Bier drinken is leerzaam. Vaak hoor je dat alcohol gaten slaat in je hersenmassa, maar het bier dat ik vandaag geniet, voegt nieuwe kennis toe aan mijn brein. Hiertoe aangezet door de eerdere consumptie van het vrolijk klinkende Jubeljoop III (zie de twee voorgaande blogs), zit ik nu aan Jopen Koyt (8,5%), uit de stal van dezelfde Haarlemse brouwerij.
Jopen Koyt wordt geafficheerd als een roodbruin bier van hoge gisting, gebrouwen volgens een Haarlems stadsrecept van 1407. Nou hoeft die oude traditie niet per se garant te staan voor een lekkere smaak, maar deze drank krijgt al snel mijn sympathie. Aanvankelijk vind ik de hoeveelheid ingrediĆ«nten wat erg uitgebreid (gerste- en tarwemouten, plus haver), met bovendien de toevoeging van ‘gruit’.
Dan volgt het leerzame gedeelte, dankzij google. Gruit en hop waren eeuwen geleden concurrerend als natuurlijk conserveringsmiddel in bier. Uiteindelijk won hop, maar het oude kruidenmengsel blijkt dankzij brouwactiviteiten in bijvoorbeeld Haarlem en Gent te werken aan een bescheiden come-back. De samenstelling van gruit is streekafhankelijk, waarbij rozemarijn, gagel, salie, duizendblad en laurierbessen volgens Wikipedia de standaardingrediƫnten zouden zijn. Gagel of mirtedoorn ken ik wel als struik waaraan je onder het wandelen kuiten en scheenbeen openhaalt, maar (dus tot vandaag) niet als leverancier van een smaakmakend element voor bier. Een aangename verrassing.
Gruit en gagel, wat een namen. Ze doen me denken aan een verleden taalstadium. Aan de tijd waarin Karel ende Elegast ‘manlic ten swaerde vinghen’ (‘gingen benzen’, op zijn Bosch gezegd). In datzelfde Middelnederlands verwijst ‘coyte’ (kueyte, keute etc.) naar ‘kuit’, een biersoort dat de ‘coytebrouwer’ vervaardigde met gebruikmaking van tarwe, gerst en haver. ‘Grute’ (gruut of gruyt) werd betrokken van de ‘gruter’ (gruyter) of ‘gruutmeester’, die vaak ook bij assisteerde bij de menging van de gruit in het brouwsel. Er bestond ook zoiets als ‘gruutcijns’.
Ik ben na twee flesjes Jopen Koyt zo vrij om ‘gruit’ (en binnenskamers spreek ik dat uit als ‘gruut’) bij te zetten in de eregalerij van Klein Vaderlands Culinair Cultureel Erfgoed. Een mondvol, en dat is ook precies wat die klassering nastreeft. Op het vignet lees ik dat Jopen Koyt in 2009 een prestigieuze prijs won in de categorie ‘Herb and Spice Beer’.
Na het drinken van een Jubeljoop III bier, een week geleden, had ik een opmerkelijke droom (zie blog Klotofonie). Met de inhoud van 66 cl Jopen Koyt achter de kiezen leg ik mij om 23.00 uur te ruste. Als ik op dinsdag 25 januari ontwaak, heb ik een rustige nacht gehad. Mmm, dan toch maar weer eens met een Jubeljoop III de proef op de som nemen? Zo krijg ook ik mijn droomproject!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten