vrijdag 15 februari 2013

Maan

Al eerder richting ‘Paisaje Lunar’ gelopen, in september 2008. Toen met een vlakke start bij een afslag van de TF 21. Viereneenhalf jaar later begin ik de wandeling in het stadje Vilaflor op 1.420 m. En dat betekent een klim naar 1.970 m. Niet echt vlak. Pittig.

Om 12.00 uur volg ik de aanwijzingen van het onvolprezen wandelboekje dat Klaus en Annette Wolfsperger samenstelden. De - in dit geval - Duitstalige versie is bijgewerkt tot 2011 en sindsdien blijkt er aan het begin van de route toch wat gewijzigd. Extra aanwijzingen aan lantaarnpalen en muurtjes wijzen het juiste pad. Op deze hoogte is het 14ºC. In de felle zon verschijnt het zweet al snel op mijn voorhoofd.

Vilaflor is de hoogstgelegen gemeente van Tenerife. Het plaatsje staat bekend om zijn terrasakkertjes waar aardappelen en allerlei soorten groente en vooral druiven verbouwd worden. Ecologische wijn lijkt favoriet, als ik let op de reclame die ik links en rechts zie. Ook hier moet het water van ver komen. Open kanaaltjes lijken niet meer in gebruik; wel een netwerk van buizen. De amandelbomen bloeien, evenals een veelvoud van felkleurige bloemen.

Na een rustig begin voert het pad aardig omhoog. Volgens de papieren gids duurt de wandeling vier uur en 20 minuten. Het pad is duidelijk gemarkeerd en een verkeerde afslag nemen, lijkt onmogelijk. Al snel loop ik tussen de pijnbomen. Tijdens het broodje om 13.20 uur komen wolken vanaf het dal omhoog zetten. Een normaal verschijnsel hier in het hooggelegen binnenland. Ik vervang mijn natte zweethemd door een droog en trek daarover een fleece aan. Waarna ik de wandeling vervolg.

Het pad kruist een verharde weg waar ook auto’s kunnen komen. In mijn ogen altijd weer een frustrerend gegeven. Denk je in gevecht te zijn met de elementen, kun je het doel ook per auto bereiken. Of daar in elk geval bij in de buurt te komen. Doorlopen dus. De zon keert terug en het aantal wandelaars dat me tegemoet komt na het aanschouwen van ‘Paisaje Lunar’, neemt toe. Ik schat dat het ‘Maanlandschap’ in de buurt moet zijn.

Twee bontgenoten bij de vormgeving van het eiland zijn vulkanisme en erosie, volgens het educatieve bord tegenover het bijzondere landschap. Ter bescherming van het bijzondere uitzicht mogen de wandelaars niet verder dan hier komen. Van een afstandje kijk ik naar de door het weer gepolijste samenstel van stenen minaretten. Of suikerpunten. Grillig en imponerend. Toen dus; nu weer. Dit soort verschijnselen maakt Tenerife voor mij tot zo’n bijzonder wandelparadijs.

Op de terugweg opnieuw in de wolken. De naalden van de bomen vormen waterdruppels aan hun uiteinden. Ook mijn haar voelt aan alsof ik door de regen loop. ‘Spookachtig’, zou er in sommige boeken kunnen staan. Of ‘mysterieus’.

Vlak voor Vilaflor verdwijnt de mist. Het is volkomen stil onder het wolkendek. Ook geen aasje wind. Tegen 17.00 uur lijkt het stadje dat rond het middaguur zo levendig leek, volkomen uitgestorven. De wandeling is ten einde. Volkomen tevreden over deze wandeling keer ik terug naar El Médano. Op weg daarheen passeer ik de afslag naar Cruz de Tea, het gehucht waar ik afgelopen maandag tijdens een klim voorbij kwam. Weer ‘thuis’ zijn de laatste strandgasten hun spullen aan het inpakken als ik rond 18.30 uur richting Calle la Gaviota loop. Een mooie wandeldag en vanavond haal ik lekker een pizza.

 

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten