donderdag 21 februari 2013

Klimaatgrens

Op maandagavond 18 februari valt het er met bakken uit. De eerste regen in vijf weken Tenerife. Meteen 'van dik hout...'. Donkere wolken trekken over de reusachtige klif van Acantilado de los Gigantes. Ze komen vanaf El Teno, het berggebied in het noordwesten van dit Spaanse eiland. Wandelen wordt dus niks morgen: te veel kans op gladde bergpaden.

Dinsdagmorgen zie ik vanaf Puerto de Santiago dat El Teide, Spanjes hoogste berg, besneeuwd is. 's Avonds blijkt dat een onderwerp op de regionale tv: mensen op de slee.

Woensdagmorgen rijd ik met de bus van Los Gigantes naar Santiago del Teide. Vandaar voert een route naar Masca. Dat laatste dorp heeft een welhaast mythische betekenis gekregen. Het hooggelegen plaatsje was eeuwen moeilijk bereikbaar. Slechts via een muilezelpad vanaf het binnenland of te voet langs een kronkelweggetje richting zee. Die laatste route is nu een must voor hikers. Vorig jaar gedaan: mooi en nergens echt moeilijk.

Een groot deel van mijn traject op woensdag loopt over de Cumbre de Bolico. Een bergkam die volgens mijn wandelbijbeltje de scheiding vormt tussen het natte noorden en het droge zuiden.

Vergelijkbare grenzen vind je op elk Canarisch eiland. 'El tunel del climat' op La Palma, bijvoorbeeld die door de bergrug gaat die het droge oosten van het regengevoelige westen scheidt. De centrale hoogte van La Gomera vangt zoveel wolken en regen, dat zich daar een subtropisch oerwoudje ontwikkeld heeft. Erg mooi.

Ik ga op 930 m. net iets voorbij Santiago del Teide omhoog. Een bord zegt dat ik dit voor eigen rekening en risico doe: om veiligheidsredenen is dit pad buiten gebruik. Klimmen, met de zon in de rug. El Teide achter me is iets minder wit dan gister. Links en rechts veel bloemen, bloeiende struiken, bijen, vogelgekwetter. 'Iets van lente'.

Bij de Degolada de la Mesa op 1.247 m. is de eerste hoogte bedwongen. De beloning is een prachtig zicht op Masca, diep in het dal. Nu dan de Cumbre de Bolico. Verderop schuiven wolken over de kam van de Cumbre de Carrizal. Op een punt waar dat kennelijk vaak gebeurt, staat een 'captanieblas'. Een soort hoog volleybalnet dat volgens een bord - net zoals struiken en bomen - het water uit de passerende wolken haalt en afvoert voor gebruik in de landbouw. Ik heb nog niet eerder zo'n watervanger gezien. Bij een vervallen bouwsel naast een stenen dorscirkel eet ik mijn brood.

Het wordt koeler in de schaduw. Als het spoor weer eventjes westelijk van de kam loopt, is de omgeving opnieuw kaal, droog en warm. Meestentijds bevindt het pad zich meer naar het oosten en voert het door een laag 'bos'. Groen, vochtig en fris. Op bepaalde punten loopt de grens tussen rechts en links, schaduw en licht, groen en dor als een messcherpe lijn. Een duidelijk zichtbare klimaatgrens.

De trui kan weer uit wanneer bij Cruz de Hilda de afdaling richting Masca begint.

Masca - op 600 m - is een snoepje. Een bepaald vergezicht doet me aan Costa Rica denken. Daar ben ik nog nooit geweest en op de een of andere manier heeft dat beeld zich in mijn hersenpan opgeslagen. Veel akkerterrasjes liggen zo te zien al even braak. Vorig jaar hoorde ik het verhaal dat de boeren van toen de restauranthouders van nu zijn. Voor zo'n gehucht is de café-restaurantdichtheid bijzonder groot. Ik bezoek een van die uitspanningen voor de vaste caña con límon, pils met citroenlimonade. Aangevuld dit keer met brood en een bord geitenkaas, gerookte ham, honing van La Palma.

De kleine bus van 16.15 uur rijdt ons wachtenden voorbij: tjokvol. Het alternatief is een taxi. Duitse passanten zijn zo vriendelijk mij mee te nemen over de smalle en kronkelige weg richting Santiago del Teide. Uiteindelijk rijden ze door tot Los Gigantes, waarna zij hun weg vervolgen richting het zuiden. Een mooie wandeldag, alles bij elkaar opgeteld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten