Met de auto van het hotel In Jena-Lobeda naar Jena-Göschwitz,
waar bij het station de wandeling begint. Bij de receptie hebben we een
uitdraai voor de route gekregen. De eerste versie was in het Nederlands,
machinaal gemaakt. We hebben er flink om gelachen en uiteindelijk gewoon de
Duitse tekst opgevraagd. Die begrepen we tenminste.
Op weg naar het Leutrathal, ook bekend als het ‘dal
van de orchideeën’. Rond het jaar 1000 moet hier op de kalkhellingen wijnbouw
geweest zijn. Toen kwam de ‘kleine ijstijd’ en tegenwoordig staat de streek
bekend om de aanwezigheid van orchideeën die in deze tijd van het jaar wel
uitgebloeid zullen zijn. Meteen maar heuvelopwaarts. Göschwitz verdwijnt achter
ons. We lopen kennelijk ook een deel van de Lutherroute. Zijn naam is - naast
die van de latere Goethe, Schiller en Bach - overal aanwezig in Thüringen. In
elke kerk van enig formaat die we passeren, heeft hij wel gepredikt.
Over de eerste heuvel - meer een kalkbreuklijn -
zien en horen we de snelweg naar Dresden. Bergafwaarts is het geluid 'erg
aanwezig'. Grote percelen zijn afgezet met bordjes: de Friedrich Schiller-Universtät
doet hier onderzoek. Het lijkt me een bloemenparadijs voor
botaniseertrommelbiologen. En in onze ogen is er een rijkdom aan vlinders,
waaronder - wat we denken - het pimpernelblauwtje. De dame maakt druk foto's en ik denk aan de vergeten tv-serie 'Luipaard op schoot'.
Aan de overkant passeren we een gehucht dat
volgens de kaart Leutra zou moeten heten. Vissen schieten weg in de smalle
betonnen waterloop richting riviertje. Een lange tijd gaan we parallel aan de
snelweg tot we dat pad, na enig gezoek, linksaf 'omhoog' kunnen verlaten. We
laten het ‘basso continuo’ van de E40 achter ons. In het eikenbos eten we op
een houten jachtstoel onze broodjes op. Als we naar de heuvelkam lopen, springt
een ree voorbij.
Warm en stil is het op de weide. Veel vals plat.
Op de kam ligt het gehucht Dürrengleina in de zon. De schuur van de Vrijwillige
Brandweer is van poppenhuisgrootte: wat staat daar nou in? Een bluspomp met
twee zwengels? Tegenover dit petieterige gebouwtje ligt een waterbassin
(Schwimmen verboten) met daarnaast een brandkaan. Overdag komt hier elk uur een
bus voorbij. Lief, stil authentiek voor de een; uitgestorven, gruwelijk saai,
een boerengat voor de ander. Hoe is het hier in de winter met 30 cm. sneeuw?
Achter het dorp een magnifiek uitzicht over dit
deel van Thüringen. Bossen, velden, kammen met hier en daar een kasteel. We
komen al de hele dag niemand tegen op onze route. Ook hier niet. In de verte
gaat een tractor.
De rijkdom aan bloemen en vlinders houdt aan tot we
over weer een kam aan de terugweg beginnen. Voor Maua loopt het pad steil naar
beneden. We zijn blij dat we de route niet andersom gedaan hebben.
In het centrum van dit plaatsje raken we de weg
kwijt. De werkzaamheden aan een fly-over bij het centrum hebben kennelijk
geleid tot het verdwijnen van wat wit-geeltjes op palen en bomen. Moeten we
langs het spoor en de Saale naar Göschwitz? Ook de aanwijzingen op onze
routebeschrijving geven geen uitsluitsel. Dan maar verder over het nieuwe
fietspad.
Bij het stationnetje bestuderen we de lijst van
aankomst en vertrek. Morgen zullen we vanaf hier met de trein naar Erfurt gaan.
Een aantal dagen later thuis lees ik dat het in
ons land geherintroduceerde pimpernelblauwtje een zeer klein woongebied heeft bij de Moerputtenbrug in de buurt van Den Bosch. Nóg en reden om naar Thüringen
te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten