zaterdag 10 augustus 2013

Thüringen (5); Vrolijke meisjes

Jena: de glazen van Zeiss. En daarnaast natuurlijk de bijzondere aanpak voor scholen. Dat is zo’n beetje onze voorkennis. Plus uiteraard het gegeven: voormalig Oost-Duitsland. Opvallend genoeg is van het tweede beeldvormende element tijdens een stadswandeling op 8 augustus niks terug te vinden. Van de andere twee des te meer.

Van ons hotel bij Jena Lobeda-Ost gaan we met de tram naar het centrum. Onderweg veel woonblokken hoogbouw uit de communistische tijd. Premier Helmut Kohl formuleerde het ongeveer zo na de 'Wende': 'Ieder een andere woning geven, zal zo snel niet gaan'. Hij zei het met spijt. Zoals op veel vergelijkbare plaatsen is en wordt ook hier massaal gerenoveerd en bijgeschilderd. Wat blijft is een omvangrijk opbergsysteem aan de voet van Lobeda.

Dat houdt op bij de rand van het centrum. We stappen uit bij het 'Paradiesbahnhof' (mooie naam) en wandelen richting VVV. Wat meteen opvalt tussen de historisch aandoende gebouwen is een wolkenkrabber in de vorm van een glazen beschuitbus. ‘Welke bezopen stadsplanner heeft dat ding hier kunnen bedenken?’ is mijn eerste gedachte.

Tijdens het oude regime werd het neergezet voor Zeiss Optik. Onder het nieuwe beleid kreeg het zijn huidige aanzien. Zo van: het staat er nou eenmaal en laten we er het beste van maken. Jentower heet het glazen busbrood en de aanwezigheid ervan went. Sterker nog: we nemen zelfs op enig moment de lift naar de 28ste verdieping en genieten van het uitzicht. Duidelijk van zo hoog is de aanwezigheid van de bebouwing voor Zeiss, Schott en Abbe. 

Los van deze eenzame schitterzuil blijkt Jena bijzonder charmant als stad. Heropgebouwd na de Tweede Wereldoorlog met gevoel voor schoonheid en historie, interessante straatjes en pleinen, veel heuvelend groen, de overal aanwezige universiteit, een rustig tempo en de naar onze maatstaven democratische prijzen. Ik begrijp - desgevraagd - van mijn neef die al een mensenleven in Hamburg zijn draai heeft gevonden, dat lonen en pensioenen hier iets lager zouden liggen dan in het westen. 'Niet te veel', appt hij, want de wil om in het oosten te wonen, is niet echt groot’. Ik zal me thuis eens wat gaan verdiepen in deze materie. Welke Duitser zou op welke landgenoot jaloers moeten zijn?

Het duo Schiller-Goethe dat we vorig jaar dominant aanwezig zagen in het nabijgelegen en magnifieke Weimar, is ook hier bekend. De eerste heeft in Jena gewoond en we bezoeken die plek. Grappig zijn de tuinkeuken en zijn schrijfhuisje. De bekendheid van deze Duitse icoon heeft geleid tot de naam Friedrich-Schiller-Universität. Op het oog lijken veel studenten tijdens deze zomerperiode de stad niet verlaten te hebben. Zoals in elke universiteitsstad vind je ook hier overal studentenmenu’s aangeprezen.

Tijdens onze VVV- wandeling krijgen we de aangeschafte ‘Stadtfüher’ niet helemaal uit. Het Zeiss Planetarium moet wachten tot een volgend keer. We hebben genoeg aan de Markt met het historische stadhuis, de St.-Michaelskerk, restanten van de stadsmuur met een kruittoren, wat opvallende panden, die hoge Jena-toren en de Schiller-residentie. Daarna relaxen met Apfelschorl en het onvolprezen Köstritzer Schwarzbier in de Wagnergasse.


Het centrum is rijk aan beelden. Aan het eind treffen we twee vrolijk dansende bronzen meisjes aan. Iemand heeft ze voorzien van wild-brei- of haakwerk. Ik vind ze de sfeer van deze dag prima weergeven. En voor de komende tijd bepalen ze mede mijn beeld van deze stad. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten