dinsdag 14 april 2020

Levante Almeriense (2); torens

In het voorjaar van 2014 verbleven we een aantal weken in het kustplaatsje Águilas. Dat ligt hier niet zover vandaan, net over de grens in de regio Murcia. Van daaruit bezochten we interessante plaatsen zoals Lorca en Cartagena. Het deel van Spanje waar we nu zijn, het oosten van de provincie Almería, is nieuw voor ons. Er valt in Levante Almeriense veel te ontdekken. 

Er zijn de nodige dingen die ons meteen opvallen. Een daarvan is de aanwezigheid schoorstenen die op onverklaarbare plaatsen in het landschap staan. Bijvoorbeeld midden in een stuk ongecultiveerd land bij Mojácar. Of, met de ster van Bethlehem in top, boven op een heuvel van buurdorp Garrucha. Of weer iets verderop tussen de nieuwbouw bij het strand van Vera Playa.

Ze blijken ‘industrieel erfgoed’. Gebouwd in de 19de eeuw toen hier mijnbouw voor werk en welvaart zorgden, zo ik lees. De eerste decennia ging het om de gemakkelijke exploitatie van lood, later om de wat complexere winning van ijzer. Gieterijen veranderde de gedolven metalen in ‘broden’ die zo vervoerd konden worden per trein en boot. Garrucha floreerde: met casino, danszaal en huizen voor industriëlen werd het een mondain centrum. Dat de ovens dag en nacht in touw waren en de rook uit de vele schoorstenen voor de nodige verduisterende dampen zorgden, was een andere zaak.

Mondain is Garrucha nu allerminst. Een stadje aan zee waar elke dag door een kleine vloot verse vis wordt aangevoerd rond 17.00 uur. Je kunt er de klok op gelijk zetten: de boten zien wij rond die tijd vanuit ons appartement richting haven varen. Vlot daarna vindt in de vismijn de veiling plaats. Inmiddels hebben we die ‘handel’ ter plekke bekeken. Beroemd zijn de grote rode garnalen van Garrucha.
Rond de haven liggen in een halve cirkel de restaurants die op hun klanten wachten. Een deel van die gelegenheden is nu buiten het hoogseizoen gesloten. 

Iets voorbij de haven - tussen de vakantiewoningen - staat net over de grens met Vera - de toren van S. Jacinto. De kolos dateert uit 1860. Aan de achterzijde van Garrucha - hoog op een heuvel - staat de schoorsteen van S. Ramón (1841). Deze staat op de kaart van uitzichtspunt. Op 26 december hebben we vandaar een weids gezicht op achterland, kuststrook en zee.

Beneden ons rijden zware vrachtwagens af en aan. Ze vervoeren in een constante stroom gips vanuit Sorbas, een half uurtje rijden hiervandaan.


De vindplaats is in grootte de tweede van de wereld. De zware lading gaat in een tunnel onder de haven naar een pier waar de inhoud van de laadbakken in grote hopen ligt te wachten op vervoer per schip. 80% van dat spul komt in de VS terecht. Geen idee of iemand zich ooit afvraagt waar de grondstof vandaan komt die thuis op wand of plafond zit. 

Op zondag 29 december ligt in de haven aangemeerd de Chiloe Island, een van de bulkschepen uit de vloot van Pasific Basin. Als ik dit vaartuig nasla op internet, kom ik een kaart tegen waarop de huidige positie staat ingetekend. Klopt exact. 
Een dag later blijkt het volgende schip aangemeerd te zijn. Het vertrekt op Oudjaarsdag tegen 17.00 uur. Als we ‘s avonds richting Maraú Beach Club Vera lopen voor het ‘laatste avondmaal 2019’ zien we de rij boordlichtjes van de nummer-drie-in-vier-dagen. 

(wordt vervolgd)







Geen opmerkingen:

Een reactie posten