Deze tekst verscheen als column in de Bossche Omroep van 15 september.
Landelijk
nieuws 1: als in juli 2008 het tankstation aan de Vughterweg op een dieplader
van rechts naar links gaat, staat daar een tribune voor de belangstellenden.
Landelijk
nieuws 2: wanneer vijf jaar later aan de rand van de Vogelwijk een nieuwe
spoorverbinding over de Dieze komt, bevindt zich daar misschien wel dezelfde
houten stellage voor de talrijke kijkers. Nog geen maand later verschijnt er
géén tribune aan de Hekellaan. Had best gekund, want het is er druk met kijkers
naar de bouw van een parkeergarage daar. Wie weet, hoort zo’n verheven ding
alleen bij projecten die Den Bosch op het NOS-Journaal brengen.
Groot
nieuws of niet, met enige regelmaat stel ik me deze zomer op bij een kijkgat
tegenover de Bethaniestraat, uitgespaard tussen het hekwerk dat aan weerszijden
van zichtwerend kaasdoek voorzien is. Aan de rand van de afrastering staan twee
banken; die stonden er al. Het is er met gemiddeld veertien man behoorlijk
gevuld. Ik luister naar de medebliekers.
Hier
zouden ook wethouders moeten rondhangen, denk ik. Of ambtenaren die in Den
Bosch werken en elders wonen. Ze kunnen hier anoniem plaatsnemen. Kwansuis
langsgekomen op fiets of scootertje. Van Jan Hoskam mag ik veronderstellen dat
hij gewoon lopes te voet arriveert.
Aan
de overkant, aan de rand van een waterbak vinden de voor mij de meest
onbegrijpelijke technische manoeuvres plaats. Voldoende kenners staan naast me
en dankzij hun bijna gefluisterde commentaar krijg ik wat meer zicht op de
zaak. In hun uitleg klinkt bewondering door, iets wat er bij een
verantwoordelijk politicus natuurlijk ingaat als Gods woord in een ouderling.
Diezelfde volksvertegenwoordiger krijgt daarmee voldoende krediet om de vraag
te stellen: ‘Vinden jullie die garage ook echt nodig?’ Wat dan volgt, kan hij
of zij mee laten wegen in nog te nemen beslissingen.
Is
zo’n steekproef onder de Bosschenaren belangrijk? Mij dunkt van wel.
Bijvoorbeeld omdat op 3 maart 2010 in onze stad slechts 49,5% van de
stemgerechtigden naar de stembus ging voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Landelijk was dat 54,1%. De helft van de Bossche bevolking gaf die dag dus de
voorkeur aan andere bezigheden. Sindsdien vertegenwoordigen Raad en schepenen
op papier evenwel alle inwoners van de stad. Wat mij bezighoudt, is de vraag
hoe de gekozen en aangewezen lieden kunnen bevroeden wat onder die 100% leeft?
Uiteraard
tasten onze vertegenwoordigers niet zomaar in den blinde. Wat links en rechts
leeft, is niet onbekend uit vergaderingen, meetings, borrels en andere
treffens. Bovendien paraderen langs de partijen en de wethouderskamers allerlei
belangengroepen. Vaak dezelfde, krijg ik de indruk. Vergeet zeker de constante
stroom ingezonden brieven in de lokale krant niet. Trouwens ook vaak van
dezelfde auteurs. Dekt dit wat onder die 100% leeft? Nou 80% dan? 60%?
Op
Markt 1 moet een profiel bekend zijn van wie op 3 maart 2010 thuis bleef.
Volgend jaar is de dan aangegroeide gemeente weer aan de beurt om te gaan
stemmen. En je zult zien - da’s zo’n beetje ritueel - dat dan de vroede
vaderen, de lijsttrekkers en hun discipelen van hun zetel komen om zich aan den
volke te tonen.
Geloof
me: zo lang hoeven ze niet te wachten. Aan de Hekellaan staan twee
vierpersoonszetels. Altijd goed voor een praatje. Het vraagt niet veel
inspanning om ook andere ‘bènkskes’ in de stad te vinden. Onder andere bij de
tijdelijke voetgangers- annex fietsovergang naast de Bartenbrug. Zolang ik mij
herinner zit daar volk. Ik hoop dat de opvolger van Ruud Schouten daar vaak plaatsneemt.
En als bankzitter luistert. Of liever nog: hier een tribune plaatst. Dan kan
hij/zij nog meer stemmen horen!
Harry van den Berselaar
bolduque.blogspot.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten