donderdag 31 januari 2013

Luciferdoosje

Er is vannacht veel wier aangespoeld. De vloedlijn wordt gemarkeerd door een groen-bruine massa. Door de panoramaramen op driehoog zie ik hoe geel-blauwe mannen van de gemeente Granadilla de Abona, waartoe El Médano behoort, met rieken en tractor het aangeworpen spul verwijderen. De eerste zwemmers liggen al in zee. Het is 07.50 uur op 30 januari 2013; de zon verschuilt zich nog achter een verre, mistige band. Ik sta al klaar voor de ochtendrun langs het strand. Als om 08.10 uur de zon doorbreekt, loop ik naar de kleine boulevard.

Bij eb, en dat is het nu, heb ik een zee aan zand voor me als ik begin te rennen. Ik volg de luie bocht van de baai, tegen het decor van de lagere Montaña Bocinegro en haar grotere broer de Montaña Roja. Het is warmer dan alle ochtenden die ik de afgelopen weken op dit uur van de dag hier liep. In de verste verte geen wolkje, met aan mijn rechterhand El Teide, Spanjes hoogste berg. Zowat 60 km hier vandaan, 3.718 m hoog; alsof je d’r zo naar toe kan lopen.

Het rennen wil aanvankelijk niet erg vlotten. Dikke benen van gisteren. Toen sjouwde ik tot aan de bebouwing aan het eind van de Playa de la Tejita. In totaal nog geen tien kilometer, dus wat loop ik te meuten. Nou ja, het zand is op bepaalde gedeeltes zo zacht en zompig dat het eerder ploegen dan lopen is. Een goede oefening. Onderweg komt mij een vrouw in het blauw tegemoet. Ze zet er flink de vaart in. Als ik haar passeer, ruik ik de beugeltas van mijn oma Van den Broek: onjeklonje. Moeders moeder staat bekend als Kaatje, met de zondagse variant Leocadia. Ik moet dagelijks aan haar denken: een dan de strandjes hier heet Playa Leocadio Machado.

Zeker de eerste kilometers stop ik geregeld om foto’s te maken. Versteende zandduinen, ribbelig strand, lavaformaties, de vroege zon op het water. En steeds beide oude vulkanen die al meer dan twee weken mijn uitzicht bepalen. ‘Schoonheid is aardig’, zegt Xavier Radek in Arnon Grunbergs ‘De joodse Messias’. ‘Maar een mens heeft idealen nodig die verder gaan dan esthetiek’. Voorlopig ben ik volkomen tevreden met dit landschap.

Ik loop en geniet. ‘Genot heeft geen diepgang’, beweert dezelfde Radek. Gevolgd door: ‘Als je weer een ochtend hebt genoten, slaat rond twaalven de melancholie toe’. Mooi niet dus, want op dat moment lig ik volkomen overgegeven aan de slaap, uiterst tevreden te meuren op het lavazand tegenover mijn tijdelijke woning.

Na de lunch wandel ik naar de Playa de la Tejita. Mij goed bekend, hoewel ik er niet eerder gewoon op mijn luie kont lag. Vandaag dus wel: het mooiste strand van Tenerife. Niet druk bezocht, ook op deze woensdagmiddag, terwijl het nauwelijks waait en de thermometer 25ºC aangeeft. Paradijselijk.

Ik neem een duik in de Atlantische Oceaan. Mag dan de lucht flink zijn opgewarmd, de Atlantische Oceaan blijkt dat geenszins. Ik lees de temperatuur af, terwijl ik naar mijn handdoek loop: luciferdoosjeskoud.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten