vrijdag 19 juni 2015

Madeira (3); lichtmobiele brigade

Zaterdag 30 mei beginnen we dicht bij Funchal. Met de auto doen we - voor we de bergen ingaan - eerst twee vissersplaatjes aan. In Câmara dos Lobos liggen heel pittoresk bootjes op het strand. Op het oog oude meuk die nauwelijks zeewaardig is. Een botenkerkhof. In de baai dobberen de exemplaren die de zwarte zwaardvis binnen moeten halen. Deze ‘peixe espada’ zou de specialiteit van het lokale vissersgilde zijn. Winston Churchill stond hier achter zijn schildersezel: een plaquette herinnert aan deze activiteit.

Als we terugkomen bij de parkeerplaats heb ik een bon. Of eigenlijk zie ik die pas achter de ruitenwisser zitten, als we in het volgende dorpje, Ribeira Brava parkeren. €6 voor het ondersteboven neerleggen van het parkeerkaartje.

Iets voorbij de tweede stop gaat de weg tussen wat huizen ineens steil omhoog. Hup in z’n één en hopen dat er geen tegenligger komt. Op een beboste helling bij Rabacal zetten we de auto onder een stel grote eucalyptusbomen en zoeken het begin van wandelpad.

Al snel volgen we een irrigatiekanaal, een levada. Na tien minuten staan we voor we tunnel. Kijk, hiervoor hebben we dus eerder in Funchal twee koplampen gekocht. Die kunstmatige levadas – samen goed voor 2.000 km – zijn nog steeds in gebruik. Ze brengen het water uit het regenrijke noorden naar het drogere zuiden. In dit geval ligt in de tunnel naast het wandelgedeelte de waterloop in een opgemetselde goot met daarboven een brede buis van jongere datum. Met al dat gegraaf moet het eiland een gatenkaas zijn geworden voor dat waterleidingnetwerk. Van het halfronde ‘plafond’ drupt water, waardoor de snel aangeschoten trui ons naast warm ook schoon houdt.

Tunnel gehad, koplamp af, trui uit, klimmen, zweten om bij de levada do Risco uit te komen bij een grote waterval. Hier een boterham terwijl we ons vergapen aan het mooie uitzicht. Daarna langs dezelfde route weer terug. En wat een bloemenpracht!

Bij de tunnel staat een Engels koppel. Het duo probeert bij het schijnsel van twee mobieltjes de oversteek te maken. We nemen deze lichtmobiele brigade tussen ons in want onze koplampen maken elke oneffenheid op bodem en plafond zichtbaar.

Er blijkt nog genoeg tijd voor een bezoek aan São Vicente aan de noordzijde van het eiland. Als we na een ontelbaar aantal serpentines bij Porto Moniz de zee bereiken, blijkt de doorgaande weg om onduidelijke redenen afgesloten. Terug dus over zigzagbergweg naar een hooggelegen doorsteek. Op 1.000 m is het uitkijken voor overstekende koeien. De zon schijnt, het is 21ºC en we hebben geen haast om thuis te komen. Trouwens, met al die kronkels en bochten is 40 km per uur al een topsnelheid.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten