
De dame trapte er met
beide benen in. ‘Een Bossche bol’, luidde haar antwoord. Waarop mijn zwager
vroeg wat hem dan wel voorgeschoteld zou worden. Een compacte beschrijving
volgde: ‘Een met slagroom gevulde bol en aan de buitenkant chocolade. En ze
zijn van Jan de Groot’. ‘Zo’, zei mijn schoonbroer, ‘Nu maakt u mij wel
geweldig nieuwsgierig naar wat zou komen’. ‘Wat nu?’, pakte hij even later de
draad weer op toen de ‘sjeklade bol’ voor zijn neus kwam te staan zónder mes en
vork. ‘Hoe moet ik dat naar binnen krijgen?’ Waarop direct - met de intentie
van een terechtwijzing - als reactie kwam: ‘Met je tien geboden. Zó doen wij
dat hier in Den Bosch’.
Geen idee hoeveel
chocoladebollen de Bosschenaar jaarlijks verorbert. Ik eentje, hoewel ik ze erg lekker vind. En dan vaak nog
als 2 x een half exemplaar (eentje in mei en een in oktober, bij wijze van
spreken). Áltijd mét mes en vork om ‘gedèddel’ te voorkomen. De bollen zijn er
voor toeristen en andere toevallige passanten. Zoals de Spanjaarden de zoveel
miljoen jaarlijkse bezoekers willen laten geloven dat ‘zullie zelveres’ thuis
de hele dag sangria lebberen. Doen ze dus ook niet. Misschien af en toe een
half glaasje, zonder dat ik het ze tot nog toe heb zien doen.
‘Zo doen wij dat hier in
Den Bosch’. Waarbij ‘wij’ - en zegslieden in de horeca spelen daarin een niet
te onderschatten rol in de ‘voor de zoveelste keer de meest gastvrije stad van
Nederland’ - anderen willen doen geloven wat we misschien zelf maar al te graag
geloven. Zoals bijvoorbeeld ‘Den Bosch is mooier dan Parijs, Den Bosch jij bent
mijn paradijs’. Zat de virtuoze Coen van Orsouw barstend van heimwee onder de Eiffeltoren toen
hij dit schreef? Of dat het - in navolging van Wim Kersten - nergens beter is dan hier, 'Zo tussen de mensen'? Van hem zijn wel meer knipogen naar de werkelijkheid bekend,
zoals ‘Weet je wel wat ik zou willen zijn? Een bloemetjesgordijn, een
bloemetjesgordijn’. Dat neemt denk ik niemand serieus. Toch?
%2Bwb.jpg)
Afijn, wie een warm
worstenbroodje bestelt, mag een ook aan de binnenkant ontkoeld streekproduct
verwachten. Met aan de buitenkant een knapperig en glanzend laagje brood.
Knapperig! Dus uit de oven, nondeju. Of de airfryer! En niet opgelauwd in de magnetron: klef,
met een slap en taai jasje.
Wie zo’n krokant lekker
worstenbroodje op tafel weet te zetten, geeft tenminste buitenstaanders een
moment de illusie dat Den Bosch voor de duur van die delicatesse even een
paradijs kan zijn.
(wordt dus vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten