donderdag 23 mei 2019

Dagboek Portugal (4); eikels en stenen

17/05
Op vrijdagmorgen rijden we naar Comporta. Dit plaatsje hoort tot de gemeente Alcácer do Sal waar we twee dagen verbleven. De weg voert door een gebied dat ons aan Les Landes doet denken: lichtgekleurd zand, dennen, enigszins geaccidenteerd.

Na 20 minuten arriveren we in het plaatsje waar volgens een reisgids ‘bovenmodale Lissabonezen in het warme seizoen verkoeling zoeken aan zee’. Half mei is op deze bewolkte vrijdagochtend nog weinig van deze aanwezigheid te merken.

Temidden van de rijstvelden staat het Museu do Arroz, Comporta zelf is petieterig en aan het eindeloze en maagdelijke strand staan twee restaurants. Da’s alles. Waar al die lui onderdak vinden, is me een raadsel. Wellicht zien we niet alles.

Aan de horizon ligt Setúbal. Wat is het mooi aan deze kant van de oceaan.

Vervolgens terug naar Alcácer. We hebben de afgelopen dagen al wat politiecontroles gezien. Dit keer worden we staande gehouden. Voor ik het zijraam half open heb, worden we gemaand door te rijden. Onze nummerplaat bevat een X, zoals de meeste huurauto’s waarin toeristen hier rijden. En met de beste wil van de wereld zien we er samen niet echt mediterraan uit. 

Voorbij het stadje aan de Sado volgen we eerst een stuk met natte rijstvelden op rechts; later volgt aan weerszijden een landschap met eiken.

Bij Guadalupe bezoeken we een informatiecentrum. De bossen met eiken (de ene soort voor de kurkproductie en andere voor de varkenshammen) zijn beschermd. In Spanje heet dit oude landschap ‘la dehesa’; de zwarte varkens staan garant voor smeuïge ham. De naam hier is ‘a montada’.

De semi-open omgeving met bomen is ontstaan toen de menhirbouwers hier voer aan wal zetten. Ze waren geen jagers-verzamelaars meer: ze werden sedentaire boeren. De golf nieuwelingen waaierde uit tot in Bretagne.

Dat lezen we allemaal op borden die buiten opgesteld staan. Buiten d.w.z. naast een modern gebouw dat met  kurk bekleed is.

Binnen is te zien hoe de oude tv-cursus van Thea & Theo tot creativiteit heeft geleid. Nu de vraag naar afsluitende kurken afneemt, blijkt het materiaal ook geschikt als isolatiemateriaal in vliegtuigen. Of als ‘kunstleer’ voor basketbalschoenen.

Vervolgens gaan we in het bos op zoek naar de fallische Menir dos Almendres en de Cromeleque dos Almendres. Bij die laatste - met 100 megalieten de grootste steencirkel van het Iberisch Schiereiland - tot onze verrassing ook vijf in het wit geklede steenknuffelaars ‘los’. Waar je in gelooft, is een privé-zaak. Ze lopen ons niet in de weg; het oogt wel bizar. Afijn.

Dan richting Arraiolos. Het plaatsje valt al van verre op. Het is gebouwd tegen een solitaire heuvel en met name de ommuurde burcht domineert het landschap. Verschuilt zich daarin ons volgende onderkomen. Nog voor we de bebouwing bereiken, slaan we af en rijden een klein dal in. Daar bevindt zich de Pousada de Nossa Senhora da Assuncão Het zou zo nog bewoond kunnen worden door religieuzen.

‘s Avonds eten we in de pousada. De keuken blijkt ook hier sterk in de bereiding van lekkere gerechten op basis van de regionale traditie uit Alentejo.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten