dinsdag 11 september 2012

Gdańsk (5); Antwerpski

Gdańsk, vrijdag 7 september 2012. Na vier voorgaande dagen met lekker weer, begint deze ochtend met wat regen. Tijd voor het binnenwerk: kerken en musea. Uit de eerste categorie hebben we de Mariakerk bewaard. Het grote gebouw raakte zwaar beschadigd in 1945; in het lichte interieur blijken de overgebleven kunstwerken op een mooie manier aanwezig.

Als havenstad kende als Gdańsk of Danzig een internationale bevolking. Die achtergrond valt ook af te lezen aan het mobiele culturele erfgoed van de basiliek. In het oog springt het retabel boven het hoofdaltaar. Als maker wordt aangegeven een meester Michael uit Augsburg. In velerlei opzicht een imponerend werk.

In dit gebedshuis zijn meer 'buitenlandse' altaarstukken zoals dat uit 1425, gewijd aan de gemartelde maagd Dorothea. De beeldhouwer blijkt onbekend en het bordje geeft aan ‘Engelse school’.

Aan de overzijde bevindt zich achter hekwerk een altaarstuk uit 1520 gewijd aan de H. Adriana. ‘Antwerpski’, lees ik op het bordje. In die tijd werd dit soort retabels op grote schaal vervaardigd in Antwerpen, Brussel, Leuven en andere Brabantse steden. En dit Antwerpse exemplaar kwam dus hier terecht.

Izaäk van den Blocke wiens naam we eerder als schilder in Gdańsk vernoemd zagen, verrijkte in 1616-17 de preekstoel van voorstellingen deur en 10 panelen. Zijn vader kwam van Mechelen naar deze Poolse stad. In een kapel zien we een 'epitaaf' uit 1561 van de ‘Nederlandse’ Michael Loys.

Misschien wel het beroemdste werk van deze kerk, wordt door een kleine kopie vertegenwoordigd. Het is een drieluik van Hans Memling: ‘Het Laatste Oordeel’. Het origineel hangt in elders in de stad en we zullen dat bezoeken na het beklimmen van de toren - 495 treden - en de lunch.

In het Nationale Museum blijkt Memlings werk solo aanwezig in een ruimte op de eerste verdieping. Tot nog toe kenden we het uit ons oude leerboek ‘Eeuwige Schoonheid’ van E.H. Gombrich.

De gedetailleerde geschiedenis van het drieluik is nieuw. Memling schilderde het in Brugge (1467-1471) en op weg naar de Italiaanse opdrachtgever werd het vóór de Engelse kust gekaapt en naar Danzig gebracht. Zelfs de paus wist het daar niet vandaag te krijgen. De Fransen namen het in 1807 mee naar Parijs waarna het in 1817 via Berlijn weer ‘thuis’ kwam. In de nazitijd ging het richting Duitsland en tijdens de communistische bezetting naar de USSR. Sinds 1956 is het weer in Gdańsk. ‘Dit is wel een heel opvallend voorbeeld van roofkunst’, geeft mijn vrouw als commentaar. Het meesterwerk zag vele landen, maar nooit Italië waarvoor het bestemd was.
Op dezelfde etage bezoeken we nog twee zalen met 17de eeuwse werken van meesters uit de Lage Landen. Keurig gescheiden naar regionale herkomst is een ruimte voor Hollandse en eentje voor Vlaamse schilders. In een derde vertrek ‘hangen’ tijdgenoten uit Gdańsk, waarvan een vertegenwoordiger Pieter Danckerts de Rij heet, hofschilder in Polen, Amsterdammer van geboorte en gestorven in Rudninku, Litouwen. Internationale stad.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten