Hun inzet krijgt sinds 31 oktober 2007 meer ruimte door de ‘Ley de la Memoria Histórica de España’, de Wet op de Historische Herinnering van Spanje. Slachtoffers en hun nabestaanden hebben zo weer het recht op de geschiedenis die ze decennia lang onthouden bleef. Niet iedereen zat en zit op die mogelijkheid te wachten, waaronder de oppositie - de PP (Partido Popular) - die de wet niet wenst(e) te steunen.
Spanje deed na afloop van Franco’s regime geen ‘zelfonderzoek’. In Chili, Argentinië en Zuid-Afrika waar dit wel gebeurde, droeg het bij aan het verwerkingsproces en aan het eerherstel van de slachtoffers en hun nabestaanden. Overigens hebben de ‘roden’ tijdens de broederstrijd ook slachtoffers gemaakt. Maar die ‘linkse bende’ (er is een stroming die dat woord gebruikt) werd als snel door de ‘rechtse bende’ overwonnen, waarna de nieuwe overheersers nog 36 jaren de mensenrechten konden blijven schenden.
Dinsdag 16 november was ik in Santa Cruz de Tenerife. Daar zag ik het Monument voor de Gevallenen. Iedereen weet dat dit alleen op de franquisten betrekking heeft. Hoewel Spanje al veel heeft opgeruimd van wat naar Franco riekt, staat dit ding er nog. Maar mijn reisgids blijkt aan herdruk toe, want de Ramblas del General Franco heet inmiddels al Ramblas de Santa Cruz.
Overheden doen niet echt actief mee aan de opgravingen. En topjurist Baltasar Garzón - in het buitenland gerespecteerd omdat hij Chili's voormalige president Pinochet voor het gerecht wist te dagen - moet in eigen land als een schooljongen met de pet in de hand toestemming zien te krijgen om alsnog onderzoek te doen naar het ‘franquismo’. Naar gevallen van ‘kinderroof’, bijvoorbeeld.
Een schizofreen land, nou ja, op dit gebied dan. Met dagelijks in de openbare discussie die ene onvergelijkbare scène uit Fawlty Towers: ‘Never mention the war’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten