Andere zaken waren in
2010 en 2012 al wel zo. Bijvoorbeeld de toeristen die met busladingen richting
‘De Vinger Gods’ gaan. Of de opmerkelijke magmakegel die hier op de eerste foto
staat. Voor geologen een spannend fenomeen, denk ik onderweg.
Van mijn drie bezoeken
tot dusver is dit het koudste. Ook nu schijnt de zon bijzonder fel: het is de
wind die het fris maakt. Dus ga ik in laagjes gekleed op pad.
Lang sta ik stil bij het
uitzicht op de Llano de Ucanca. Daar wil ik immers te zijner tijd mijn as
uitgewapperd hebben. Een ‘lugar bonito’, zoals Astrud Gilberto jaren terug zong.
‘Een aangename plek’, hoewel zij het echt niet over deze strooiplaats gehad zal
hebben.
In de fantasie van de
mensen hebben allerlei stenen formaties namen gekregen. Ik passeer als gezegd ‘De
Vinger Gods’ en vervolgens ‘De Penis’ en De Kathedraal’. Steeds domineert El
Teide volkomen stil het landschap. Verder doe ik er het zwijgen toe: een
curieus verschijnsel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten