Op weg naar de bus van 12.30 uur passeer ik dit horizontale gezelschap en eenmaal in de ‘guagua’ onderweg naar boven schuiven er wolken over de klif. Taimamo op 570 meter voelt fris aan.
Het pad richting Santiago del Teide begint in de Calle la Rosa. Een kuitentergende helling gaat over in een sintelpad. Alsof hier het dorp al generaties lang de asla leegt. Als ik naar Arguayo moet, heb ik toch echt de verkeerde afslag genomen, roepen een man en vrouw me toe terwijl ze me van hun groenteveldje tegemoet komen. Ik begrijp dat dit regel is, die verkeerde afslag nemen en ik kijk er mijn wandelbijbeltje nog eens op na.
Het pad vol grove lavasintels moet ik zeker een half volgen. Schuivend omhoog; zwetend als een paard. De finish ligt bij een nog wel onderhouden verzameling terrasjes waar je ook met de auto kunt komen. Lopen is een mooie hobby, houd ik me voor. Arguayo bevindt zich voor me. Om er te komen, steek ik de weg-in-aanbouw richting El Teide over.
Eenmaal voorbij het dorpje op 905 meter worden het pad beter en het uitzicht interessanter. De oude en smalle verbindingsweg - hier en daar nog met de originele natuurstenen verharding - klimt tot 1.000 meter en biedt uitzicht op de prachtige vallei van Santiago del Teide. In de diepte zigzagt de tweebaans via El Retamar en El Molledo richting Santiago. Veel bloemen op de helling.
De bergen achter in de vallei liggen in de wolken. Woensdag jl. sjouwde ik daar in de volle zon omhoog op weg naar Masca: een ander klimaat. De weersvoorspellingen in berggebieden heb ik geleerd met een korrel zout te nemen. Op het ruwe lavaveld vlak voor Santiago is de wind zo sterk en kil dat ik zelfs een plastic jasje over mijn fleece doe. Ik denk aan F.A. de Hond, aardrijkskundedocent: ‘Elke 100 meter omhoog, daalt de temperatuur één graad’. Ik schat dat het nu 14ºC is. Dank u, oude meester: in het dorpje staat dat het 16.00 uur is, op 23 februari 2013, bij 14ºC. De terugweg kan beginnen.
Weer met het regenjackje in de rugzak begin ik aan het pad dat via Taimamo naar Puerto de Santiago gaat. De zon komt bij vlagen terug, ik loop naar beneden en de temperatuur stijgt. Nog meer bloemen op de helling. Bij Taimamo komen bellende geiten van de berg. Een eindje verder spelen kinderen op een pad boven me. Als ik bevestigend antwoord op hun ‘Hellodoejoespiekingliesj?’ krijg ik een vrolijk ‘Koetiefning’.
Vanaf hier ken ik het pad. In november 2010 liep ik dit stuk in omgekeerde volgorde. Ik herinner me een agressieve hond en dus steek ik wat keien in mijn linker broekzak. Niet alleen is sindsdien de bewegwijzering sindsdien sterk verbeterd, ook het pad blijkt verlegd: nota bene om de bananenkwekerij heen van die kwade joekel. Sterk staaltje. Ik gooi de stenen weer weg, vervolg de Camino Real en een half uur later sta ik - inmiddels weer in sweatshirt - op het belvedère van Puerto de Santiago in de late avondzon. De 'acantilado', de klif is in dit licht groots onder de wolken. 18.30 uur en vanuit Los Gigantes klinkt Latijns-Amerikaanse muziek op: de vierde dag van carnaval, da’s waar ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten