, ontstond de wens zijn werk in het echt te zien.

Die kans kwam in 1969 later toen mijn zwager van Bergamo naar Padua reed. Terwijl hij ‘zaken deed’, bezochten wij de kerk van Antonius van Padua, het (oude) universiteitsgebouw, Donatello’s ruiterstandbeeld van generaal Gattamelata.

De Cappella degli Scrovegni waar Giotto fresco’s had aangebracht, was wat moeilijker te vinden. En toen we d’r waren, bleek het gebouw gesloten. Uiteindelijk spoorden we iemand op die de sleutel had en ons voor even binnenliet. In het schaarse licht ontvouwde zich voor mij een moment van ongekende vreugde en schoonheid: dit was de schatkamer waar ik naar uitgezien had. Wat een land. Met nog zoveel te ontdekken.

Hoe was het mogelijk dat op 1000 km van Den Bosch deze werken konden ontstaan terwijl mijn eigen stad in die eeuwen nog niet meer was dan een paar moeilijk te verdedigen hectaren houten huizen? Jarenlang heeft die vraag me bezig gehouden. Giotto had het geheim van de smid al ontdekt.

Dat wil zeggen: op het platte vlak. Ver weg kijken, moest nog ontdekt worden. Ook zonder de aandacht voor het perspectief werd deze Florentijn voor mij de meester van de fresco’s, zoals Donatello dat was voor de beeldhouwkunst. De kleurrijke afbeeldingen groeiden uit tot mijn maatstaf voor alle vergelijkbare werken die ik later zou gaan zien. Groots in de compositie van het geheel, groots in de aandacht voor het detail. Gemaakt met een weergaloze techniek. Deze man - volgens de 'verhalen' als knaap nog herder - was één van de drie kunstenaars die me leerden kijken.

Was het mazzel die ons op die dag in 1969 naar het halfduister van die kapel bracht waar we eenvoudigweg op eigen houtje een poos konden rondkijken? Inmiddels is de Cappella degli Scrovegni een streng bewaakt kunstfort geworden. Eenvoudig te vinden, moeilijk om te betreden. Via internet zijn de kaartjes vooraf te bestellen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten