Regen ontwricht het leven
op Tenerife. En op heel de Canarische archipel als we de journaalbeelden van
dinsdagavond 18 november bekijken. Zoiets hebben we eerder meegemaakt op dit eiland:
vier jaar geleden en toen ook in de tweede helft van die herfstmaand.
De volgende ochtend ligt
beneden in de draai van de Calle de Gaviota de nodige zooi. Het water dat in de
nacht van dinsdag op woensdag viel, heeft vooral modder en ontelbare stukjes
steen meegevoerd en dit alles ligt als een dikke koek op het zebrapad. (Later
op de dag zullen gemeentewerkers dit sediment wegwerken.) Iets verderop blijkt
dat ook het strand de nodige ‘voren’ heeft gekregen richting zee.
Een beetje uit mijn doen
sta ik om 08.30 uur op het centrale plein rond te kijken: hoezo geen
groentemarktje vandaag, hoezo regen? Waar is de zon? Ben ik in een maand tijd zo
vervreemd van een flinke bak neerslag? Ongelooflijk. De badmeester staat wat verweesd op een leeg strand.
De inwoners die ik die dag
zal tegenkomen, hebben het over niks anders dan de hoosbui. Hier betekent dat
heel wat. Ik begin het te snappen. ’s Avonds wordt duidelijk dat ook dit keer (net
zoals zo’n vier weken terug) in het noordoostelijke deel van Tenerife, het
gebied bij Santa Cruz en San Cristobál de La Laguna, kelders en straten
overstroomd zijn. Buureiland Gran Canaria is eveneens opnieuw de klos. Met name
daar heeft door eeuwen kaalslag het water vrij spel. Er is door de intensieve
ontbossing weinig groen om de overvloedige neerslag tegen te houden op weg naar
beneden.
Tegen alle voorspellingen
in blijkt het 24 uur later, op donderdagmorgen, prachtig zonnig weer. Misschien
wat frisser. De docent die we voor ‘Spaanse conversatie’ bezoeken, vertelt dat
zijn kinderen eerder die ochtend teleurgesteld reageerden op het bericht dat ze
gewoon naar school moesten. Er was toch een waarschuwing afgegeven voor storm
en wateroverlast? Nu scheen de zon en op Internet stond dat er gewoon les was.
Ook op vrijdag is het
prima. Vanaf zo’n 1.500 meter hoog ligt er sneeuw op het Teide-massief.
‘Opmerkelijk vroeg’, vindt de eigenares van de sportschool waar ik ’s morgens
om 08.00 uur aan mijn oefeningen begin. Een paar uur later, lekker in de zon op
de boulevard, oordeelt buurman Angél dat die sneeuw nou ook weer niet zo vroeg
is. Met zijn 78 jaar kan hij naar schatting zo’n halve eeuw meer overzien dan
de jonge informante eerder deze ochtend. Hoewel je die witte deken eerder in
december of januari kunt verwachten. Volgens Angél is het daarboven -7ºC.
Later leest mijn vrouw het
barre weerbericht voor dat wordt samengesteld door het nabijgelegen Aeropuerto
Tenerife Sur. Dichterbij en zekerder dan dat kan niet. Zou je denken.
Hondenweer op komst en toch is het zaterdag en zondag - in tegenstelling tot
wat ze ‘om de hoek’ voorzagen - in één woord stralend. Het beroep van
weerman/vrouw kent hier zo mogelijk nog meer onzekerheden dan in Nederland.
Op zondagmorgen loop ik
hard langs het strand tot aan het eind van de Playa de la Tejita. Door de nattigheid eerder deze week schiet ineens overal groen op. Onderweg heb
ik vrij zicht op de wit besneeuwde punthoed van El Teide. ‘Waar de blanke top
…’, etc. Een prachtig contrast: winter daarboven en lente hier aan zee. De
oorspronkelijke bewoners van deze eilanden, de Guanchen, zagen in de sneeuw de
aanwezigheid van de Goede godin. Door de berg te bedekken, zou zij de
vernietigende kracht van de Slechte god die in de vulkaan huisde, neutraliseren
en daarmee zorgen voor stabiliteit. Ik vraag me af in hoeverre de pre-Spaanse
periode van Tenerife deel uitmaakt van het geschiedenisonderwijs hier. Een
mooie vraag om aan ‘onze docent’ te stellen; tenslotte gaan zijn kinderen hier
naar de middelbare school. Als het niet regent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten