Het staat sinds 1978 in de grondwet. Voor de duidelijkheid formuleerde Spanjes premier het een paar jaar geleden nog maar een keer in de trant van: ‘Spanje is een democratie waarbinnen ieder zijn geloof in vrijheid kan volgen. De ‘staat’ Spanje is geen lid van welke kerkgenootschap dan ook’. Gebruik in deze zin de naam Nederland en dan is meteen duidelijk wat José Louis Rodríguez Zapatero bedoelde en nog bedoelt: ‘We zijn een land dat aan geen enkele godsdienst gebonden is.’ Daarmee lijkt het op ons koninkrijk: de natie waar ruimte is voor bijvoorbeeld een ‘Partij voor de Dieren’, ‘CDA’ of ‘PVV’.
Zapatero haalde de klas weer bij de les. Op papier is de scheiding tussen kerk en staat hier dan wel een feit, in de praktijk blijkt dat nog steeds moeilijk wennen. Beide machten ‘schuren’ traditioneel gemakkelijk tegen elkaar (zie foto). Het netwerk waarin aanhangers van ‘orde, recht en fatsoen’ elkaar nog steeds weten te vinden, blijkt een taaie tegenstander. Zeker in een land waar de staat, langs al dan niet verborgen geldstromen, jaarlijks nog steeds zo’n 6000 miljoen euro bijdraagt aan de katholieke kerk. Als het aan de regering van de linkse PSOE onder aanvoering Zapatero ligt, houdt die vanzelfsprekendheid op. Oppositieleider Mariano Rajoy van de centrumrechtse PP denkt daar (uiteraard) anders over.
Achter die spanning beweegt zich de schim van Spanjes laatste absolute vorst Francisco Franco. Hij is dit jaar 35 jaar dood, maar de voormalige dictator blijkt vanuit de Vallei der Gevallenen over zijn graf te regeren. In 1936 trok Franco - weggepromoveerd als gouverneur naar de buitenpost Canarische Eilanden - met de hulp van Italië en Duitsland op naar het vaste land van Spanje. Daar zou hij ‘orde, recht en fatsoen’ brengen, want de rooien maakten er een goddeloze bende van. Na de dood van de caudillo in 1975 besloten links en rechts om er het zwijgen toe te doen. Als vaderlandslievende lieden werkten zij aan de opbouw van de natie. Die Afspraak van de Stilte vertoont allengs meer en meer barsten, zeker nu in het hele land massagraven geopend worden. De stank die daaruit opstijgt, kan de daden van Franco niet langer buiten de politieke discussie houden.
Vorige week kwam de paus naar Spanje. Hij noemde de rationele opstelling van de Spaanse regering op het gebied van het de katholieke kerk ‘agressief antiklerikaal’. Het deed hem denken aan de periode van de Tweede Republiek (1931-1936) en juist daaraan maakte Franco dus een einde.
Weldenkend Spanje reageert geschokt op de boodschap van Benedictus XVI, al merk je daar aan de boulevard van Los Cristianos niets van. Want - met een knipoog naar de Bossche poëet Hans Vlek - hier ‘is het gras groen, in elk seizoen’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten