Jheronimus Bosch (ca. 1450
- 1516) inspireerde al snel andere schilders. Zo grijpt het bekende werk ‘DulleGriet’ (1561) van Pieter Bruegel de Oude (1525/1530 - 1569) terug op Bosch’ ‘De
Tuin der Lusten’. Van dat voorbeeld waren inmiddels ‘prenten’ in omloop geraakt
waarop Pieter zich kon baseren.
Ook nu nog vinden
kunstenaars inspiratie bij het werk van Bosch. Dicht bij huis zijn dat de makers van Bosch Parade, waarvan de editie 2015 binnenkort plaats zal vinden. Iets verder weg is dat o.a. de Vlaamse Lieve Bedeer.
De Amerikaan Robert Gober (1954
- …) liet zijn ogen vallen op een detail van het rechterpaneel van De Tuin. Het
gaat hierbij om een kluitje musicerende figuren die de noten aflezen van het
achterwerk van een persoon. Het is niet duidelijk of het daarbij om het
onderlijf van een man of een vrouw gaat. Gober maakte er een vent van, met
stevige stappers aan de voeten en haren op de kuiten. Het werk behoort tot de collectie
van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.
Kenners zouden zo kunnen
zien of het in het geval van Bosch om een ‘bespeelbaar’ notenveld gaat.
Kennelijk is dat zo; in elk geval is op het internet de een deuntje te
beluisteren (klik).
Uiteraard zijn er allerlei
interpretaties losgelaten op het billentafereel van Bosch. Iemand had het over ‘butt
song’ en een ander bedacht ‘ass music’: aarsmuziek. Klinkt niet gek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten