Op de 25 december regent het in Bergamo voor de vijfde dag op rij. Het mag de pret niet drukken en na een uitgebreide maaltijd zitten we om 16.30 uur bij de panettone plus spumante (voor de volhouders) met zestien mensen onder de kerstboom. Allemaal familie. De Tweede Kerstdag verloopt rustiger en de regen gaat zowaar over in sneeuw. En dan op de 26e kunnen we er te voet echt op uit onder een blauwe hemel. Ver hoeven we niet, want de Città Alta, de Bovenstad blijft boeien.
Bij de Via Francesco Nullo gaan we heuvelopwaarts over een van de vele trappen die in de stad verborgen liggen. Ons eerste doel is het Castello di San Vigilio op 496 meter. Terwijl we die kant heen gaan, passeren we de grens waarboven de warme zon geen vat krijgt op de sneeuw. Dit maakt het uitzicht alleen maar mooier, zeker bij de reusachtige stadsmuren die tot stand kwamen tijdens de Venetiaanse periode (1428 -1797). We lopen naar de Colle Aperto en zien dat het (tweede) tandradbaantje naar boven gesloten is. Zonder haast vervolgen we de tocht. Eenmaal op de versterking, is de strategische positie aan de route van de Po-vlakte naar de verschillende valleien goed te zien. De historie van deze plek gaat wellicht terug tot aan de Romeinen. De weg voert door een oude toren een stukje naar benden.
We gaan richting Colle Bastia waar het bijna landelijk is. De sneeuw ligt hier dik en ons volgende doel is de Trattoria All’Alpino. Weliswaar is die gelegenheid op maandag gesloten, maar vandaar gaat de weg slingerend door de heuvels richting Piazza Vecchia. De route levert een reeks prachtige doorkijkjes op. Als je hier woont, hoef je nooit op vakantie, zou mijn moeder gezegd kunnen hebben. Zelf heeft ze hier heel wat keren gewandeld. Op vakantie, welteverstaan. Zij is er niet meer, maar wel het bordje aan de Via Colle dei Roccoli met de melding dat hier aan herbebossing gedaan wordt. Dat stond er 1967 al.
We gaan een binnendoorpaadje in. Af en toe staan hier ezels achter het hek. Vandaag niet: zouden ze in de salami zitten die ik van mijn neef kreeg? De zon zorgt in deze kom voor een kattenhemel en het smeltwater maakt het weggetje glibberig. Bij de Via Lavanderia gaan we weer omhoog en na een half uur staan we dan op de Piazza Vecchia. Drie maanden geleden bezocht ik hier de Cappella Colleoni (zie blog Coglioni), maar nu lopen we door naar de thee.
Op weg naar het (eerste) tandradbaantje dat ons naar de Città Bassa (Benedenstad) zal brengen, zie ik een T-shirt met ‘Bèrghem’, Lombardisch voor de Duitse wortels van Bergamo (Bergheim). In Zuid-Italië worden de landgenoten in het Noorden nog steeds ‘de Duitsers’ genoemd. Wat ze daarop terugkrijgen, is ‘Calafrikanen’ of ‘Terroni’ (aarde-eters). Ondanks deze sentimenten laten we ons ’s avonds in een door Napolitanen gedreven restaurant de pizza goed smaken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten